Tisja beAv

Op Tisja beAv (andere schrijfwijzen: Tisha b'Av, Tisha be'Av), d.i. de negende dag van de maand Av, is een treurdag om de verwoesting van de tempels, de huizen van God, die ooit in Jeruzalem hebben gestaan.

Op deze dag van vasten en rouw wordt herdacht de vernietiging van de Eerste en de Tweede Tempel in Jeruzalem (respectievelijk 568 v.C. en 70 n.C.) en de daaropvolgende verbanning van de Joden uit het land Israël. Het is de meest verdrietige dag van de Joodse kalender. Op die negende Av is het Joodse volk grote rampen overkomen: behalve de vernietiging van de beide Tempels, ook de val van de vesting Beitar in de Joodse opstand tegen Rome in 136 n.C., en de verdrijving van de joden uit Spanje in 1492.

De rampen worden herdacht met vasten, gebed, het lezen van het boek Klaagliederen en het zingen van klaagliederen. In Jeruzalem bidden duizenden bij de Klaagmuur, een restant van het verwoeste tempelcomplex. De synagoge is op deze rouwdag slechts zwak verlicht, de Torah-rollen zijn omhuld met een zwarte doek, de meeste bezoekers zitten op de grond of op lage bankjes en alleen de 'ner tamied' (een soort lamp) brandt.

Klaagl. 1:1 Hoe eenzaam zit zij neer, die stad, [eens] zo dichtbevolkt! Als een weduwe is zij geworden, zij die groot was onder de heidenvolken. Een vorstin onder de gewesten is verplicht tot herendienst. (HSV)

Maar aan het einde van het vasten, 's middags worden de Joden eraan herinnerd dat - naar men meent - in deze tijd van het jaar ook de Messias zal komen.

Load video

YouTube

YouTube might collect personal data. Privacy Policy

ContinueDismiss

Video over Tisja beAv. Jaar 2012. Engels gesproken. Duur 4 minuten.