Tenach

Uit Christipedia

Tenach is de Joodse benaming van het Oude Testament, de Joodse of Hebreeuwse bijbel.

De Joden erkennen alleen het eerste deel van de Bijbel, het Oude Testament, als een heilig boek. Het Oude Testament noemen zij de 'tenach'. Dit is een letterwoord (acroniem) gevormd uit de beginletters van de volgende drie woorden: Thorah ('wet'), Nebiïm ('profeten') en Chetoebim ('Geschriften'). De Hebreeën verdeelden hun heilige boeken (het Oude Testament) in drie delen: de Wet, de Profeten en de Geschriften.  

  • De Wet (Thorah), bevattend de vijf boeken van Mozes:
    • Genesis
    • Exodus
    • Leviticus
    • Numeri
    • Deuteronomium
  • De Profeten (Nebiïm):
    • Vroegere profeten:
      • Jozua
      • Richteren
      • Samuël
      • Koningen
    • Latere profeten
      • Jesaja
      • Jeremia
      • Ezechiël
      • 12 kleine profeten
  • De Geschriften (Ketoebim):
    • Dichterlijke boeken
      • Psalmen
      • Job
      • Spreuken
    • De vijf rollen (Meggiloth)
      • Ruth
      • Hooglied
      • Prediker
      • Klaagliederen
      • Esther
    • Historische boeken
      • Daniël
      • Ezra-Nehemia
      • Kronieken

Deze driedeling klinkt door in de woorden van de Heer Jezus tot de Emmaüsgangers:

Lukas 24:44 Hij nu zei tot hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles moest worden vervuld wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en in de profeten en psalmen. (TELOS)

De Heer Jezus sprak meermalen van "de Wet" en "de Profeten" tesamen (Matth. 5:17; 7:12; 11:13; 22:40; Luk. 16:16), bij voorbeeld:

Mattheüs 5:17 Meent niet dat Ik ben gekomen om de wet of de profeten op te heffen; Ik ben niet gekomen om op te heffen, maar om te vervullen. (TELOS)

De Wet omvat Genesis tot en met Deuteronomium, ook wel naar het Grieks genoemd de Pentateuch (dat is een werk op vijf rollen geschreven). Het "Boek der Wet" wordt in Deut. 31:24, 36; Joz. 1:8; 8:34; 24:26 genoemd. Het eigenaardig karakter van elk der vijf delen geeft aan, dat het de bedoeling van de schrijver was om ze afzonderlijk te houden, en daarom werd aan ieder deel een bijzondere naam gegeven. De Hebreeën gebruikten hiervoor het voornaamste woord in elk eerste vers van een boek. In de Griekse vertaling van de Septuaginta worden zij aangeduid door titels welke niet het voornaamste woord, maar de inhoud aangeven; deze titels zijn nog in de Christelijke Kerk in gebruik, b.v. Genesis, Exodus, enz.

De algemene benaming "de Profeten" werd aan de tweede groep boeken gegeven, omdat zij door profeten geschreven werden, die, als de leraars van het volk, vanzelf ook de geschiedschrijvers werden: b.v. Samuël, Nathan, Gad, Iddo, Jesaja, Jeremia, enz. Wij lezen soms van hen, dat zij in gezelschappen bij elkaar woonden. Zij schijnen zich met letterkunde, muziek en het dichten van psalmen enz. bezig gehouden te hebben; en hun geschriften, zowel de stichtelijke als de geschiedkundige, werden als min of meer profetisch beschouwd.

Zij werden verdeeld in 'eerste' (Lat. priores) (Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuel, 1 en 2 Koningen) en 'latere' (Lat. posteriores) profeten; deze laatste werden weer verdeeld in 'grote' (Lat. Majores) en 'kleine' (Lat. Minores) profeten. Tot de Majores werden gerekend de geschrirten van Jesaja, Jeremia en Ezéchiël omdat zij groter omvang en hoger profetische waarde hadden; Minores heetten de twaalf overige profetlsche hoeken.

Het boek Daniël werd uitgesloten, deels  omdat de schrijver geen profetische bediening onder "het volk" had uitgeoefend, deels omdat het zo laat in de Heilige Canon werd opgenomen; en ook, in latere jaren, omdat het door de Christenen tegen de Joden werd aangehaald. Volgens de rabbijnen mag niemand vóór zijn dertigste jaar het hoek Daniël lezen. De Heer Jezus spreekt trouwens wel van 'de profeet Daniël' (Matth. 25:15).

De derde groep heilige boeken, de Schriften, bevat de overige boeken van de Hebreeuwse Canon. Deze boeken worden in drie subgroepen verdeeld. De eerste subgroep bestond uit de stichtelijke boeken die bij dn dienst in de synagogen gebruikt werden (de Psalmen en Spreuken wekelijks en Job op de meeste grote vastendagen). Uit de tweede subgroep, de "vijf rollen" genoemd, werden voor het grootste gedeelte "de Lessen" genomen, die op bijzondere feestdagen werden voorgelezen. De derde subgroep was een soort aanhangsel, waarin die canonieke boeken geplaatst werden, welke niet tot "de Profeten" werden gerekend, onder ander het boek Daniël.