Vrijstad: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1:
[[Bestand:Cities of refuge.jpg|miniatuur|427x427px|De doodslager (in rood gekleed) bereikt de vrijstad op het nippertje. De bloedwrekers worden bij de vrijstad tegengehouden. ]]
Een '''vrijstad'''
Onder de wet van Mozes werden zes vrijsteden aangewezen, drie aan elke zijde van de Jordaan.
In een vrijstad kon een ieder die een medemens per ongeluk gedood had, zijn toevlucht nemen. De oudsten van een vrijstad moesten oordelen of de dood per ongeluk was veroorzaakt. Zo ja, dan was het bloedwreker niet toegestaan om de dader te doden. De doodslager moest in de vrijstad blijven tot de dood van de hogepriester ‘die was gezalfd met de heilige olie,’ en dan kon hij terugkeren naar zijn bezitting. Als de doodslager echter voortijdig buiten de stad kwam en de bloedwreker vond hem, dan mocht hij gedood worden (Num. 35:6-32; Joz. 20:2-9; 21:13-38; 1 Kron. 6:57, 67). Binnen de stad was hij veilig, buiten de stad liep zijn leven gevaar.
[[Bestand:Vlucht naar de vrijstad - Jan van 't Hoff.jpg|miniatuur|379x379px|Vlucht naar de vrijstad. Schilderij door Jan van 't Hoff (GospelImages.nl).]]
De vrijsteden aan de westkant van de Jordaan waren (Joz. 20:7):
* '''[[Kedes]]''' in Galiléa, op het gebergte van Nafthali;
* '''[[Sichem]]''', op het gebergte van Efraïm;
* '''
En aan oostzijde van de Jordaan (Joz. 20:8):
* '''[[Bezer]]''' in de woestijn, in het platte land, voor de stam van Ruben; Deut. 4:43.
* '''[[Ramoth]]''' in Gilead, voor de stam van Gad; Deut. 4:43.
* '''[[Golan]]''' in Bazan, voor de stam van Manasse; Deut. 4:43.<br><br>
[[Bestand:Levitische steden en Vrijsteden.jpg
Er is berekend dat de afstand tussen de vrijsteden maximaal ongeveer 70 mijl zou zijn, zodat geen Israëliet verder dan ongeveer 35 mijl van een van der steden verwijderd was.
== Typologisch ==
De 'levitische vrijstad' is een type van de gemeente van God. Zoals de stad een beeld is van de Gemeente van God in het algemeen, als Gods bestuurszetel, zo tekent de levitische vrijstad haar in een specifiek karakter.
'''Kennis van de waarheid.''' De levitische vrijstad was geen 'gewone' stad, maar zij diende in de eerste plaats als woonplaats ''voor de Levieten''. In deze stad was kennis van Gods gedachten te vinden, goddelijk licht. Want één van de functies van de Levieten was om het volk Gods wet te leren. Zo zijn er ook nu dienstknechten in de Gemeente van God (collectief gezien, maar ook in iedere plaatselijke gemeente), die de gelovigen onderwijzen uit Gods Woord. Wij zien de Gemeente hier als de pilaar en de grondslag van de waarheid (vgl. 1 Tim. 3:15).
'''Vrijstad.''' Het tweede kenmerk van de levitische vrijstad was dat zij als toevluchtsoord diende voor de ''doodslager''. Dit is ook van betekenis zowel voor Israël zelf als voor de Gemeente van God in onze dagen.
Typologisch staat de doodslager ongetwijfeld voor de Joden: zij brachten de Heer Jezus ter dood, maar ze werden niet dadelijk gedood als moordenaars. Petrus zegt dat de Joden in onwetenheid gehandeld hebben (Hand 3:17):
<blockquote>''Hnd 3:15 de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit de doden, van Wie wij getuigen zijn.
In genade bejegent God hen als doodslagers, voor wie de gemeente van Jezus Christus een toevluchtsoord is.
Regel 29 ⟶ 38:
== Meer informatie ==
Hugo Bouter, ''Veilig in de vrijstad.''<nowiki> Gouda: Boeken om de Bijbel, 2003. ISBN 90-70926-28-8. </nowiki>[http://www.oudesporen.nl/Download/HB230.pdf Digitaal] (gratis)
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899). Enige tekst hieruit is vertaald en verwerkt.
Hugo Bouter, ''Veilig in de vrijstad'' (Gouda: Boeken om de Bijbel, 2003), blz .24-26. Tekst hiervan is onder toestemming verwerkt op 18 juli 2016.
▲== Bron ==
|