Terebint

Uit Christipedia


De terebint (of terpentijnboom; Hebr. elah, meervouw elim; Grieks: terébinthos) is een op een eik lijkende boom die onder meer in Israël en Syrië voorkomt en op ruige, rotsachtige plekken groeit.

Men kan twee ondersoorten onderscheiden, ze verschillen in de vorm en grootte van bepaalde bladeren[1]:

  • Pistacia terebinthus subsp. palaestina (Boiss.) Engler (Synoniemen: Pistacia palaestina Boiss. en Pistacia palaestina). Zij komt voor onder andere in Israël, Libanon en Syrië.
  • Pistacia terebinthus subsp. terebinthus: komt voor in Zuid-Europa, Turkije en Noord-Afrika.

Foto's: Pistacia palaestina met blad (links) en zonder blad (rechts, in de herfst).

Pistacia terebinthus subsp. palaestina met bloesem, op de berg Meron, Opper-Galilea, Israël

De terebint heeft de gedaante van een struik of knoestige, grote, zij het niet hoge boom. De boom vormt veel takken en zijtakken en geeft veel schaduw (Hos. 4:13). Hij heeft een sterke stam en ruwe bast. De schors geeft hars en terpentijn. De bladeren zijn glinsterend groen en aromatisch. De boom blijft niet altijd groen, is geen 'evergreen'.

Jes 1:29  Want gij zult beschaamd worden over de terebinten die gij hebt begeerd, en gij zult schaamrood worden over de tuinen die gij verkoren hebt.  Jes 1:30  Want gij zult worden als een terebint waarvan het loof afvalt, en als een tuin die geen water heeft. (NBG51)

De terebint draagt noten in de vorm van druiven, die de echte terpentijn (spijsolie) opleveren. De terebint bereikt evenals onze eik een zeer hoge ouderdom.

Terebinth (Hebr. elah) in Israël.

Er bestaat verwarring over de duiding van de Hebreeuwse woorden voor terebinth en eik:  'el', 'elah', 'elon', 'elim', 'allon' en 'allah'. De Hebreeuwse ‘elah’, ‘elon’, 'elim' zijn verwant aan 'el', een algemeen woord voor 'sterk', 'machtig', ‘God’[2]. De eik is een sterke, machtige boomsoort. Volgens Keil en Delitzsch verwijzen 'elon' en 'elah' naar de terebinth, 'allah' en 'allon' naar de eik. De Hebreeën onderscheiden de terebint (Hebr. elah) van de eik (Hebr. allon)[3].

De NBG51-vertaling heeft overal 'terebint' voor 'elon' en 'elah'. De Statenvertaling geeft van het Hebreeuws woord elah waarschijnlijk de onjuiste vertaling van ‘eik’ of ‘eikeboom’ of (1x) ‘iepeboom’.

Ge 12:6 (NBG51) En Abram trok het land door tot de plek bij Sichem, tot de terebint (Hebr. elon) More; en de Kanaanieten waren toen in het land.

Ge 12:6 (SV) En Abram is doorgetogen in dat land, tot aan de plaats Sichem, tot aan het eikenbos More; en de Kanaanieten [waren] toen ter tijd in dat land.

De terebint en de eik worden onderscheiden in Jes. 6:13 en Hos. 4:13:

NBG51 Jes 6:13 … Evenals van een terebint (Hebr. elah) en een eik (Hebr. allon)

SV Jes 6:13 … gelijk de eik, en gelijk de haageik …

NBG51 Hos 4:13 Op de toppen der bergen slachten zij offers en op de heuvelen ontsteken zij die, onder eik (Hebr. allon), populier en terebint(Hebr. elah), omdat de schaduw ervan aangenaam is. …

SV Hos 4:13 Op de hoogten der bergen offeren zij, en op de heuvelen roken zij, onder een eik, en populier, en iepeboom, omdat derzelver schaduw goed is; …

De terebint wordt meermalen in het Oude Testament genoemd. Hieronder worden enkele Schriftplaatsen vermeld.

Bij Sichem stond een terebint, waaronder Abraham kwam en God hem verscheen (Gen. 12:6)

Ge 12:6 En Abram trok het land door tot de plek bij Sichem, tot de terebint More; en de Kanaanieten waren toen in het land. Ge 12:7 Toen verscheen de HERE aan Abram en zeide: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. En hij bouwde daar een altaar voor de HERE, die hem verschenen was. (NBG51)

Daar verborg waar Jacob de godenbeeldjes en (vermoedelijk occult belaste) oorsieraden, afkomstig van zijn gezin en dienstknechten (Gen 35:4). Abraham ging wonen bij de terebinten (Hebr. elon) van de Amoriet Mamré bij Hebron (Gen. 14:13). Daar verscheen God met twee engelen aan hem. Abraham nodigde hen uit 'neer te leunen' onder de boom.

Ge 18:1 En de HERE verscheen aan hem bij de terebinten van Mamre, terwijl hij op het heetst van de dag in de ingang der tent zat. Ge 18:2 En hij sloeg zijn ogen op en zag, en zie, drie mannen stonden bij hem; toen hij hen zag, liep hij hun uit de ingang van zijn tent tegemoet, en boog zich ter aarde; Ge 18:3 en hij zeide: Mijn heer, indien ik uw genegenheid gewonnen heb, ga dan niet aan uw knecht voorbij. Ge 18:4 Laat toch een weinig water gehaald worden, en wast uw voeten en vlijt u neder onder de boom; (NBG51)

Een engel van de HEER kwam tot Gideon zette zich neer onder de terebint die te Ofra is (Richt. 6:11).

De burgers van Sichem riepen Abimelek tot koning uit bij de terebint (Hebr. elon) van het gedenkteken te Sichem (Richt. 9:6).

Het leger van Saul verzamelde zich in het Terebintendal (1 Sam. 17:2, 19), 'de vallei van Elah', waar David de reus Goliath overwon.

De lichamen van de omgekomen koning Saul en zijn zonen werden begraven onder een terebint te Jabes.

De rebellerende koningszoon Absalom raakte vast in de takken van een terebint, met dodelijke afloop (2 Sam. 18:9)

Onder terebinten werden helaas afgodische offers en reukwerken gebracht (Jes. 1:29-30; Ezech. 6:13; Hos. 4:13).

Jes 1:29  Want gij zult beschaamd worden over de terebinten die gij hebt begeerd, en gij zult schaamrood worden over de tuinen die gij verkoren hebt.  Jes 1:30  Want gij zult worden als een terebint waarvan het loof afvalt, en als een tuin die geen water heeft. (NBG51)

Meer informatie

Pistacia Palaestina, FlowersInIsrael.com

Bronnen

  • Frithiof Dahlby, Bijbels Woordenboek, s.v. Bomen en planten. Baarn: Bosch & Keuning.
  • C.N. Impeta, Kok’s Encyclopedie van de Bijbel s.v. Terebint. Kampen: Kok, 1962.

Voetnoten

  1. Terpentin-Pistazie, de.wikipedia.org. Geraadpleegd 6 juli 2020.
  2. T. Brugge, Geheimen uit de kloostertuin; tuinbeleving als inspiratiebron, blz .19. Lannoo Uitgeverij, 2006
  3. Aldus het artikel Pistacia Palaestina op Wikipedia (Engels)