Apostel

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 3 okt 2016 om 09:34 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Apostel''' is een aan het Grieks ontleend woord, dat "gezondene" of "gezant" betekent. Het wordt met betrekking tot Christus gebezigd; in ondergeschikte zin van...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Apostel is een aan het Grieks ontleend woord, dat "gezondene" of "gezant" betekent. Het wordt met betrekking tot Christus gebezigd; in ondergeschikte zin van Johannes de Doper; daarna van "de twaalven" en van Paulus, die allen "de Heer gezien hadden", een noodzakelijk vereiste voor de titel van apostel (zie Hand. 1 : 11-16).

Het woord 'apostel' wordt ook gebruikt voor personen, dIe de "afgezanten" of apostelen der kerk genoemd worden (2 Cor. 8:23; Fil. 2:25) en tenslotte van enkelen, die vermaard waren onder de apostelen (Rom. 16:7), hetzij omdat ze die naam droegen, of omdat zij hoog bij hen stonden aangeschreven.

De twaalf apostelen van de Heer Jezus waren, tijdens zijn omwandeling op aarde:

  1. Simon Petrus, de broer van Andreas.
  2. Andreas, de broer van Simon Petrus.
  3. Filippus.
  4. Bartholomeüs (Nathanaël).
  5. Jacobus, zoon van Zebedeüs en broer van Johannes.
  6. Johannes, zoon van Zebedeüs en broer van Jacobus.
  7. Thomas (Didymus).
  8. Mattheüs (Levi).
  9. Jakobus, zoon van Alfeüs.
  10. Judas (Lebbeüs, Thaddeüs).
  11. Simon de Zeloot of de Kananiet.
  12. Judas Iskariot.

Hun namen en bijnamen, hieronder in alfabetische volgorde genoemd, hebben de volgende betekenissen.

  • Andreas = mannelijk, dapper
  • Bartholomeüs = zoon van Tolmai
  • Didymus = tweeling
  • Filippus = liefhebber van paarden
  • Iskariot = man van Kerioth. Kerioth = stad.
  • Jacobus = hielhouder (die de hiel vasthoudt)
  • Johannes = Jahweh is genadig
  • Judas = Godlof, Hij zal geprezen worden
  • Kananiet = ijveraar
  • Lebbeüs = een man met hart
  • Levi = verbonden, 'gehecht ben ik' (Gen. 29:34)
  • Mattheüs = gave van Jahweh
  • Nathanaël = door God gegeven, gave van God
  • Petrus = rotsblok
  • Simon = gehoord
  • Thaddeüs = ruimhartig, moedig
  • Thomas = tweeling
  • Zeloot = ijveraar

Bron

Voor de eerste versie van dit lemma is in juni 2011 gebruik gemaakt van tekst uit: Bijbelsch Handboek en Concordantie. Rotterdam: J.M. Bredée, ca. 1892.