Zebah
Zebah, ook geschreven Zeba, Zebach of Zevach, was een koning der Midianieten, die door Gideon werd verslagen en gedood.
Naam. De Hebreeuwse naam is זבח, Zebach. De eigennaam betekent 'slachting'[1], van het werkwoord Zabach, 'slachten'. De naam komt 12x voor in het Oude Testament. Het strongnummer is H2078.
Zebah was een van de twee koningen van Midian die Israël waren binnengevallen. De andere koning heette Zalmuna. Gideon nam na een achtervolging (zie gele lijn op de kaart hieronder) beiden gevangen. Hij liet ze niet in leven, omdat zij vroeger broers van hem hadden gedood op de berg Tabor. Hij doodde de twee vorsten eigenhandig.
Voetnoot
- ↑ S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835). Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.