Watchman Nee

Uit Christipedia

Watchman Nee, Chinese naam Ni Tuoshēng (Swatow, 4 november 1903 - Kwang-Teh, 31 mei 1972) was een Chinees prediker[1] die vanwege zijn geloof 20 jaar gevangen gehouden werd, en ook in gevangenschap stierf. Volgens de traditie noemden zijn ouders hem Shu-tsu (spreek uit: Sjoe-tsoe), hetgeen betekent: hij die de traditie van voorouderverering voortzet.

De theologische invloed van Watchman Nee (Engels voor Nee To-Sheng - in het Nederlands Wachter), die veel verder reikt dan zijn eigen kring, is zeer groot, niet alleen binnen zijn vaderland China maar ook daarbuiten. In 1925 veranderde hij zijn naam Shu-tsu in To-sheng (Watchman), omdat hij zichzelf zag als iemand die midden in de nacht (de geestelijke duisternis in deze tijd) de mensen wakker riep om ze duidelijk te maken dat de wederkomst van Christus nabij is. Watchman Nee is in theologisch opzicht zowel bij de Vergadering van Gelovigen (waar hij regelmatig sprak) alsook bij de Evangelische Gemeenten in te delen. Hoewel hij in tongentaal geloofde, legde hij er minder nadruk op[2]. Hij wordt soms wel de Chinese Calvijn genoemd, maar wat de leer der uitverkiezing betreft was hij het beslist niet met Calvijn eens. Watchman Nee verwierp zowel het supralapsarisme als het infralapsarisme, omdat beiden uitgaan van een bewust verwerpen door God van sommigen uit het menselijke geslacht. De Schrift leert volgens hem nergens dat sommigen onveranderlijk zijn voorbestemd tot eeuwige verdoemenis. Watchman Nee was een "eens gered altijd gered Arminiaan", maar dit betekent niet dat hij het in alles met Arminius eens was. Zie ook soteriologie en loon en genade onder Belangrijke Punten van zijn Theologie verderop in dit artikel.

Eerste gedeelte levensloop

Toen Watchman ongeveer zes jaar was, keerde het gezin Nee terug naar zijn oorspronkelijke woonplaats Fuzhou (in de provincie Fujian). Zijn grootvader Nga Oe-tsjeng (de familienaam van de Nee's is Nga in het dialect van Fuzhou) uit Fuzhou, geboren in 1840, was congregationeel predikant van de Amerikaanse zendingscommissie in Fuzhou. Hij stierf in 1890. Zijn vader was Ni Weng-Sioe (W.S. Ni) of Ngaoe-Sioe uit Fuzhou, geboren in 1877, en de vierde van negen jongens. Hij was officier bij de keizerlijke douane. Hij stierf in Hongkong in 1941. Zijn moeder was Lin Gwo Ping (Peace Lin) uit Fuzhou, geboren in 1880. Zij stierf in Swatow in 1950. Op zeventienjarige leeftijd 1920, toen hij nog student was, werd er in zijn geboortedorp een evangelisatiecampagne gehouden waarbij een evangeliste genaamd Dora Yu een oproep deed om Jezus Christus als Heer en Verlosser te accepteren die Watchman Nee positief beantwoordde. Vanaf die dag gaf hij zichzelf volkomen aan zijn Heer in de verkondiging van het Evangelie in China. Zijn ontwikkeling is sterk beïnvloed door Jessie Penn-LewisRobert GovettGeorge Pember, John Nelson Darby en anderen. Hij was ook bekend bij de Keswickbeweging. Mede gezien zijn positieve waardering van de Broeders (Vergadering van Gelovigen) wordt Watchman Nee gezien als behorend tot de Vergadering van Gelovigen. Maar hij leverde ook kritiek op de Vergadering. Eens stond hij op en zei tegen de verzamelde Vergadering: "U hebt wel veel licht en waarheid, maar al die kennis baat u niets als u geen boze geesten kunt uitdrijven." In christelijke kringen raakte hij bekend als prediker en vanwege de wijze waarop hij de Bijbel wist uit te leggen. Vandaag de dag zijn veel boeken van hem in de Engelse taal gepubliceerd, waarvan de belangrijkste inmiddels in het Nederlands vertaald zijn. Zelf schreef hij alleen De Geestelijke Mens, dat in de periode 1927-1928 van zijn hand verscheen. Hij schreef ook regelmatig artikelen voor zijn eigen magazine, The Christian. Veel in het Chinees geschreven aantekeningen die tijdens zijn spreekbeurten zijn gemaakt zijn in het Engels vertaald en uitgegeven door Stephen Kaung, directeur en oprichter van Christian Fellowship Publishers.

De Kleine Kudde

In 1928 vestigde Watchman zich in Sjanghai. Daar raakte hij onder andere bevriend met Charles Henry Judd die voor de China Inland Mission werkte. Op dat moment had hij minachting ontwikkeld ten opzichte van de verschillende kerkelijke denominaties. In het blad Opwekking schreef hij dat volgens hem de kerk Gods voornemen in de weg stond. Volgens Nee werden vele werken "voor de Heer", "in de naam van God", "voor het Koninkrijk" en "voor de Gemeente van Christus", in de kracht van het vlees gedaan. Christenen zochten niet de wil van God maar volgden hun eigen wil en ideeën in het werk voor de Heer. Hij zocht een antwoord op het geïmporteerde probleem van de denominaties die slechts voor verdeeldheid zorgden. Door de ontkiemende kerk in China lastig te vallen met hun eigen sektarische verschillen, zorgden missionarissen alleen maar voor verdeeldheid onder Chinese christenen. Zijn zoektocht naar een antwoord op dit probleem bracht hem ertoe terug te keren naar het - in zijn ogen - eenvoudige Nieuwtestamentische christendom, zoals dat gevonden werd in de geschriften van John Nelson Darby en C.A. Coates. Hij begreep dat de Chinese kerken zelfbesturend, zelfvoorziend en zelfpropagerend moesten zijn. Dit concept was in de negentiende eeuw door de missionarissen Henry Venn en Rufus Anderson geïntroduceerd, en werd later door de Communistische Partij overgenomen. In die tijd stichtte Nee de eerste onafhankelijke christelijke kerk aan de Hardoenstraat te Sjanghai. Hij was de hoofdspreker op de eerste conferentie van deze nieuwe beweging, die later De Kleine Kudde genoemd zou worden. In 1939 publiceerde hij een liedboek getiteld De Bundel van de Kleine Kudde, en zo kwam de beweging aan haar nieuwe naam. Maar Nee noemde de beweging plaatselijke vergadering van gelovigen in de Naam des Heren, of christelijke samenkomst. In de nieuwe beweging was elke gelovige een "onbetaalde". Wanneer gelovigen naar andere dorpen verhuisden werden hun huizen als vanzelf christelijke centra. Elke gemeente was een autonome eenheid die door oudsten geleid werd. Maar Nee stelde ook fulltime werkers aan die hij apostelen noemde, en die de opdracht hadden rond te reizen om overal te evangeliseren en gemeenten te stichten. De "werken" van de "apostelen" werden echter centraal georganiseerd. Zij werden door Nee en zijn medewerkers getraind, geadviseerd en financieel ondersteund. Nee's concept van de Kleine Kudde was sterk beïnvloed door de geschriften van de Plymouth Broeders. Na de vorming van de Kleine Kudde gingen enkele broeders uit de gesloten Vergadering te Londen, en andere vertegenwoordigers van de Broederbeweging uit de Verenigde Staten en Australië naar Sjanghai om Nee te ontmoeten. Zij waren onder de indruk van Nee, met name van zijn inzicht in de Schrift. De broeders uit Londen overlegden bij zichzelf of zij Nee's gemeenten in China deel zouden moeten laten uitmaken van hun missiewerk in China. Maar zelfs voor Nee waren de Londense Broeders te exclusief in hun beleving en praktijk met betrekking tot de christelijke gemeenschap. Dit had tot gevolg dat dat de Londense Broeders in 1935 een einde maakten aan de gemeenschap met de Broeders te Sjanghai. In de periode 1940-1960 onderging de christelijke kerk in China veel beproevingen en vervolgingen. Veel Chinese christenen werden genoodzaakt de officiële kerken te ontvluchten en zich aan te sluiten bij de kleine niet-officiéle huisgemeenten. Veel van deze kleine gemeenten waren gesticht door Watchman Nee vanuit zijn overtuiging "één kerk voor één stad of dorp." Hij geloofde dat de verschillende leerstellingen waardoor verschillende denominaties ontstonden tegen de wil van God was, en hij vond dan ook dat alle gelovigen in een dorp of stad die wedergeboren waren, samen de ene gemeente van die stad vormden. Hij was hier echter niet zo extreem in als Witness Lee later werd. Zo zei hij eens tegen een vrouw die een Baptistengemeente wilde verlaten, nadat ze hem de leer van de plaatselijke gemeente had horen verkondigen: "Hoe is het leven in uw gemeente? Vertrek niet alleen vanwege mijn visie op de plaatselijke gemeente". Denominaties noemde hij sekten (scheuringen). In Het Normale Christelijke Gemeenteleven (niet meer verkrijgbaar) omschrijft Watchman Nee hoe de structuur van dergelijke gemeenten moet zijn, en hoe zij moeten functioneren. In het boek Assembling Together (Onze Samenkomsten - deel drie uit de zesdelige basislessenserie) worden veel praktische aspecten van de "aanbidding" tijdens het samenzijn uitgewerkt. In de periode 1923-1949 waren meer dan 700 "vergaderingen" ontstaan met een ledental van meer dan 70.000. Tijdens de communistische overheersing werden deze "vergaderingen" de kern achter de huisgemeenten. Dat werkte goed omdat Watchman Nee zo sterk de nadruk had gelegd op de lokale bestuurbaarheid van de plaatselijke gemeente. De Drie Zelf Patriottische Beweging van de staat wilde het drie-zelf principe (zelfbesturend, zelfvoorzienend, zelfverspreidend) opdringen aan de kerk en haar zodoende inlijven en onder de controle van de staat brengen onder het motto: godsdienstvrijheid oké, maar God staat niet boven de staat. Een idee dat christenen verwerpen. De Communistische Partij zag het zelf-doen als het tegenovergestelde van imperialisme. Enkele vrijzinnige protestantse leiders vormden samen met premier Chou en Lai een voorbereidend comité, dat later bekend zou worden als de "Anti Amerika, Help Korea, Drie Zelf Hervormende Beweging van de Kerk van Christus in China". De beweging was verantwoording schuldig aan het Bureau van Godsdienstige Zaken dat onder de atheïstische Commissie van Cultuur en Opvoeding te Peking viel. Haar slagzin was: "Heb je land lief; heb je kerk lief". Waarbij de aanstootgevende naam van God zorgvuldig vermeden werd. Er werd grote druk op de kerken uitgeoefend om zich bij de Drie Zelf Beweging aan te sluiten, maar de Kleine Kudde gemeenten lieten zich niet verleiden. Een van de redenen dat zij ondergronds konden overleven, was het feit dat zij al zelfbesturend, zelfvoorzienend, en zelfverspreidend waren. In sommige kuststeden realiseerden de gelovigen zich dat de omvang van de gemeenten aanleiding tot kritiek kon geven, en dus begonnen zij zich te verspreiden. In de provincie Tsjekiang hadden enkele groepen vrijwilligers afstand gedaan van hun bezittingen en waren weggetrokken naar de onbevolkte steden van Kiangsi. Hier hadden ze landbouwnederzettingen gesticht om het land opnieuw te ontginnen. Ze bouwden zelf hun lemen huisjes en begonnen vanaf de eerste dag als commune te functioneren. Ze leefden in een patroon van strakke routine waarin genoeg ruimte was voor persoonlijke bezinning. Overal was men enthousiast over dit project, vooral toen er enkele communisten tot bekering kwamen. Maar toen begon de beruchte periode van de landhervomingen. Dorpen werden op hun kop gezet door massabijeenkomsten, volkstribunalen en de herverdeling van het land onder de arme boeren en arbeiders. Rijke boeren en landeigenaren werden niet zelden geëxecuteerd. De pas verhuisde christenen ontkwamen ook niet aan de heropvoedings- en beschuldigingssamenkomsten. Ze ontdekten ook dat hun motieven opzettelijk in een kwaad daglicht gesteld werden. Zendelingen in Hunan beschrijven hoe ze in die tijd, toen hun eigen gemeente uit elkaar geslagen was en ze zelf op het punt stonden te vertrekken, veel vriendschap ondervonden van een dappere broeder van de Kleine Kudde, die korte tijd daarvoor in dit gebied was komen wonen. Een zendeling uit Tsjekiang schrijft: "De invloed van de Kleine Kudde is duidelijk voelbaar in het land. Er wordt weer een sterke nadruk op evangelisatie gelegd. Misschien is deze beweging Gods uitverkoren werktuig in deze moeilijke tijd. Ze kent een hechte onderlinge gemeenschap, maar is niet opdringerig en weet haar organisatie aan te passen aan de omstandigheden." Het moet erg frustrerend zijn geweest voor de Communistische Partij om geconfronteerd te worden met een gemeenschap die niet onder haar gezag stond, maar die precies beantwoordde aan de idealen van de Partij. De Partij was immers alléén zaligmakend. Elke andere beweging die haar op welk gebied dan ook naar de kroon steeg, werd niet getolereerd. Wat dat tot gevolg had is ook vandaag de dag nog duidelijk zichtbaar: onderdrukking van elke religie die zich niet onderwerpt aan de staat.

Belangrijke punten van zijn theologie

1 - Christocentrisch: een van de punten van Nee's theologie is dat de nadruk op Christus wordt gelegd. Nee's benadrukking van Christus geeft bepaalde Chinese christenen die in moeilijke omstandigheden leven nieuwe hoop en kracht om vol te houden. Zo ontvangen zij steeds weer nieuwe kracht om hun christelijke verantwoordelijkheid te nemen in een vijandige omgeving.

2 - Sola Scriptura: in een tijd waarin de Bijbel met de nodige scepsis werd bekeken, doet Nee een poging om het principe van Sola Sriptura te verdedigen.

3 - De opbouw van gelovigen: Nee legde sterk de nadruk op het opbouwen van de gelovigen, op toerusting, voeding en verdieping van het geestelijk leven. Hij legde evenveel nadruk op de training van gelovigen als op evangelisatie.

4 - Het priesterschap van alle gelovigen: hij benadrukte dat hoewel de oudsten de gemeente leiden en onderwijzen, de bediening van de gemeente gebaseerd is op de geestelijke samenwerking van alle gelovigen, in de Heilige Geest.

5 - Soteriologie: Watchman Nee was een "eens gered altijd gered Arminiaan." Volgens hem was de mens geen automaat die doet wat God heeft voorbestemd. Volgens hem heeft de mens volledige soevereiniteit. Hij ontkende de calvinistische leer dat God voor het begin van de menselijke tijd uitgekozen heeft wie er in Christus zouden geloven en wie er dus ook gered zouden worden van het eeuwige verderf. Nee interpreteert m.b.t. de uitverkiezing Ef. 1:4 als volgt: God verkoos Christus, en een ieder die in Hem gelooft is in Christus overgeplaatst, en is als gevolg daarvan uitverkoren. Hij ziet uitverkiezing dus niet als iets individueels, zo van "jij wel en jij niet", maar als iets dat zich uitsluitend beperkt tot Christus. God kiest Christus, en dus ook allen die door het geloof in Hem zijn. God voorziet de keuze die de mens maakt, en in dat licht moet de uitverkiezing gezien worden zoals Nee haar leert. Zijn interpretatie van Romeinen8:29 is: voorbestemming door voorkennis. God weet van tevoren wat wij gaan kiezen. Hij heeft ons niet als het ware "genetisch" zo gemaakt dat wij wel voor Hem moesten kiezen, zo van "ik kan niet anders", zodat Hij ons eerst red en wij vervolgens gaan geloven, nee, Hij heeft ons van tevoren bestemd tot het eeuwige leven door Zijn voorkennis van onze vrije keuze. Het is dus gebaseerd op voorkennis. Verder richt de uitverkiezing zich niet op eeuwig leven, maar op het gelijkvormig worden aan Christus. Daartoe zijn wij uitverkoren. Wie door het geloof in Christus wordt overgezet, is uitverkoren omdat hij in de uitverkoren Zoon is. De Zoon is het uitverkoren Hoofd van die ene Nieuwe Mens - Christus en de Gemeente. Wie in Hem is door het geloof is automatisch uitverkoren. Arminius leerde dat een gelovige toch nog verloren kan gaan. Hierin volgt Watchman Nee Arminius niet.

6 - Loon en genade: Eeuwig leven wordt verkregen door geloof uit genade en dit eeuwige leven kan niet meer kwijtgeraakt worden (eens gered altijd gered), maar tijdens het Duizendjarig Rijk is er óf loon naar werken, óf tuchtiging in geval van nalatigheid en een onchristelijke levenswandel. Hierin volgde hij Robert Govett en D.M. Panton. Een ander punt waarin Nee anders dacht dan Arminius was de leer der erfzonde. Arminius leerde dat de zonde van Adam de rest van de mensheid juridisch niet aangerekend wordt. De Arminianen leren dat er geen grond is te geloven dat de zonde van Adam overging op de rest van de mensheid, in de zin dat God het ganse nageslacht van Adam schuldig en strafbaar achtte aan dezelfde zonde die Adam beging. Hij ging zelfs zo ver dat hij op grond van Romeinen5:16 leerde dat de vrije genade van Christus de schuld van de mensheid wegnam, zodat niemand voor eeuwig veroordeeld wordt op grond van de verdorvenheid van zijn eigen natuur, maar alleen door zijn eigen persoonlijke zonden (zie H. Orton Wily, ''Christian Theology'', deel 2, pag. 135). Watchman Nee leert echter het tegenovergestelde, en gebruikt in ''Het Normale Christelijke Leven'' voor zijn uitleg van Romeinen5:12-21 het voorbeeld van Levi, die Melchizedek zegende toen hij nog in de lendenen van Abraham was. Abraham zegende Melchizedek, en Levi - die nog niet geboren was - zegende Melchizedek omdat hij in Abrahams lendenen was. Zo zondigden ook wij in de hof van Eden omdat wij in Adam waren. De leerstellingen van Arminius worden in verschillende denominaties gevonden, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze groepen dan in alles Arminianen zijn. Dit geldt ook voor Watchman Nee.

7 - Schepping: Watchman Nee hing de zogenaamde restitutie-theorie aan (restitutieleer). Deze theorie leert dat de aarde in Genesis 1:1 volmaakt geschapen was, en niet woest en ledig (God is immers een God van orde en niet van wanorde), en dat deze in de tijd tussen Genesis1:1 en 1:2 woest en ledig werd door een oordeel van God over de zonde van Satan, die tot dan toe heerste op aarde over een pre-adamitisch mensenras. De woeste en ledige aarde werd vervolgens na onbepaalde tijd in 6 dagen van 24 uur hersteld. Hij voert onder andere aan dat het Hebreeuwse woord voor "was" volgens Dr. I.M. Haldeman, Dr. Chalmers, G.H. Pember en anderen ook vertaald kan worden met "werd". Het woord voor "ledig" kan volgens taalkundigen ook worden vertaald met "ontvolkt". Daarnaast kan "en" de aarde was woest en ledig" ook vertaald worden met 'maar' de aarde was woest en ledig, want ''en'' bewijst - naar Hebreeuws gebruik - dat het eerste vers geen samenvatting is van wat volgt (Watchman Nee, The Mystery of Creation, pag. 9-19; G.H. Pember, Earth's Earliest Ages, pag. 31). Watchman Nee was van mening dat Genesis 1 en 2 bol staan van de typologie, en dat daarom ook aan een letterlijke uitleg vastgehouden moet worden. Zo behandelt hij in zijn boek The Mystery of Creation het scheppingsverhaal in relatie tot (1) de christelijke ervaring, (2) de werken van Christus in de verlossing en (3) de zeven bedelingen. Hij maakt in zijn boek over de schepping vooral gebruik van het boek Earth's Earliest Ages, geschreven door G.H. Pember.

Uiteenzetting van zijn belangrijkste werken

De twee voornaamste werken van Watchman Nee zijn:

De Geestelijke Mens

Lange tijd is Watchman Nee van mening geweest dat zijn boek De Geestelijke Mens niet vertaald zou mogen worden vanuit het Chinees naar het Engels. Enerzijds zag hij dat mensen op een verkeerde wijze met dit boek omgingen en anderzijds vond hij het een gevaarlijk boek, als het door "vleselijke" christenen als leer (dogma) gebruikt zou gaan worden. Een vleselijk christen is een christen die zich niet door zijn nieuwe wedergeboren natuur laat regeren, maar door zijn vlees, dat is de oude natuur, die de "dingen van de Geest" niet kan verstaan. Zo zijn er ook "zielse" en "geestelijke" christenen, afhankelijk van het deel van zijn natuur waardoor de christen zich laat regeren. Het duurde dan ook tot 1968 voordat een Engelse vertaling verscheen. Het boek is inmiddels ook in het Nederlands vertaald. Helaas is dit een wat minder sterke vertaling die soms wat technisch overkomt, waarbij de tekst vaak te letterlijk vertaald is, wat de leesbaarheid niet ten goede komt. Aan het eind van de zeventiger jaren werd de inhoud van dit boek verwerkt in de colleges van Bijbelscholen en verschenen er samenvattingen in Nederlandstalige Bijbelstudie-bladen. In De Geestelijke Mens maakt Watchman Nee een uitgebreide studie naar de mens in de Bijbel op basis van geest, ziel en lichaam. Op praktische wijze probeert hij woorden te geven aan geestelijk functioneren en het leren verstaan van Gods stem als leidraad in het leven van een christen. Watchman Nee zelf geeft aan sterk beïnvloed te zijn door de boeken van Andrew Murray en Jessie Penn-Lewis (Heiligings- en Keswickbeweging). Van de laatste citeert hij regelmatig uit haar boek Oorlog tegen de Heiligen. Zijn boodschap is identiek aan die van Jessie Penn-Lewis, maar volgens sommigen weet hij deze in een breder verband neer te zetten en daardoor toegankelijker te maken. In De Geestelijke Mens biedt Watchman Nee een denkmodel waardoor christenen bovennatuurlijke verschijnselen beter leren verstaan en toetsen. Hij beoordeelt zowel de bovennatuurlijke verschijnselen binnen het christendom als binnen andere godsdiensten. In ''De latente kracht van de ziel'', dat in eerste instantie een aanhangsel was van De Geestelijke Mens, gaat Watchman Nee veel specifieker in op bovennatuurlijke verschijnselen, maar dan in het licht van het verschil tussen "geestelijke" en "zielse" krachten en verschijnselen. Na het lezen van De Geestelijke Mens krijgen de andere boeken van Watchman Nee een geheel nieuwe diepgang. Veel kleine aspecten blijken nader verklaard te zijn in De Geestelijke Mens, maar binnen zijn latere boeken niet volledig uit de verf te komen. Dit komt doordat het merendeel van zijn boeken is samengesteld door anderen op basis van geluidsopnamen van zijn toespraken en persoonlijke aantekeningen van mensen.

Het Normale Christelijke Leven

Het bekendste boek van Watchman Nee is Het Normale Christelijke Leven, dat in 1957 voor het eerst in het Engels gepubliceerd werd door Angus I. Kinnear. Het boek is gebaseerd op toespraken die Watchman Nee hield ten tijde van en kort na zijn reis door Europa in1938-1939 , en geschreven vanuit de eerste hoofdstukken uit het bijbelboek brief van Paulus aan de Romeinen. Volgens Angus Kinnear laat dit boek zien hoe hij het christelijke leven zag na een periode van twintig jaar de Heer te hebben kunnen dienen, zonder dat hem daarbij beperkingen waren opgelegd. De Geestelijke Mens staat aan het begin van deze periode en Het Normale Christelijke Leven staat aan het einde ervan. Beide boeken samen laten duidelijk zien vanuit welke geloofsovertuiging en omgang met de Heer Watchman Nee de volgende periode in zijn leven is ingegaan.

Verdere levensloop

Watchman Nee werd in 1952 gearresteerd en valselijk beschuldigd van vele misdaden waardoor hij in de gevangenis terechtkwam. De eerste vijftien jaar verbleef hij in de gevangenis van Sjanghai. Daar moest hij Engelse wetenschappelijke werken in het Chinees vertalen. In april 1967 had hij de vijftien jaar er op zitten maar werd niet vrijgelaten. De regering had geprobeerd hem te dwingen zijn geloof af te zweren. Dat deed hij niet en dus moest hij nog vijf jaar zitten. Hij werd in het geheim overgeplaatst naar het werkkamp Tsing-Hong in Sjanghai. Zijn vrouw kon hem daar één keer bezoeken. Toen hoorde men een aantal maanden niets meer van hem.

In januari 1970 werd hij overgeplaatst naar een strenger kamp genaamd de Witte Mao Berg, in het ver van Sjanghai verwijderde Kwang-Teh, in de provincie Anhwei. Zijn vrouw Charity stierf in september 1971. Het was dertig mei, 9.00 uur 's morgens, en Watchman was nog niet uit zijn slaapkamer gekomen. Gevangenisofficieren gingen zijn kamer binnen en vonden hem op bed, hij ademde nauwelijks. In de kliniek van het kamp kon men hem niet meer helpen en hij stierf om 2.00 uur in de ochtend van de eenendertigste mei 1972 op achtenzestigjarige leeftijd.

Overzicht van zijn werken

De hieronder vermelde boeken zijn samengesteld uit door hemzelf gehouden lezingen (uitgezonderd De Geestelijke Mens). In het Engels zijn er ongeveer vijfenvijftig boeken van hem verkrijgbaar, uitgegeven door Christian Fellowship Publishers, Richmond (Virginia), Verenigde Staten. In Nederland worden zijn boeken uitgegeven door verschillende uitgeverijen. De belangrijkste zijn: Importantia (Dordrecht), Novapres (Apeldoorn), Stichting Literatuur Evangelisatie (Krommenie) en Maatkamp (Zelhem). Vroeger gaf Gideon (Hoornaar) eveneens veel van zijn boeken uit maar vandaag de dag doen ze dat niet meer.

Enkele titels:

  • Het Normale Christelijke Leven (1957), ISBN 9789070048341
  • Kom, Here Jezus (2008), ISBN 9789086030262 Het Getuigenis van God (2009), ISBN 9789086030286
  • De Geestelijke Mens (2004), ISBN 9789057190490
  • Een Levend Offer (2001), ISBN 9789063187323 - deel 1 Basislessen
  • De goede belijdenis (2001), ISBN 9789063187330 - deel 2 Basislessen
  • Onze samenkomsten (2001), ISBN 9789063187347 - deel 3 Basislessen
  • Niet ik, maar Christus (2002), ISBN 9789063187354 - deel 4 Basislessen
  • Doe alles tot eer van God (2002), ISBN 9789063187361 - deel 5 Basislessen
  • Heb elkander lief (2002), ISBN 9789063187378 - deel 6 Basislessen
  • 12 Manden vol deel 1 (ISBN 9789070048648), deel 2 (ISBN 9789070048662) en deel 3 (ISBN 9789070048679
  • Zitten, wandelen, standhouden (-), ISBN 9789066590533
  • Laat ons Bidden (1990), ISBN 9789066590724
  • Wie zal Ik zenden? (1990), ISBN 9789066590755
  • De Latente kracht van de ziel (-), ISBN 9789070005832
  • Gods Werk (2005), ISBN 9789066591127
  • Geestelijk Inzicht (2005), ISBN 9789066590984
  • Geestelijk Gezag (2005), ISBN 9789066590960
  • De Geest van het Oordeel (2006), ISBN 9789066590595
  • Het Hooglied (2000), ISBN 9789063181444
  • Tafel in de Wildernis (2005), ISBN 9789063182250
  • De Vrijmaking van de Geest (1997), ISBN 9789063187248
  • Gods Plan en de Overwinnaars (2006), ISBN 9789066590991
  • Vraaggesprekken rond het Evangelie (2006), ISBN 9789066591134
  • Wie zal Ik zenden?, ISBN 9789066590755
  • The Spiritual Man (1969), ISBN 9780935008395
  • Boeken over het leven van Watchman Nee:
  • Een ontmoeting met Watchman Nee (2004), ISBN 9789070048693
  • Against the Tide (1998), ISBN 978-0875087054

Boeken over het leven van Watchman Nee:

  • Een ontmoeting met Watchman Nee (2004), ISBN 9789070048693
  • Against the Tide (1998), ISBN 978-0875087054

Externe links

Voetnoten

  1. Geen predikant: die worden officieel bevestigd, en hij was daartegen.
  2. Iin zijn boek Gods Werk - Nederlandstalig - noemde hij tongentaal een gave voor geestelijke baby's - hoofdstuk 4, pagina 26 en 27.