Verwijt
Een verwijt is een scherpe afkeuring, berisping van iemands daden of gedrag in diens tegenwoordigheid. Verwijten is iemand berispend wijzen op zijn of haar tekortkoming[1]. Jezus werd verweten dat hij, toen hij gekruisigd was, zichzelf niet verloste.
Blaam. Een woord dat bijna gelijk is van betekenis is blaam. Beide begrippen houden een afkeuring van iemands daden of gedrag in, een afkeuring die te kennen is gegeven. Aan verwijt is verbonden een berisping over hetgeen gedaan is. Blaam drukt uit dat de afgekeurde daad een smet op de verrichter werpt. Een verwijt richt men tot iemand in zijn tegenwoordigheid, het richt zich aan de persoon zelf, wiens gedrag men afkeurt. Een blaam legt men op iemand in diens afwezigheid; de blaam richt zich aan anderen, in afwezigheid van de gelaakte. "Ik kan niet dulden dat u een blaam op hem legt." "Altijd zal die blaam op hem blijven kleven." "Hem treft geen blaam." Een rondborstig man - die niet achterhoudend is, maar vrijmoedig en, waar plicht het gebiedt, zijn mening uitspreekt, zonder te trachten ze in enig opzicht te verbloemen - zal veeleer besluiten, iemand een verwijt te doen, dan hem een blaam op te leggen. Blaam heeft soms de ongunstige betekenis van lasterlijke aantijging. "Iemand een blaam aanwrijven."
God geeft, zonder verwijt, desgevraagd wijsheid.
Jak 1:5 Als nu aan iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij die aan God vragen, die aan allen mild en zonder verwijt geeft en zij zal hem gegeven worden. (Telos)
Jezus werd verweten dat hij, die anderen had verlost en gezegd had Gods Zoon te zijn, niet zichzelf verloste toen hij aan het kruis was genageld. Hij werd dus berispt, zijn gedrag werd afgekeurd.
Mt 27:38 Toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, een aan zijn rechterhand en een aan zijn linkerhand. Mt 27:39 De voorbijgangers nu lasterden Hem, terwijl zij hun hoofden schudden Mt 27:40 en zeiden: U die het tempelhuis afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf, als U Gods Zoon bent, en kom van het kruis af! Mt 27:41 Evenzo zeiden ook de overpriesters met de schriftgeleerden en oudsten spottend: Mt 27:42 Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Hij is koning van Israel-laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen in Hem geloven. Mt 27:43 Hij vertrouwt op God-laat Hij Hem nu redden als Hij behagen in Hem heeft! Want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mt 27:44 Hetzelfde nu verweten Hem ook de rovers die met Hem waren gekruisigd. (Telos)
Wij weten echter dat Hij Zichzelf wel degelijk had kunnen verlossen, maar dat Hij om onzentwil daarvan afzag. Aan het kruis droeg Hij onze ongerechtigheid in zijn lichaam en betaalde Hij onze zondeschuld.
In de Telos-vertaling komt 'verwijt' voor in Col. 3:13.
Col 3:13 elkaar verdragend en elkaar vergevend, als de een tegen de ander een verwijt heeft; zoals ook Christus u vergeven heeft, zo ook u. (Telos)
Het Griekse naamwoord is μομφη, momphe, van het werkwoord μεμφομαι, memphomai = afkeuren, verwijten, uitschelden. Het naamwoord betekent: verwijt, klacht, ontevredenheid. Het komt in het Nieuwe Testament alleen voor in Col. 3:13. Hier betekent het dat iemand zich over iemand te beklagen, hem iets te verwijten heeft, ontevreden over hem is.
Een verwijt maken of doen is iets anders dan een verwijt hebben. Een verwijt tegen iemand hebben is hem iets te verwijten hebben, hetgeen betekent dat de afkeuring nog niet te kennen is gegeven. Het zou echter ook kunnen betekenen dat de afkeuring weliswaar is uitgesproken - de ander is berispt, het verwijt is gemaakt - maar dat het verwijt als een grief in het hart blijft. Andere vertalingen dan de Telos-vertaling hebben hier: 'iets te verwijten' (NBV2004), 'grief' (Lei, NBG51, Willibrord, NaB) of 'klacht' (Luther, SV, HSV). 'klagen' (Canis).
Bron
Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908) s.v. Blaam — Verwijt. De tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 maart 2020.
Petrus Weiland, Kunstwoordenboek, of: Verklaring van allerhande vreemde woorden, benamingen, gezegden en spreekwijzen, die, uit verscheidene talen ontleend, in de zamenleving en in geschriften, betreffende alle vakken van kunsten, wetenschappen en geleerdheid voorkomen (1821) s.v. Blaam, verwijt. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 maart 2020.
D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia). Tekst hiervan is verwerkt op 4 maart 2020.