Ziekte: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 202: Regel 202:


'''Uzzia.''' Koning Uzzia werd door God met melaatsheid gestraft omdat hij in de plaats van een priester trad om te reukofferen. <blockquote>''2Kon 15:5  En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands.'' (SV) </blockquote><blockquote>''2Kr 26:19  Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar. 2Kr 26:20  Alstoen zag de hoofdpriester Azaria op hem, en al de priesteren en ziet, hij was melaats aan zijn voorhoofd, en zij stieten hem met der haast van daar, ja hij zelf werd ook gedreven uit te gaan, omdat de HEERE hem geplaagd had. 2Kr 26:21  Alzo was de koning Uzzia melaats tot aan den dag zijns doods; en melaats zijnde, woonde hij in een afgezonderd huis, want hij was van het huis des HEEREN afgesneden; ...'' (SV). </blockquote>'''Jeruzalem.''' God heeft kwaad over Jeruzalem gebracht, ook in de vorm van een dodelijke pestziekte. <blockquote>''Eze 14:21  Want alzo zegt de Heere HEERE: Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden zal hebben tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! Eze 14:22  Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en hun handelingen; en gij zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar. Eze 14:23  Zo zullen zij u vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE.'' (SV) </blockquote>
'''Uzzia.''' Koning Uzzia werd door God met melaatsheid gestraft omdat hij in de plaats van een priester trad om te reukofferen. <blockquote>''2Kon 15:5  En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands.'' (SV) </blockquote><blockquote>''2Kr 26:19  Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar. 2Kr 26:20  Alstoen zag de hoofdpriester Azaria op hem, en al de priesteren en ziet, hij was melaats aan zijn voorhoofd, en zij stieten hem met der haast van daar, ja hij zelf werd ook gedreven uit te gaan, omdat de HEERE hem geplaagd had. 2Kr 26:21  Alzo was de koning Uzzia melaats tot aan den dag zijns doods; en melaats zijnde, woonde hij in een afgezonderd huis, want hij was van het huis des HEEREN afgesneden; ...'' (SV). </blockquote>'''Jeruzalem.''' God heeft kwaad over Jeruzalem gebracht, ook in de vorm van een dodelijke pestziekte. <blockquote>''Eze 14:21  Want alzo zegt de Heere HEERE: Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden zal hebben tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! Eze 14:22  Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en hun handelingen; en gij zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar. Eze 14:23  Zo zullen zij u vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE.'' (SV) </blockquote>

'''Zacharias.''' Deze rechtvaardige priester werd met stomheid geslagen omdat hij het woord van de engel Gabriël niet aannam. Minstens negen maanden kon hij niet spreken. Na de geboorte van zijn zoon Johannes werd zijn stomheid opgeheven - en hij loofde God (Luk. 1).


'''Jezus.''' God maakte de Messias, onze Heer Jezus Christus, ziek (Jes. 53:10). "De plaag" was op hem (Jes. 53:8).
'''Jezus.''' God maakte de Messias, onze Heer Jezus Christus, ziek (Jes. 53:10). "De plaag" was op hem (Jes. 53:8).
Regel 290: Regel 292:
'''Jezus.''' God maakte de Messias, onze Heer Jezus Christus, ziek (Jes. 53:10). "De plaag" was op hem (Jes. 53:8). Zijn ziek-zijn was deel van de straf die hij aanvaardde omwille van ons zondaars. Zijn plaatsvervangende straf moest ons de vrede aanbrengen. <blockquote>''Jes 53:3  Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Jes 53:4  Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Jes 53:5  Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. (...) Jes 53:8  Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. (...) Jes 53:10 Maar het behaagde de HERE hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des HEREN zal door zijn hand voortgang hebben.'' (NBG51)</blockquote>De Heer Jezus heeft zwaar geleden. Aan het kruis werd hij ziek gemaakt en verbrijzeld (vs. 10). Daarom kan Hij ons, wanneer wij lijden en verzocht worden, te hulp komen. <blockquote>''Heb 2:17  Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en trouw hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om voor de zonden van het volk verzoening te doen.'' ''Heb 2:18  Want waarin Hijzelf geleden heeft toen Hij verzocht werd, kan Hij hun die verzocht worden te hulp komen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Heb 4:15  Want wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan meelijden, maar Een die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde. Heb 4:16  Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd.'' (Telos)</blockquote>Jezus heeft 'de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft' (Hebr. 5:8). <blockquote>''Heb 5:7  Hij die tijdens zijn dagen in het vlees met sterk geroep en tranen zowel gebeden als smekingen geofferd heeft aan Hem die Hem uit de dood kon verlossen (en Hij is verhoord om zijn godsvrucht), Heb 5:8  heeft, hoewel Hij Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft; Heb 5:9  en volmaakt geworden is Hij voor allen die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwige behoudenis geworden,'' (Telos)</blockquote>'''De blindgeborene.''' De blindgeborene van Joh. 9 was niet blind als gevolg van zonde. Zijn blindheid en de wonderbaarlijke genezing dienden om Gods werken te openbaren.
'''Jezus.''' God maakte de Messias, onze Heer Jezus Christus, ziek (Jes. 53:10). "De plaag" was op hem (Jes. 53:8). Zijn ziek-zijn was deel van de straf die hij aanvaardde omwille van ons zondaars. Zijn plaatsvervangende straf moest ons de vrede aanbrengen. <blockquote>''Jes 53:3  Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Jes 53:4  Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Jes 53:5  Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. (...) Jes 53:8  Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. (...) Jes 53:10 Maar het behaagde de HERE hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des HEREN zal door zijn hand voortgang hebben.'' (NBG51)</blockquote>De Heer Jezus heeft zwaar geleden. Aan het kruis werd hij ziek gemaakt en verbrijzeld (vs. 10). Daarom kan Hij ons, wanneer wij lijden en verzocht worden, te hulp komen. <blockquote>''Heb 2:17  Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en trouw hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om voor de zonden van het volk verzoening te doen.'' ''Heb 2:18  Want waarin Hijzelf geleden heeft toen Hij verzocht werd, kan Hij hun die verzocht worden te hulp komen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Heb 4:15  Want wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan meelijden, maar Een die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde. Heb 4:16  Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd.'' (Telos)</blockquote>Jezus heeft 'de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft' (Hebr. 5:8). <blockquote>''Heb 5:7  Hij die tijdens zijn dagen in het vlees met sterk geroep en tranen zowel gebeden als smekingen geofferd heeft aan Hem die Hem uit de dood kon verlossen (en Hij is verhoord om zijn godsvrucht), Heb 5:8  heeft, hoewel Hij Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft; Heb 5:9  en volmaakt geworden is Hij voor allen die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwige behoudenis geworden,'' (Telos)</blockquote>'''De blindgeborene.''' De blindgeborene van Joh. 9 was niet blind als gevolg van zonde. Zijn blindheid en de wonderbaarlijke genezing dienden om Gods werken te openbaren.


<blockquote>''Joh 9:1 En toen Hij voorbijging, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. Joh 9:2  En zijn discipelen vroegen Hem aldus: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren werd? Joh 9:3  Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders; maar de werken van God moeten in hem worden geopenbaard.'' (Telos) </blockquote>'''Elizabeth.''' Een dergelijke bedoeling als bij de blindgeborene schijnt ook het geval te zijn bij de onvruchtbaarheid van [[Elizabeth]]. Deze rechtvaardige was onvruchtbaar en had met haar eveneens rechtvaardige man [[Zacharias (vader van Johannes de Doper)|Zacharia]] geen kinderen (Luk.1:7), maar God opende haar schoot, zodat zij Johannes baarde, die de komst van Israëls Verlosser zou aankondigen.
<blockquote>''Joh 9:1 En toen Hij voorbijging, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. Joh 9:2  En zijn discipelen vroegen Hem aldus: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren werd? Joh 9:3  Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders; maar de werken van God moeten in hem worden geopenbaard.'' (Telos) </blockquote>'''Elizabeth.''' Een dergelijke bedoeling als bij de blindgeborene schijnt ook het geval te zijn bij de onvruchtbaarheid van [[Elizabeth]]. Deze rechtvaardige was onvruchtbaar en had met haar eveneens rechtvaardige man [[Zacharias (vader van Johannes de Doper)|Zacharia]] geen kinderen (Luk.1:7), maar God opende haar schoot, zodat zij Johannes baarde, die de komst van Israëls Verlosser zou aankondigen.


'''Saulus' blindheid.''' Saulus, de latere apostel Paulus, werd blind bij de ontmoeting met de Heer. Zijn tijdelijke blindheid kan als een oordeel worden gezien, maar gaf hem ook gelegenheid om ernstig in zichzelf te keren, tot bezinning te komen en zijn geestelijke blindheid te verstaan, in welke hij de christenen vervolgd had. <blockquote>''Hnd 9:9  En hij kon drie dagen niet zien en hij at en hij dronk niet. (...) Hnd 9:11  En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huis van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. Hnd 9:12  En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, genaamd Ananias, binnenkwam en hem de handen oplegde, opdat hij weer kon zien. (...) Hnd 9:17  Ananias nu ging en kwam het huis binnen; en hij legde hem de handen op en zei: Saul, broeder, de Heer heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg waarlangs u kwam, opdat u weer kunt zien en met de Heilige Geest vervuld wordt. Hnd 9:18  En terstond vielen hem als het ware schubben van de ogen en hij kon weer zien; en hij stond op en werd gedoopt.'' (Telos)</blockquote>
'''Saulus' blindheid.''' Saulus, de latere apostel Paulus, werd blind bij de ontmoeting met de Heer. Zijn tijdelijke blindheid kan als een oordeel worden gezien, maar gaf hem ook gelegenheid om ernstig in zichzelf te keren, tot bezinning te komen en zijn geestelijke blindheid te verstaan, in welke hij de christenen vervolgd had. <blockquote>''Hnd 9:9  En hij kon drie dagen niet zien en hij at en hij dronk niet. (...) Hnd 9:11  En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huis van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. Hnd 9:12  En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, genaamd Ananias, binnenkwam en hem de handen oplegde, opdat hij weer kon zien. (...) Hnd 9:17  Ananias nu ging en kwam het huis binnen; en hij legde hem de handen op en zei: Saul, broeder, de Heer heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg waarlangs u kwam, opdat u weer kunt zien en met de Heilige Geest vervuld wordt. Hnd 9:18  En terstond vielen hem als het ware schubben van de ogen en hij kon weer zien; en hij stond op en werd gedoopt.'' (Telos)</blockquote>