Spotter

Uit Christipedia

Een spotter of spotster (vrouw) is iemand die spot. Hij of zij uit zich of bejegend iets of iemand met belachelijk makende of oneerbiedige scherts.

Zo kan men met de openbare mening spotten, er de draak mee steken, maar ook met de godsdienst spotten.

De Heer Jezus werd een voorwerp van spot.

Mr 15:31  Evenzo spotten ook de overpriesters onder elkaar met de schriftgeleerden en zeiden: Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. (Telos)

De spotter mist wijsheid en zoekt die vergeefs.

Spr 14:6 De spotter zoekt wijsheid, en er is gene; maar de wetenschap is voor den verstandige licht. (SV)

Een spotter is een gruwel voor de mens.

Spr 24:9  De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens een gruwel. (SV)

Bejegening van de spotter.

Spr 9:7  Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn schandvlek.  Spr 9:8  Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben. (SV)

Straf. God zal de spotters bespotten. Dit is een toepassing van het rechtsbeginsel van wedervergelding.

Spr 3:34  Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven. (SV)

Spr 19:28  Een Belialsgetuige bespot het recht; en de mond der goddelozen slokt de ongerechtigheid in.  Spr 19:29  Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten. (SV)

Een Nederlands gezegde luidt: "spotters krijgen spottersloon".

Toekomst

In het laatst van de dagen zullen er spotters optreden.

2Pe 3:3  Weet dit eerst, dat er in het laatst van de dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen (Telos)

Jds 1:18  dat zij u zeiden dat er in het laatst van de tijd spotters zouden zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen. (Telos)

Zie ook

Spot

Bron

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000, s.v. Spotter, Spotten.