Wilhelmus: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''Wilhelmus''' is de naam van het Nederlandse volkslied. Het lied (in de combinatie van tekst èn muziek), rond 1570 ontstaan, is het oudste volkslied ter were...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
|Titel van het lied
|Titel van het lied
|-
|-
|'''Eerste couplet'''Wilhelmus van Nassouwe
|<poem>'''Eerste couplet'''
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
den vaderland getrouwe
Regel 11: Regel 12:
ben ik, vrij, onverveerd,
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
heb ik altijd geëerd.</poem>
|
|


Regel 25: Regel 26:
Hispanje = Spanje
Hispanje = Spanje
|-
|-
|'''Tweede couplet'''In Godes vrees te leven
|<poem>'''Tweede couplet'''
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
daarom ben ik verdreven,
Regel 32: Regel 34:
als een goed instrument,
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
in mijnen regiment.</poem>
|In Godes vrees = in de vreze Gods, met (gezonde) vrees, eerbied, ontzag voor God
|In Godes vrees = in de vreze Gods, met (gezonde) vrees, eerbied, ontzag voor God


regiment = bestuursfunctie
regiment = bestuursfunctie
|-
|-
|'''Derde couplet'''Lijdt u, mijn onderzaten
|<poem>'''Derde couplet'''
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
God zal u niet verlaten,
Regel 44: Regel 47:
bidt God nacht ende dag,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
dat ik u helpen mag.</poem>
|lijdt = weest geduldig
|lijdt = weest geduldig


onderzaten = onderdanen
onderzaten = onderdanen
|-
|-
|'''Vierde couplet'''Lijf en goed al te samen
|<poem>'''Vierde couplet'''
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
mijn broeders hoog van namen
Regel 56: Regel 60:
in Friesland in den slag,
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
verwacht den jongsten dag.</poem>
|verschoond = gespaard
|verschoond = gespaard


Regel 63: Regel 67:
jongste dag = dag van de opstanding en het oordeel door God
jongste dag = dag van de opstanding en het oordeel door God
|-
|-
|'''Vijfde couplet'''Edel en hooggeboren,
|<poem>'''Vijfde couplet'''
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
een vorst des rijks verkoren,
Regel 70: Regel 75:
heb ik, vrij onversaagd,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
mijn edel bloed gewaagd.</poem>
|     
|     


Regel 79: Regel 84:
vrij onversaagd = zeer moedig
vrij onversaagd = zeer moedig
|-
|-
|'''Zesde couplet'''Mijn schild ende betrouwen
|<poem>'''Zesde couplet'''
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
op U zo wil ik bouwen,
Regel 86: Regel 92:
uw dienaar t'aller stond,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
die mij mijn hart doorwondt.</poem>
|betrouwen = vertrouwen  
|betrouwen = vertrouwen  
|-
|-
|'''Zevende couplet'''Van al die mij bezwaren
|<poem>'''Zevende couplet'''
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
mijn God, wil doch bewaren
Regel 96: Regel 103:
in hunnen bozen moed,
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
in mijn onschuldig bloed.</poem>
|       
|       


dijn = jouw. In de 16e en 17e eeuw sprak men God aan met je en jij, zoals de Duitsers nog doen met 'Du' en de Engelsen met 'You'.
dijn = jouw. In de 16e en 17e eeuw sprak men God aan met je en jij, zoals de Duitsers nog doen met 'Du' en de Engelsen met 'You'.
|-
|-
|'''Achtste couplet'''Als David moeste vluchten
|<poem>'''Achtste couplet'''
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
zo heb ik moeten zuchten
Regel 108: Regel 116:
verlost uit alder nood,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
in Israël zeer groot.</poem>
|       
|       
|-
|-
|'''Negende couplet'''Na 't zuur zal ik ontvangen
|<poem>'''Negende couplet'''
Na 't zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
daarna zo doet verlangen
Regel 118: Regel 127:
met eren in dat veld,
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
als een getrouwen held.</poem>
|       
|       
|-
|-
|'''Tiende couplet'''Niet doet mij meer erbarmen
|<poem>'''Tiende couplet'''
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
dan dat men ziet verarmen
Regel 128: Regel 138:
o edel Neerland zoet,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
mijn edel hart dat bloedt.</poem>
|Niet = Niets
|Niet = Niets


Wederspoed = tegenspoed
Wederspoed = tegenspoed
|-
|-
|'''Elfde couplet'''Als een prins opgezeten
|<poem>'''Elfde couplet'''
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
van den tiran vermeten
Regel 140: Regel 151:
bevreesde mijn geweld;
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
zeer moedig door dat veld.</poem>
|opgezeten = te paard gezeten
|opgezeten = te paard gezeten


Regel 147: Regel 158:
tiran vermeten = slechte tiran
tiran vermeten = slechte tiran
|-
|-
|'''Twaalfde couplet'''Zo het den wil des Heren
|<poem>'''Twaalfde couplet'''
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
had ik geern willen keren
Regel 154: Regel 166:
die alle ding regeert,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
en heeft het niet begeerd.</poem>
|
|


Regel 160: Regel 172:
tempeest = ramp, kwelling
tempeest = ramp, kwelling
|-
|-
|'''Dertiende couplet'''Zeer christlijk was gedreven
|<poem>'''Dertiende couplet'''
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
standvastig is gebleven
Regel 167: Regel 180:
uit mijnes harten grond,
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
mijn onschuld maken kond.</poem>
|christlijk: oorspronkelijk "prinselijk"<br />kond = bekend
|christlijk: oorspronkelijk "prinselijk"<br />kond = bekend
|-
|-
|'''Veertiende couplet'''Oorlof, mijn arme schapen
|<poem>'''Veertiende couplet'''
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
uw herder zal niet slapen,
Regel 177: Regel 191:
zijn heilzaam woord neemt aan,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,-
als vrome christen leven,-
't zal hier haast zijn gedaan.
't zal hier haast zijn gedaan.</poem>
|oorlof = vaarwel (einde van het gedicht nadert)
|oorlof = vaarwel (einde van het gedicht nadert)
|-
|-
|'''Vijftiende couplet'''Voor God wil ik belijden
|<poem>'''Vijftiende couplet'''
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
dat ik tot genen tijden
Regel 187: Regel 202:
der hoogsten Majesteit,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
in der gerechtigheid.</poem>
|tot genen tijden = nooit
|tot genen tijden = nooit


Regel 195: Regel 210:
|}
|}
Het Wilhelmus gezongen door Bill van Dijk:
Het Wilhelmus gezongen door Bill van Dijk:

<Youtube width="600" height="480">nTXxFhWllm0</youtube><BR>


== Meer informatie ==
== Meer informatie ==

Versie van 9 nov 2020 19:02

Het Wilhelmus is de naam van het Nederlandse volkslied. Het lied (in de combinatie van tekst èn muziek), rond 1570 ontstaan, is het oudste volkslied ter wereld. De vermoedelijke tekstschrijver is Filips van Marnix van Sint-Adegonde. In 1932 werd dit 'nieuw christelijk lied' het Nederlandse volkslied. Meestal wordt alleen het eerste couplet gezongen, soms het zesde. "In het Wilhelmus is een christen aan het woord die een sterk besef heeft van het burgerschap in twee vaderlanden het aardse en het hemelse vaderland."[1] Het is geschreven in de overtuiging dat de opstand tegen de Spaanse tirannie ook godsdienstig gewettigd is.

Een nieuw christelijk lied Titel van het lied

Eerste couplet
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.




vrij = zonder enige twijfel

onverveerd = zonder vrees

Hispanje = Spanje

Tweede couplet
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.

In Godes vrees = in de vreze Gods, met (gezonde) vrees, eerbied, ontzag voor God

regiment = bestuursfunctie

Derde couplet
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.

lijdt = weest geduldig

onderzaten = onderdanen

Vierde couplet
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben 't u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.

verschoond = gespaard

Adolf: broer van Oranje, gesneuveld 1568

jongste dag = dag van de opstanding en het oordeel door God

Vijfde couplet
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.

     


     

vrij onversaagd = zeer moedig

Zesde couplet
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

betrouwen = vertrouwen  

Zevende couplet
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.

       

dijn = jouw. In de 16e en 17e eeuw sprak men God aan met je en jij, zoals de Duitsers nog doen met 'Du' en de Engelsen met 'You'.

Achtste couplet
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.

       

Negende couplet
Na 't zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.

       

Tiende couplet
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.

Niet = Niets

Wederspoed = tegenspoed

Elfde couplet
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.

opgezeten = te paard gezeten

heires-kracht = leger-kracht

tiran vermeten = slechte tiran

Twaalfde couplet
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.


tempeest = ramp, kwelling

Dertiende couplet
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.

christlijk: oorspronkelijk "prinselijk"
kond = bekend

Veertiende couplet
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,-
't zal hier haast zijn gedaan.

oorlof = vaarwel (einde van het gedicht nadert)

Vijftiende couplet
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.

tot genen tijden = nooit

dan dat = maar dat

Obediëren = gehoorzamen

Het Wilhelmus gezongen door Bill van Dijk:


Meer informatie

Bronnen

Voetnoot

  1. Aldus Theo H. van Doorn, in: Het Wilhelmus; analyse van de inhoud, de structuur en de boodschap, artikel op Cubra.nl