Rabbi: verschil tussen versies
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Rabbi''' (lett. 'mijn meester') is de eretitel waarmee een leraar in de Joodse wet werd aangesproken. De [[Heer Jezus|Heer Jezus]] werd "rabbi" genoemd, zelfs door zijn verrader [[Judas Iskariot|Judas]] (Matt. 26:49; Marc. 14:45). Ons woord 'rabbijn' komt er vandaan.
Het woord ''Rabbi'' is een Hebreeuws woord dat is samengesteld uit twee woorden: ''rav,'' ook
Verwant met 'rabbi' is het Nederlandse woord ''Rabbijn''.
In de Grieks grondtekst van het Nieuwe Testament vinden wij het woord ραββι, rabbi, de overschrijving van het Hebreeuwse ‘rabbi’. Het komt 15x voor in het Nieuwe Testament. De Griekse vertaling van 'rabbi' is 'didaskalos'.<blockquote>''Joh 1:38 En Jezus keerde Zich om en zag dat zij Hem volgden, en zei tot hen: (1-39) Wat zoekt u? En zij zeiden tot Hem: <u>Rabbi</u> (wat vertaald wil zeggen: Meester), waar verblijft U? (TELOS)''</blockquote>'Meester' in dit vers is de vertaling van 'didaskolos', de Griekse vertaling van het Hebreeuwse 'rabbi'. Over 'meester', zie [[Meester]] voor het hoofdartikel.
|