Achsa
Achsa of Aksa was de dochter van Kaleb en de vrouw van diens neef Othniël. Over haar wordt geschreven in Joz. 15: 16-19; Richt. 1: 12-15; 1 Kron. 2:49.
Naam. De Hebreeuwse naam is עכסה, Aksah. De eigennaam betekent 'enkelring' of 'enkelketting'[1]. De naam komt 5x voor in het Oude Testament. In het Engels is de naam ook Achsah. Het Strongnummer is H5915.
Achsa werd door haar vader als vrouw belooft aan hem die Kirjath-Sefer (= Debir) zou nemen. Othniel, neef van Kaleb, nam daarop de stad in en kreeg Achsa tot vrouw. Op haar verzoek om waterbronnen gaf Kaleb haar de hoog- en laaggelegen bronnen ten behoeve van de droge grond. Sommigen[2] nemen deze bronnen als zinnebeelden van de verheerlijkte Christus in de hemel en de Heilige Geest op aarde. De Heer is het voorwerp en de Geest de kracht van het leven met God.
Bron
Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Ascha.