Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 20: Regel 20:
Hieronder wordt van enkele vervolgingen iets meegedeeld.
Hieronder wordt van enkele vervolgingen iets meegedeeld.


=== 1e eeuw ===
== 1e eeuw ==


==== Eerste vervolging, onder Nero (64 — 67) ====
=== Eerste vervolging, onder Nero (64 — 67) ===
De eerste van de tien vervolgingen onder de keizers van Rome vond plaats Nero. Aanleiding was de grote brand van Rome in het jaar 64. Het gerucht ging rond dat de keizer de brand had aangestoken om Rome in ongeëvenaarde luister te kunnen herbouwen. Om aan de volkswraak te ontkomen, wierp hij de schuld op de christenen.
De eerste van de tien vervolgingen onder de keizers van Rome vond plaats Nero. Aanleiding was de grote brand van Rome in het jaar 64. Het gerucht ging rond dat de keizer de brand had aangestoken om Rome in ongeëvenaarde luister te kunnen herbouwen. Om aan de volkswraak te ontkomen, wierp hij de schuld op de christenen.


Regel 31: Regel 31:
De keizers Vespasianus (keizer 69 - 79 n.C.) en Titus (keizer 79 - 81 n.C.) lieten de christenen met rust.
De keizers Vespasianus (keizer 69 - 79 n.C.) en Titus (keizer 79 - 81 n.C.) lieten de christenen met rust.


==== Tweede vervolging, onder Domitianus (81 — 96) ====
=== Tweede vervolging, onder Domitianus (81 — 96) ===
De tweede vervolger was keizer Domitianus. Deze had grote behoefte aan geld, daar de schatkist door weergaloze verkwistingen was uitgeput, terwijl de belastingen al uiterst hoog waren opgedreven, waardoor de handel zeer werd gedrukt. Door een uitgebreid klik-systeem wist hij dat het christendom zeer vele aanhangers telde onder de rijke patricische families. Het vermogen nu van ter dood veroordeelden en verbannenen verviel aan de keizer.
De tweede vervolger was keizer Domitianus. Deze had grote behoefte aan geld, daar de schatkist door weergaloze verkwistingen was uitgeput, terwijl de belastingen al uiterst hoog waren opgedreven, waardoor de handel zeer werd gedrukt. Door een uitgebreid klik-systeem wist hij dat het christendom zeer vele aanhangers telde onder de rijke patricische families. Het vermogen nu van ter dood veroordeelden en verbannenen verviel aan de keizer.


Regel 38: Regel 38:
In de christenen, inzonderheid in Jezus' bloedverwanten, zag hij een dreigend gevaar voor zijn troon. Daarom beval hij, volgens Eusebius, de verwanten van de Heer in Palestina op te sporen en naar Rome te voeren. Spoedig evenwel liet hij, bij het zien van hun vereelte handen, zijn ongegronde vrees varen en zond hen naar hun vaderland terug. Niettemin deed hij talrijke christenen folteren en ter dood brengen, onder wie zijn eigen neef Flavius Clemens<ref>Uit de opschriften van de catacomben weet men, dat het christendom reeds in de eerste eeuw tot in de hoogste geslachten was doorgedrongen. Men treft er namen aan uit de huizen der Cornelii, Ceeilii, Emilii enz.</ref>.
In de christenen, inzonderheid in Jezus' bloedverwanten, zag hij een dreigend gevaar voor zijn troon. Daarom beval hij, volgens Eusebius, de verwanten van de Heer in Palestina op te sporen en naar Rome te voeren. Spoedig evenwel liet hij, bij het zien van hun vereelte handen, zijn ongegronde vrees varen en zond hen naar hun vaderland terug. Niettemin deed hij talrijke christenen folteren en ter dood brengen, onder wie zijn eigen neef Flavius Clemens<ref>Uit de opschriften van de catacomben weet men, dat het christendom reeds in de eerste eeuw tot in de hoogste geslachten was doorgedrongen. Men treft er namen aan uit de huizen der Cornelii, Ceeilii, Emilii enz.</ref>.


=== 2e eeuw ===
== 2e eeuw ==


==== Derde vervolging, onder Trajanus (98 — 117) ====
=== Derde vervolging, onder Trajanus (98 — 117) ===
De derde vervolging had plaats onder keizer Trajanus (keizer 98 - 117 n.C.) De vervolging begon op zijn bevel. Hij was opgehitst door Mamertinus, stadhouder te Rome, en Tarquinus, overste van de heidense afgoderijen. De afgodendienaars brachten ook geld op, en gaven schatting om de Christenen te vervolgen en uit te roeien, alles onder het voorwendsel, dat de christenen onwillig waren om de goden te aanbidden en met offeranden te vereren, en dat zij vijanden van hen en van de Romeinse republiek waren. Onder de regering van Trajanus moesten christenen Christus vervloeken om verder te mogen leven.
De derde vervolging had plaats onder keizer Trajanus (keizer 98 - 117 n.C.) De vervolging begon op zijn bevel. Hij was opgehitst door Mamertinus, stadhouder te Rome, en Tarquinus, overste van de heidense afgoderijen. De afgodendienaars brachten ook geld op, en gaven schatting om de Christenen te vervolgen en uit te roeien, alles onder het voorwendsel, dat de christenen onwillig waren om de goden te aanbidden en met offeranden te vereren, en dat zij vijanden van hen en van de Romeinse republiek waren. Onder de regering van Trajanus moesten christenen Christus vervloeken om verder te mogen leven.


Regel 49: Regel 49:
Onder de beroemdsten, welke als offers vielen, behoorde: [[Simeon van Jeruzalem|Simeon]], opziener van de gemeente van Christus te Jeruzalem (marteldood omstreeks 107 of later), en [[Ignatius van Antiochië|Ignatius]], opziener van de gemeente van de Heer te Antiochië. 
Onder de beroemdsten, welke als offers vielen, behoorde: [[Simeon van Jeruzalem|Simeon]], opziener van de gemeente van Christus te Jeruzalem (marteldood omstreeks 107 of later), en [[Ignatius van Antiochië|Ignatius]], opziener van de gemeente van de Heer te Antiochië. 


==== Hadrianus (117-138) ====
=== Hadrianus (117-138) ===
Keizer [[Hadrianus]], die regeerde van 117 tot 138, was de christenen niet zeer vijandig. Het keizerlijke besluit van 112 bleef echter van kracht. Toen keizer Hadrianus de Joden de besnijdenis verbood, brak een hevige opstand van de Joden uit, die na drie jaar (132-135) werd gebroken. Geheel het land van Israël werd verwoest en op de bodem van Jeruzalem werd een heidense stad met heidense tempels gebouwd. Daar het christendom door de heidenen beschouwd werd als een Joodse sekte, prikkelde deze opstand tot vervolging van de christenen. Quadratus, die leefde in Klein-Azië<ref>Niet te verwarren met een naamgenoot die in dezelfde tijd leefde en opziener was van de gemeente van Christus in Athene. Zie http://www.heiligen.net/heiligen/09/21/09-21-0200-quadratus-athene.php</ref>, bood de keizer een apologie (verdedigingsschrift) van het christendom aan. „De daden van onze Verlosser - — schrijft hij o.a. — zijn steeds zichtbaar geweest. De door Hem genezenen en van de dood opgewekten leefden nog geruime tijd na zijn tocht op deze aarde; velen hebben zelfs tot in onze dagen geleefd".
Keizer [[Hadrianus]], die regeerde van 117 tot 138, was de christenen niet zeer vijandig. Het keizerlijke besluit van 112 bleef echter van kracht. Toen keizer Hadrianus de Joden de besnijdenis verbood, brak een hevige opstand van de Joden uit, die na drie jaar (132-135) werd gebroken. Geheel het land van Israël werd verwoest en op de bodem van Jeruzalem werd een heidense stad met heidense tempels gebouwd. Daar het christendom door de heidenen beschouwd werd als een Joodse sekte, prikkelde deze opstand tot vervolging van de christenen. Quadratus, die leefde in Klein-Azië<ref>Niet te verwarren met een naamgenoot die in dezelfde tijd leefde en opziener was van de gemeente van Christus in Athene. Zie http://www.heiligen.net/heiligen/09/21/09-21-0200-quadratus-athene.php</ref>, bood de keizer een apologie (verdedigingsschrift) van het christendom aan. „De daden van onze Verlosser - — schrijft hij o.a. — zijn steeds zichtbaar geweest. De door Hem genezenen en van de dood opgewekten leefden nog geruime tijd na zijn tocht op deze aarde; velen hebben zelfs tot in onze dagen geleefd".


==== Antoninus Pius (138-161) ====
=== Antoninus Pius (138-161) ===
Ook onder keizer [[Antoninus Pius]], die regeerde 138 — 161, bleef het edikt van Trajanus uit het jaar 112 zijn kracht behouden. Wel was hij voor de christenen niet wreed en verbood hij elke volksoploop tegen hen, doch de toestand bleef hachelijk. [[Justinus de Martelaar|Justinus]] (100/114-ca. 165) bood de keizer een verdedigingsschrift (apologie) aan. In Klein-Azië viel de [[Polycarpus van Smyrna|Polycarpus]], opziener van de gemeente van Christus te [[Smyrna]], als offer der vervolging.
Ook onder keizer [[Antoninus Pius]], die regeerde 138 — 161, bleef het edikt van Trajanus uit het jaar 112 zijn kracht behouden. Wel was hij voor de christenen niet wreed en verbood hij elke volksoploop tegen hen, doch de toestand bleef hachelijk. [[Justinus de Martelaar|Justinus]] (100/114-ca. 165) bood de keizer een verdedigingsschrift (apologie) aan. In Klein-Azië viel de [[Polycarpus van Smyrna|Polycarpus]], opziener van de gemeente van Christus te [[Smyrna]], als offer der vervolging.


==== Vierde vervolging ====
=== Vierde vervolging ===
[[Bestand:Mosaic of St. Justin Martyr, Mount of the Beatitudes.jpg|miniatuur|Mozaïek voorstellend de onthoofding van Justinus]]
[[Bestand:Mosaic of St. Justin Martyr, Mount of the Beatitudes.jpg|miniatuur|Mozaïek voorstellend de onthoofding van Justinus]]
'''Marcus Aurelius.''' Marcus Aurelius (keizer van 161-180), de opvolger van Antoninus Pius, was een aanhanger van de stoïcijnse wijsbegeerte. Hij liet zich zowel door de ophitsingen van de heidense wijsgeren als uit politieke beweegredenen tot vervolging van de christenen verleiden. In de verspreiding van het christendom zag hij 't grootste gevaar voor het bestaan van de Romeinse staat. De vervolging was dan ook algemeen en zeer hevig. Te Rome werd o.a. de christelijke wijsgeer en [[apologeet]] Justinus, die ook deze keizer een verweerschrift of apologie had aangeboden, onthoofd.
'''Marcus Aurelius.''' Marcus Aurelius (keizer van 161-180), de opvolger van Antoninus Pius, was een aanhanger van de stoïcijnse wijsbegeerte. Hij liet zich zowel door de ophitsingen van de heidense wijsgeren als uit politieke beweegredenen tot vervolging van de christenen verleiden. In de verspreiding van het christendom zag hij 't grootste gevaar voor het bestaan van de Romeinse staat. De vervolging was dan ook algemeen en zeer hevig. Te Rome werd o.a. de christelijke wijsgeer en [[apologeet]] Justinus, die ook deze keizer een verweerschrift of apologie had aangeboden, onthoofd.
Regel 65: Regel 65:
'''Commodus'''. Commodus (keizer van 177-192), die stond onder de invloed stond van zijn christelijke gemalin Marcia, was persoonlijk geen vervolger van de christenen; doch hij hinderde de stadhouders niet in hun christenvervolging.
'''Commodus'''. Commodus (keizer van 177-192), die stond onder de invloed stond van zijn christelijke gemalin Marcia, was persoonlijk geen vervolger van de christenen; doch hij hinderde de stadhouders niet in hun christenvervolging.


=== 3e eeuw ===
== 3e eeuw ==


==== Vijfde vervolging (202-211) ====
=== Vijfde vervolging (202-211) ===
De vijfde vervolging van de christenen barstte uit in het begin van de 3e eeuw, in het tiende jaar der regering van Septimius Severus, Romeins keizer van 193 — 211. De aanleiding tot deze vervolging was, dat de eerrovers en lasteraars allerlei valse beschuldigingen uitstrooiden jegens de christenen, namelijk, dat zij oproerige lieden waren, die zich jegens de keizerlijke majesteit misdroegen, doodslagers, tempelrovers, bloedschenders, die in hun samenkomsten de kaarsen uitbliezen en zich aan allerlei ontucht en ondeugd overgaven, kindermoordenaars, menseneters gelijk, dat zij een ezelskop als God vereerden, maar bovenal dat zij de goden verachtten, en dat daarom vanwege hen ongeluk en rampen de mensen was overkomen. 
De vijfde vervolging van de christenen barstte uit in het begin van de 3e eeuw, in het tiende jaar der regering van Septimius Severus, Romeins keizer van 193 — 211. De aanleiding tot deze vervolging was, dat de eerrovers en lasteraars allerlei valse beschuldigingen uitstrooiden jegens de christenen, namelijk, dat zij oproerige lieden waren, die zich jegens de keizerlijke majesteit misdroegen, doodslagers, tempelrovers, bloedschenders, die in hun samenkomsten de kaarsen uitbliezen en zich aan allerlei ontucht en ondeugd overgaven, kindermoordenaars, menseneters gelijk, dat zij een ezelskop als God vereerden, maar bovenal dat zij de goden verachtten, en dat daarom vanwege hen ongeluk en rampen de mensen was overkomen. 


Regel 74: Regel 74:
De vier volgende keizers waren de christenen gunstig gezind. Alexander Severus plaatste zelfs naast Abraham en Orpheus de beeltenis van Christus. Ook liet hij Bijbelspreuken op de paleiswanden aanbrengen. En het terrein, dat herbergiers de christenen betwistten, wees hij dezen toe met de woorden: „Het is beter, dat de Godheid op welke wijze ook daar vereerd wordt, dan dat die grond geschonken wordt aan herbergiers”.<ref name=":2">Aangehaald in H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926.</ref>
De vier volgende keizers waren de christenen gunstig gezind. Alexander Severus plaatste zelfs naast Abraham en Orpheus de beeltenis van Christus. Ook liet hij Bijbelspreuken op de paleiswanden aanbrengen. En het terrein, dat herbergiers de christenen betwistten, wees hij dezen toe met de woorden: „Het is beter, dat de Godheid op welke wijze ook daar vereerd wordt, dan dat die grond geschonken wordt aan herbergiers”.<ref name=":2">Aangehaald in H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926.</ref>


==== Zesde Vervolging ====
=== Zesde Vervolging ===
De zesde vervolging greep plaats onder keizer Maximinus I Trax, die regeerde van 235 tot 238. Zijn edikt beval, de overheden der Kerk terecht te stellen, en daardoor de kudde te verstrooien. Paus Pontianus (gestorven 235), en de beroemde priester en tegenpaus Hippolytus (gestorven 235), naar Sardinië verbannen, bezweken in de mijnen. Het edikt werd niet overal en niet in zijn volle gestrengheid uitgevoerd.
De zesde vervolging greep plaats onder keizer Maximinus I Trax, die regeerde van 235 tot 238. Zijn edikt beval, de overheden der Kerk terecht te stellen, en daardoor de kudde te verstrooien. Paus Pontianus (gestorven 235), en de beroemde priester en tegenpaus Hippolytus (gestorven 235), naar Sardinië verbannen, bezweken in de mijnen. Het edikt werd niet overal en niet in zijn volle gestrengheid uitgevoerd.


Regel 81: Regel 81:
Deze lange vrede had bij vele christenen verslapping ten gevolge gehad. Toen kwam de storm der vervolging de Kerk zuiveren. Zeer velen bleven trouw, doch ook velen vielen af. Hevige strijd ontstond er over het weer opnemen van deze laatsten in de Kerk.
Deze lange vrede had bij vele christenen verslapping ten gevolge gehad. Toen kwam de storm der vervolging de Kerk zuiveren. Zeer velen bleven trouw, doch ook velen vielen af. Hevige strijd ontstond er over het weer opnemen van deze laatsten in de Kerk.


==== Zevende vervolging ====
=== Zevende vervolging ===
De zevende vervolging van de christenen begon in 249. Het was een zeer grote en wrede vervolging, en wel onder de regering van keizer Decius, die regeerde van 249-251. Decius vervolgde uit ''politiek'', van 249 - 250. Hij wilde de oude Romeinse wereldmacht herstellen op de grondslag van de oude Romeinse godsdienst. In zijn oog was het christendom de gevaarlijkste vijand van de Romeinse staat. Door algemene wetten wilde hij het christendom uitroeien. „Liever - zei hij - een mede-keizer in Rome, dan een paus.”<ref>Cyprianus, Ep. 52. Aangehaald door H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk'' (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 42. </ref>
De zevende vervolging van de christenen begon in 249. Het was een zeer grote en wrede vervolging, en wel onder de regering van keizer Decius, die regeerde van 249-251. Decius vervolgde uit ''politiek'', van 249 - 250. Hij wilde de oude Romeinse wereldmacht herstellen op de grondslag van de oude Romeinse godsdienst. In zijn oog was het christendom de gevaarlijkste vijand van de Romeinse staat. Door algemene wetten wilde hij het christendom uitroeien. „Liever - zei hij - een mede-keizer in Rome, dan een paus.”<ref>Cyprianus, Ep. 52. Aangehaald door H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk'' (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 42. </ref>


Regel 98: Regel 98:
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257, toen Valerianus I, Romeins keizer van 253 tot 260, een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging inzette. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling. [[Cyprianus]] van Carthago was een van de slachtoffers evenals de diaken Laurentius. De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus, Romeins keizer van 253 tot 268, beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref>
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257, toen Valerianus I, Romeins keizer van 253 tot 260, een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging inzette. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling. [[Cyprianus]] van Carthago was een van de slachtoffers evenals de diaken Laurentius. De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus, Romeins keizer van 253 tot 268, beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref>


==== Achtste vervolging ====
=== Achtste vervolging ===
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.


Regel 105: Regel 105:
Gallienus, (keizer 260 - 260 n.C.) was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).
Gallienus, (keizer 260 - 260 n.C.) was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).


==== Negende vervolging ====
=== Negende vervolging ===
De negende vervolging onder Aurelianus (keizer 270 - 275 n.C.) was minder hevig en duurde slechts kort.
De negende vervolging onder Aurelianus (keizer 270 - 275 n.C.) was minder hevig en duurde slechts kort.


Regel 116: Regel 116:
ca. 300 werd omgebracht de schrijver Theodorus van Cyrene, Lybië, die weigerde, tegen het bevel van Diocletianus in, de Heilige Boeken in te leveren. De gelovige vrouwen Cyrilla, Aroa en Lucia, die hem in de gevangenis in afwachting van zijn terechtstelling terzijde stonden, deelden omwille van Christus in hetzelfde lot.<ref>Zie http://www.heiligen.net/heiligen/07/04/07-04-0300-theodorus.php</ref>
ca. 300 werd omgebracht de schrijver Theodorus van Cyrene, Lybië, die weigerde, tegen het bevel van Diocletianus in, de Heilige Boeken in te leveren. De gelovige vrouwen Cyrilla, Aroa en Lucia, die hem in de gevangenis in afwachting van zijn terechtstelling terzijde stonden, deelden omwille van Christus in hetzelfde lot.<ref>Zie http://www.heiligen.net/heiligen/07/04/07-04-0300-theodorus.php</ref>


=== 4e eeuw ===
== 4e eeuw ==
'''302'''. Tegen dit jaar of in 311 stierven als martelaar de weldoener Julianus van Antinoë, Egypte (of van Antiochië, Syrië), met zijn vrouw Basilissa, en Antonius, een ouderling, Anastasius, een pasgedoopte, alsmede Marcionilla (ook geschreven ''Martionilla''<ref name=":1">Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. </ref>) en haar kind Celsus (ook geschreven ''Celso''<ref name=":1" />)<ref>Bron: https://www.heiligen.net/heiligen/01/09/01-09-0302-julianus.php. Geraadpleegd 18 aug. 2019.</ref>.
'''302'''. Tegen dit jaar of in 311 stierven als martelaar de weldoener Julianus van Antinoë, Egypte (of van Antiochië, Syrië), met zijn vrouw Basilissa, en Antonius, een ouderling, Anastasius, een pasgedoopte, alsmede Marcionilla (ook geschreven ''Martionilla''<ref name=":1">Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. </ref>) en haar kind Celsus (ook geschreven ''Celso''<ref name=":1" />)<ref>Bron: https://www.heiligen.net/heiligen/01/09/01-09-0302-julianus.php. Geraadpleegd 18 aug. 2019.</ref>.


Ca. 302 werd na afschuwelijke folteringen onthoofd de ouderling Auxentius, die in de Armeense stad Satala woonde. De Armeniër Eustratius, die als generaal diende in het Romeinse leger aldaar, zag de martelingen van de ouderling aan en verklaarde aan de landvoogd Lysias dat ook hij christen. De met hem bevriende soldaat Eugenius schreeuwde de landvoogd toe: "Ik ben ook christen, Lysias! Hoor je wel: ik ben ook christen!" Terwijl nu de christenen door de stad werden gevoerd om aan het volk getoond te worden, keek Mardarius (of genoemd Maodatius), een gewone burger, toe vanaf het dak van zijn huis. Onmiddellijk verliet hij zijn vrouw en twee jonge dochtertjes, rende achter de beulen aan en riep hun in het gezicht: "Ik ben ook christen! Net als Eustratius hier." Ook Orestes, een soldaat van rijzige gestalte, bevriend met Eustratius, bekende aan de landvoogd christen te zijn, en werd eveneens opgepakt. Tenslotte stierven allen de marteldood. Eugenius en Mardarius werden doodgemarteld. "Maodatius werd bij de tenen opgehangen en met gloeiende priemen doorboord, verder, met fakkels verbrand zijnde, van het tijdelijke leven beroofd"<ref name=":4" />. Orestes werd op een ijzeren gril geroosterd en Eustratius werd verbrand in een oven.<ref>Bron: http://www.heiligen.net/heiligen/12/13/12-13-0302-eustratius.php</ref>
Ca. 302 werd na afschuwelijke folteringen onthoofd de ouderling Auxentius, die in de Armeense stad Satala woonde. De Armeniër Eustratius, die als generaal diende in het Romeinse leger aldaar, zag de martelingen van de ouderling aan en verklaarde aan de landvoogd Lysias dat ook hij christen. De met hem bevriende soldaat Eugenius schreeuwde de landvoogd toe: "Ik ben ook christen, Lysias! Hoor je wel: ik ben ook christen!" Terwijl nu de christenen door de stad werden gevoerd om aan het volk getoond te worden, keek Mardarius (of genoemd Maodatius), een gewone burger, toe vanaf het dak van zijn huis. Onmiddellijk verliet hij zijn vrouw en twee jonge dochtertjes, rende achter de beulen aan en riep hun in het gezicht: "Ik ben ook christen! Net als Eustratius hier." Ook Orestes, een soldaat van rijzige gestalte, bevriend met Eustratius, bekende aan de landvoogd christen te zijn, en werd eveneens opgepakt. Tenslotte stierven allen de marteldood. Eugenius en Mardarius werden doodgemarteld. "Maodatius werd bij de tenen opgehangen en met gloeiende priemen doorboord, verder, met fakkels verbrand zijnde, van het tijdelijke leven beroofd"<ref name=":4" />. Orestes werd op een ijzeren gril geroosterd en Eustratius werd verbrand in een oven.<ref>Bron: http://www.heiligen.net/heiligen/12/13/12-13-0302-eustratius.php</ref>


==== Tiende vervolging (303-313) ====
=== Tiende vervolging (303-313) ===
De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen begon in het begin van de 4e eeuw onder de keizers [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305) en [[Maximianus]] (medekeizer 286 — 305), en werd voortgezet onder [[Maxentius]], Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 
De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen begon in het begin van de 4e eeuw onder de keizers [[Diocletianus]] (keizer 284 — 305) en [[Maximianus]] (medekeizer 286 — 305), en werd voortgezet onder [[Maxentius]], Licinus en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 


Regel 216: Regel 216:
'''1243.''' In het jaar onzes Heeren 1243 werden door de bisschop van Narbonne op een kasteel niet ver van Toulouse gelegen gevangen genomen 224 personen, die beschuldigd werden de ketterij van de [[Albigenzen]] aan te hangen; en aangezien zij in hun leer volhardden, werden zij allen verbrand.<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 60. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 9 mei 2021.</ref>
'''1243.''' In het jaar onzes Heeren 1243 werden door de bisschop van Narbonne op een kasteel niet ver van Toulouse gelegen gevangen genomen 224 personen, die beschuldigd werden de ketterij van de [[Albigenzen]] aan te hangen; en aangezien zij in hun leer volhardden, werden zij allen verbrand.<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 60. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 9 mei 2021.</ref>


=== 2016 ===
== 21e eeuw ==
[[Bestand:Open Doors Ranglijst Christenvervolging 2016.jpg|thumb|940x940px|''Kaart: Ranglijst christenvervolging 2016 (bron: Open Doors). In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.''|koppeling=https://christipedia.miraheze.org/wiki/Bestand:Open_Doors_Ranglijst_Christenvervolging_2016.jpg|alt=|geen]]
'''2016.''' [[Bestand:Open Doors Ranglijst Christenvervolging 2016.jpg|thumb|940x940px|''Kaart: Ranglijst christenvervolging 2016 (bron: Open Doors). In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.''|koppeling=https://christipedia.miraheze.org/wiki/Bestand:Open_Doors_Ranglijst_Christenvervolging_2016.jpg|alt=|geen]]'''2017.''' De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. In overwegend boeddhistische en hindoeïstische landen komt een religieus nationalisme op<ref>Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018.</ref>.

=== 2017 ===
De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. In overwegend boeddhistische en hindoeïstische landen komt een religieus nationalisme op<ref>Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018.</ref>.
==Bronnen==
==Bronnen==
Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm. Hieraan is tekst ontleend en onder wijziging verwerkt.
Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm. Hieraan is tekst ontleend en onder wijziging verwerkt.