Naar inhoud springen

Babylon: verschil tussen versies

2.563 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
Regel 22:
 
== Apocalyptische Babylon ==
In het laatste bijbelboek komt een vrouw voor genaamd Babylon. Zij wordt eerst afgeschilderd als een hoer. Zij stelt een grote stad voor. Ze wordt genoemd in Openb. 14: 8; 16: 19; 17 : 5;  18 : 2, 10, 21.  
 
=== Stad ===
Regel 28:
 
=== Grote stad ===
Het Babylon van de eindtijd is een stad, een ''grote'' stad. Voor de mensen is zij bovenal een grote stad, niet in de eerste plaats een hoer, zoals zij dat kennelijk in geestelijk opzicht is. <blockquote>''Opb 14:8 En een andere, een tweede engel volgde en zei: Gevallen, gevallen is het <u>grote Babylon</u>, dat van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij alle naties heeft laten drinken. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het <u>grote Babylon</u>, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 17:18 En de vrouw die u hebt gezien, is de <u>grote stad</u> die het koningschap heeft over de koningen van de aarde. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:2 En hij riep met krachtige stem de woorden: Gevallen, gevallen is het <u>grote Babylon</u>, en het is een woonplaats van demonen en een bewaarplaats van elke onreine geest en een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel geworden. (TELOS)''</blockquote>De koningen van de aarde spreken van "de grote stad, Babylon". <blockquote>''Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de <u>grote stad</u>, Babylon, de sterke stad; want in een uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''</blockquote>De kooplieden van de aarde laten zich in gelijke bewoordingen uit: <blockquote>''Opb 18:16 en zeggen: Wee, wee, de grote stad, ... want in één uur is die zo grote rijkdom verwoest. (TELOS)''</blockquote>De mensen op zee zeggen zelfs "Welke stad was aan die grote stad gelijk?"<blockquote>''Opb 18:17 En iedere stuurman en iedere zeereiziger en de zeelieden en allen die op zee hun werk hebben, bleven in de verte staan Opb 18:18 en terwijl zij de rook van haar brand zagen, riepen zij de woorden: Welke [stad] was aan die <u>grote stad</u> gelijk? (...) Opb 18:19 ... Wee, wee <u>de grote stad</u>, ....(TELOS)''</blockquote>De stad was dus (in hun ogen) een unieke stad. Ook een engel spreekt van "de grote stad Babylon". <blockquote>''Opb 18:21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen en wierp die in de zee en zei: Zo zal de <u>grote stad Babylon</u> met geweld neergeworpen worden en zij zal geenszins meer gevonden worden. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Da 4:30 Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid! (SV)''</blockquote>
 
=== Sterke stad ===
Regel 80:
 
=== Heerlijkheid en weelde ===
Ze is weelderig gekleed en opgesmukt. Ze was bekleed met fijn linnen, purper en scharlaken. Versierd was zij met goud, edelgesteente en parels. <blockquote>''Opb 17:4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en had een gouden drinkbeker in haar hand, vol gruwelen en de onreinheden van haar hoererij. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:16 ... de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken en versierd met goud, edelgesteente en parels; .... die zo grote rijkdom .... (TELOS)''</blockquote>Purper en scharlaken zijn koninklijke kleuren. De vrouw bezit dan ook immers het koningschap over de koningen van de aarde.<blockquote>''Opb 17:18 En de vrouw die u hebt gezien, is de grote stad die het koningschap heeft over de koningen van de aarde. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:9 En de koningen van de aarde die met haar gehoereerd en weelderig geleefd hebben, ... (TELOS)'' </blockquote>Zij heeft zichzelf verheerlijkt. <blockquote>''Opb 18:7 Naarmate zij zichzelf verheerlijkt heeft en weelderig geleefd heeft, geeft haar zoveel pijniging en rouw. Want zij zegt in haar hart: Ik zit als koningin en ben geen weduwe en zal helemaal geen rouw zien.''</blockquote>Vergelijk:<blockquote>''Opb 18:14 En de vruchten die de begeerte van uw ziel waren, zijn van u geweken en al het glansrijke en blinkende is voor u verloren en men zal het geenszins meer vinden.'' (TELOS)</blockquote>Haar weelde, rijkdom is groot en maakt, door de handel, de kooplieden rijk.<blockquote>''Opb 18:3 Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:15 De kooplieden in deze dingen, die door haar rijk geworden zijn, ... (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:19 ... de grote stad, waarin allen die hun schepen op zee hadden, door haar kostbaarheid rijk werden... (TELOS).''</blockquote>
 
=== Koophandel ===
Babylon koopt veel in. Wanneer de stad gevallen is, zullen "de kooplieden van de aarde" om haar treuren. Zij was een grote afnemer van hun producten! <blockquote>''Opb 18:11 En de kooplieden van de aarde wenen en treuren over haar, omdat niemand hun koopwaar meer koopt: Opb 18:12 koopwaar van goud, van zilver, van edelgesteente en van parels; van fijn linnen, van purper, van zijde en van scharlaken; allerlei welriekend hout, allerlei ivoren voorwerpen en allerlei voorwerpen van zeer kostbaar hout; van koper, van ijzer en van marmer; Opb 18:13 kaneel, specerij, reukwerken, balsem, wierook, wijn, olie, meelbloem en tarwe; lastdieren en schapen; van paarden en wagens; van lichamen en zielen van mensen. (TELOS)''</blockquote>Zelfs lichamen en zielen van mensen worden verhandeld!
 
Haar weelde, rijkdom is groot en maakt, door haar inkoop, de kooplieden rijk. Door haar worden zij rijk. <blockquote>''Opb 18:3 Want van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij hebben alle naties gedronken en de koningen van de aarde hebben met haar gehoereerd en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de macht van haar weelde. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 18:15 De kooplieden in deze dingen, die door haar rijk geworden zijn, zullen uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan, terwijl zij wenen en treuren (TELOS)''</blockquote>Ook de vervoerders over zee werden rijk door de koophandel met de stad.<blockquote>''Opb 18:19 ... de grote stad, waarin allen die hun schepen op zee hadden, door haar kostbaarheid rijk werden... (TELOS).''</blockquote>
 
=== Ongerechtigheid, moord ===
De zondige werken van Babylon zijn haar hoererij en haar ongerechtigheden. Van haar ongerechtigheden worden in het bijzonder haar moorden genoemd. Zij is moorddadig. <blockquote>''Opb 17:6 En ik zag de vrouw dronken van <u>het bloed van de heiligen</u> en van <u>het bloed van de getuigen van Jezus</u>. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 18:24 En in haar werd gevonden <u>het bloed van profeten en heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn</u>. (TELOS)''</blockquote><blockquote>O''pb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft <u>het bloed van zijn slaven</u> van haar hand gewroken. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk:<blockquote>''Jer 51:49 Zoals Babel geweest is tot een val voor de dodelijk gewonden van Israël, zo zullen in Babel de dodelijk gewonden van heel de aarde vallen. (HSV)''</blockquote>Haar moorden zal zij als vergelding hebben opgevat. <blockquote>''Opb 18:6 Vergeldt haar zoals <u>ook zij vergolden heeft</u>, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; mengt haar dubbel in de drinkbeker die zij gemengd heeft.'' (TELOS)</blockquote>Zij schijnt, gezien haar dronkenschap, behagen te hebben gehad in de dood van de heiligen: <blockquote>''Opb 17:6 En ik zag de vrouw <u>dronken van het bloed van de heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus</u>. En toen ik haar zag, verwonderde ik mij met grote verwondering.'' (TELOS)</blockquote>Opmerkelijk is dat kooplieden met Babylon handelen in onder meer "lichamen en zielen van mensen". Lichamen en zielen van mensen als "koopwaar" (Opb. 18:11, 12). <blockquote>''Opb 18:13 kaneel, specerij, reukwerken, balsem, wierook, wijn, olie, meelbloem en tarwe; lastdieren en schapen; van paarden en wagens; van lichamen en zielen van mensen. (TELOS)''</blockquote>Omdat heiligen, apostelen en profeten onrecht van haar geleden hebben, hebben zij een rechtszaak tegen Babylon. <blockquote>''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, hemel, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Oordeel over Babylon ===
Heiligen, apostelen en profeten hebben een rechtszaak tegen Babylon. Zij hebben onrecht geleden van haar. <blockquote>''Opb 18:20 Wees vrolijk over haar, hemel, en u, heiligen en apostelen en profeten, omdat God uw rechtszaak tegen haar berecht heeft. (TELOS)''</blockquote>God is de opperste rechter in deze rechtzaak. Het oordeel over de stad wordt uitdrukkelijk genoemd in Opb. 16:19 en 17:1. <blockquote>''Opb 17:1 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei: Kom, ik zal u tonen het <u>oordeel</u> over de grote hoer die op vele wateren zit, (TELOS)''</blockquote><blockquote>O''pb 19:2 Want waarachtig en rechtvaardig zijn zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, en Hij heeft het bloed van zijn slaven van haar hand gewroken. (TELOS)''</blockquote>Gods oordeel en wraak wordt voltrokken door de mannen (koningen) met wie zij gehoereerd heeft. De tien horens (koningen) zullen haar te gronde richten. Het beest, dat haar gedragen heeft, zal zich tegen haar keren. <blockquote>''Opb 17:16 En de tien horens die u hebt gezien en het beest, dezen zullen de hoer haten en haar eenzaam en naakt maken, en haar vlees eten en haar met vuur verbranden. Opb 17:17 Want God heeft in hun harten gegeven zijn bedoeling uit te voeren en het met enerlei bedoeling uit te voeren en hun koninkrijk aan het beest te geven, totdat de woorden van God vervuld zullen zijn.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 18:5 want haar zonden zijn opgestapeld tot aan de hemel en God heeft Zich haar ongerechtigheden herinnerd. Opb 18:6 Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; mengt haar dubbel in de drinkbeker die zij gemengd heeft. Opb 18:7 Naarmate zij zichzelf verheerlijkt heeft en weelderig geleefd heeft, geeft haar zoveel pijniging en rouw. Want zij zegt in haar hart: Ik zit als koningin en ben geen weduwe en zal helemaal geen rouw zien. Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. Opb 18:9 En de koningen van de aarde die met haar gehoereerd en weelderig geleefd hebben, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar brand zien, Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in een uur is uw oordeel gekomen. (TELOS)''</blockquote>'''Eenzaamheid'''. Babylon zal eenzaam worden. Deze eenzaamheid is het tegendeel van haar druk verkeer.
 
'''Naaktheid'''. Zij was weelderig gekleed, maar zij zal nu ontbloot worden.
 
'''Gegeten'''. Haar vlees zal worden gegeten: ze zal geplunderd, beroofd worden. Vergelijk: <blockquote>''Opb 18:14 En de vruchten die de begeerte van uw ziel waren, zijn van u geweken en al het glansrijke en blinkende is voor u verloren en men zal het geenszins meer vinden.'' (TELOS)</blockquote>'''Verbrand'''. De stad zal met vuur worden verbrand. De rook van haar brand zal door velen worden gezien, door de koningen der aarde (18:9), de mensen op zee (18:18).
 
'''Pijn'''. Zij zal pijniging lijden (18:7, 10).
 
'''Rouw'''. Zij zal rouw dragen (18: 7, 8).
 
'''Snel uitgevoerd oordeel'''. Het oordeel over Babylon zal snel worden uitgevoerd. <blockquote>''Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Opb 18:19 ... want in één uur is zij verwoest. (TELOS)''</blockquote>'''Verdwijning.''' De stad zal van de aardbodem verdwijnen, zij zal niet meer gevonden worden.<blockquote>''Opb 18:21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen en wierp die in de zee en zei: Zo zal de grote stad Babylon met geweld neergeworpen worden en <u>zij zal geenszins meer gevonden worden</u>. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Identificatie ===
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.