Beer

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 27 jan 2020 om 11:45 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'miniatuur|413x413px|Syrische bruine beer (ursus arctos syriacus) Bestand:דוב חום סורי Ursus arctos syriacus.jpg|mi...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Syrische bruine beer (ursus arctos syriacus)
Syrische bruine beer toont zijn tanden

De beer behoort tot de grotere roofdieren en komt in verschillende soorten voor, waarvan die van het heilige land de Syrische beer wordt genoemd.

Naam. De dierkundige naam van beren is Ursidae. De Syrische bruine beer heet ursus arctos syriacus.

Voedsel. Beren eten zowel planten als vlees.

Syrische beer. De Syrische beer, die tot het begin van de 20e eeuw in Israël voorkwam[1], heeft een bruingele kleur, gewelfd voorhoofd, ruige haren, lange snuit en bewoonde de bosrijke gebergten van Israël (en Syrië), vooral de Libanon, Hermon en Karmel, zonder twijfel die soort, waarvan David als herdersknaap er een doodde (1 Sam. 17: 34), en waardoor de 42 knapen, die Elisa bespotten, werden verscheurd (2 Kon. 2: 24).

Hij voedt zich met vlees en planten, en heeft een ietwat logge gang, omdat hij op de hele voetzool gaat; vandaar wellicht de Hebreeuwse naam 'sluipert', indien het niet zijn onhoorbaar loeren op de roof betekent. Hij bezit in zijn klauwen een buitengewone kracht en is, vooral in woede ontstoken, een verschrikkelijk dier, waarmee dan ook een dwaas in zijn gevaarlijke dwaasheid wordt vergeleken (Spr. 17: 12). Anders valt hij mensen niet aan.

Hij is een beeld van de sterkte en van de toorn (2 Sam. 17 : 8), waar Husaï een David (Hos. 13: 8), waar de Heer zichzelf in Zijn toorn tegen het verstokte Israël met ene berin vergelijkt, die van haar jongen is beroofd.

In Amos 5: 19 wordt Israël, dat een dag van goddelijke wraak over zijne vijanden, maar daarmee een nog grotere toorn van de Heilige over zichzelf afroept, met een mens vergeleken, die een leeuw ontvlucht en een beer ontmoet, waar dus iedere poging tot redding tot nieuw onheil leidt.

In Jes. 59 : 11 is het brommen van dit dier een beeld van bitter misnoegen van de Joden over teleurgestelde hoop op betere tijden.

In Jes. 37: 29 schijnt Sanheribs verootmoediging met de temming van dit dier vergeleken te zijn, dat men sinds oude tijden met ketenen en een ring door de neus ter bezichtiging rondleidt.

In Dan. 7: 5 beduidt hij het logge, maar oorlogszuchtige Medisch-Perzische rijk. In Openb. 13: 2 heeft het Beest berenvoeten, als beeld van de alles verbrijzelende kracht.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Beer. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 27 jan. 2020.

Voetnoot