Abimelech

Uit Christipedia

Abimélech is in de Bijbel de naam van verschillende personen.

Abimelech van Gerar geeft Sarah (midden) terug aan Abraham (links). Schilderij door Elias van Nijmegen (1731).

De naam betekent "Mijn vader is koning"[1] of "Mijn vader, koning"[2] De naam verwijst naar:

1. Meerdere Filistijnse koningen: 1) twee Filistijnse stadsvorsten, die na elkaar te Gerar regeerden. Ze worden in Gen. 20, 21 en 26 zo genoemd. 2) Achis, koning van de Filistijnse stad Gath. In het opschrift van Ps. 34 schijnt deze bedoeld te zijn.

2. Achimelech, ook genoemd Abimélech (1 Kron. 18:16; 1 Kron. 24:3). Zie Achimelech voor meer informatie over hem.

Dood van Abimelech, zoon van Gideon, bij de stadsmuur van Tebez. Illustratie door Paul Gustave Doré (1866).

3. Een bastaardzoon van de richter Gideon, die na de dood van zijn vader zich als koning opwierp, doch zich slechts drie jaren kon staande honden. Toen stonden de Sichemieten tegen de wrede dwingeland op, die hen weliswaar onderwierp, maar kort daarna evenwel voor Tebez een schandelijke dood vond. Richt. 9.

4. De vader van Abjathar. Hij wordt ook Achimelech genoemd, zie aldaar.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Abimelech' is op 8 april 2018 verwerkt.

Abimelech, en.wikipedia.org. Geraadpleegd 4 juli 2020.

Voetnoot

  1. P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Abimelech, echter noemt "Vader des konings" als betekenis.
  2. Of "Mijn vader, een koning", zie Abimelech, en.wikipedia.org. Geraadpleegd 4 juli 2020.