Vergeving: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 16: Regel 16:


== Vergeving en belijdenis ==
== Vergeving en belijdenis ==
Wanneer een gelovige zondigt, moet hij dan zijn zonde belijden? Ja, dat is nodig, want (1) zonde verontreinigt, (2) verstoort de verhouding met God en (3) belijdenis helpt om een zonde na te laten. <blockquote>''1Jo 1:9  Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.'' (Telos)</blockquote>Als wij zondigen tegen een vriend(in), dan wordt onze verhouding tot die mens verstoort. Belijdenis van zonde herstelt de goede band. Als het goed is, ontvangen wij van hem of haar vergeving. Van God ontvangen wij na belijdenis aan Hem zeker vergeving, omdat hij 'getrouw en rechtvaardig' is. Hij is rechtvaardig, omdat voor het kwaad dat wij gedaan hebben, recht geschied is aan het kruis van [[Golgotha]]. Er is een zoenoffer gebracht. Dat zoenoffer is Jezus zelf. <blockquote>''1Jo 2:1 Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen opdat u niet zondigt. En als iemand zondigt, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige; 1Jo 2:2  en Hij is het zoenoffer voor onze zonden; en niet voor onze zonden alleen, maar ook voor de hele wereld.'' (Telos)</blockquote>Na de belijdenis vinden van Godswege vergeving en reiniging plaats.
Wanneer een gelovige zondigt, moet hij dan zijn zonde belijden? Ja, dat is nodig, want (1) zonde verontreinigt, (2) verstoort de verhouding met God, (3) belast het geweten en (3) belijdenis helpt om een zonde na te laten. <blockquote>''1Jo 1:9  Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.'' (Telos)</blockquote>Als wij zondigen tegen een vriend(in), dan wordt onze verhouding tot die mens verstoort. Belijdenis van zonde herstelt de goede band. Als het goed is, ontvangen wij van hem of haar vergeving. Van God ontvangen wij na belijdenis aan Hem zeker vergeving, omdat hij 'getrouw en rechtvaardig' is. Hij is rechtvaardig, omdat voor het kwaad dat wij gedaan hebben, recht geschied is aan het kruis van [[Golgotha]]. Er is een zoenoffer gebracht. Dat zoenoffer is Jezus zelf. <blockquote>''1Jo 2:1 Mijn kinderen, ik schrijf u deze dingen opdat u niet zondigt. En als iemand zondigt, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige; 1Jo 2:2  en Hij is het zoenoffer voor onze zonden; en niet voor onze zonden alleen, maar ook voor de hele wereld.'' (Telos)</blockquote>Na de belijdenis vinden van Godswege vergeving en reiniging plaats. Belijdenis van zonde ''ontlast'' ook het geweten. Onbeleden zonde, waarvan men zich bewust is, drukt als een last op het geweten. David heeft de last van een zonde ondervonden, toen hij zweeg en niet beleed: <blockquote>''Ps 32:1 Een onderwijzing van David. Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. Ps 32:2  Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.  Ps 32:3  Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. Ps 32:4  Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Sela. Ps 32:5  Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf [mijn] ongerechtigheid, mijn zonde. Sela.'' (HSV) </blockquote>Het onderwerp in 1 Johannes 1 is gemeenschap met de vader en de zoon en de blijdschap die hieruit voortvloeit. Zonde ondermijnt die gemeenschap en daardoor de blijdschap. Voor herstel is belijdenis van de zonde noodzakelijk. Belijden wil eigenlijk zeggen: de zonden bij de naam noemen en erkennen. Telkens, na elke zonde, wanneer we weten dat we gezondigd hebben, moeten we dit belijden. Dat kan dagelijks zijn, misschien zelfs meer keren per dag.

Het onderwerp in 1 Johannes 1 is gemeenschap met de vader en de zoon en de blijdschap die hieruit voortvloeit. Zonde ondermijnt die gemeenschap en daardoor de blijdschap. Voor herstel is belijdenis van de zonde noodzakelijk. Belijden wil eigenlijk zeggen: de zonden bij de naam noemen en erkennen. Telkens, na elke zonde, wanneer we weten dat we gezondigd hebben, moeten we dit belijden. Dat kan dagelijks zijn, misschien zelfs meer keren per dag.


Na onze belijdenis mogen we er zeker van zijn dat de zonde ons vergeven is en dat we ervan gereinigd zijn, al kan het gevoel van onreinheid, van afkeer, van teleurstelling-in-onszelf, nog even duren. De gemeenschap met God en de blijdschap zullen na belijdenis weer ongestoord genoten kunnen worden.
Na onze belijdenis mogen we er zeker van zijn dat de zonde ons vergeven is en dat we ervan gereinigd zijn, al kan het gevoel van onreinheid, van afkeer, van teleurstelling-in-onszelf, nog even duren. De gemeenschap met God en de blijdschap zullen na belijdenis weer ongestoord genoten kunnen worden.