Beer

Uit Christipedia
Syrische bruine beer (ursus arctos syriacus)
Syrische bruine beer toont zijn tanden

De beer behoort tot de grotere roofdieren en komt in verschillende soorten voor, waarvan die van het heilige land de Syrische beer wordt genoemd.

Naam. De dierkundige naam van beren is Ursidae. De Syrische bruine beer heet ursus arctos syriacus. Een vrouwelijke beer wordt berin genoemd, vroeger beerin.

Voedsel. Beren eten zowel planten als vlees.

Syrische beer. De Syrische beer, die tot het begin van de 20e eeuw in Israël voorkwam[1], heeft een bruingele kleur, gewelfd voorhoofd, ruige haren, lange snuit en bewoonde de bosrijke gebergten van Israël (en Syrië), vooral de Libanon, Hermon en Karmel, zonder twijfel die soort, waarvan David als herdersknaap er een doodde (1 Sam. 17: 34), en waardoor de 42 knapen, die Elisa bespotten, werden verscheurd (2 Kon. 2: 24).

Hij voedt zich met vlees en planten, en heeft een ietwat logge gang, omdat hij op de hele voetzool gaat; vandaar wellicht de Hebreeuwse naam 'sluipert', indien het niet zijn onhoorbaar loeren op de roof betekent. Hij bezit in zijn klauwen een buitengewone kracht en is, vooral in woede ontstoken, een verschrikkelijk dier, waarmee dan ook een dwaas in zijn gevaarlijke dwaasheid wordt vergeleken (Spr. 17: 12). Anders valt hij mensen niet aan.

Beeldspraak

De beer is een beeld van de sterkte en van de toorn. Husaï, de vriend van David, vergeleek de voor Absalom gevluchte David en zijn mannen vergelijkt met een berin die van haar jongen is beroofd (2 Sam. 17 : 8).

2Sa 17:8  Verder zei Husai: Ú kent uw vader en zijn mannen, dat zij helden zijn, en dat zij bitter van gemoed zijn, zoals een beer die in het veld van jongen beroofd is. Bovendien is uw vader een strijdbare man en zal hij niet overnachten bij het volk. (HSV)

In Hos. 13: 8 vergelijkt God zichzelf in Zijn toorn tegen het verstokte Israël met een berin die van haar jongen is beroofd.

Hos 13:6  Net als hun weiden raakten zij verzadigd. Toen zij verzadigd waren, verhief hun hart zich. Daarom hebben zij Mij vergeten. (...) Hos 13:8  Ik trof hen aan als een berin die van jongen beroofd is, scheurde hun borstkas open, verslond hen daar als een leeuwin. De dieren van het veld zullen hen verscheuren. (HSV)

In Amos 5: 19 wordt Israël, dat een dag van goddelijke wraak over zijn vijanden, maar daarmee een nog grotere toorn van de Heilige over zichzelf afroept, met een mens vergeleken, die een leeuw ontvlucht en een beer ontmoet, waar dus iedere poging tot redding tot nieuw onheil leidt.

In Jes. 59 : 11 is het brommen van dit dier een beeld van bitter misnoegen van de Joden over teleurgestelde hoop op betere tijden.

In Jes. 37: 29 schijnt Sanheribs verootmoediging met de temming van dit dier vergeleken te zijn, dat men sinds oude tijden met ketenen en een ring door de neus ter bezichtiging rondleidt.

In Dan. 7: 5 beduidt hij het logge, maar oorlogszuchtige Medisch-Perzische rijk. In Openb. 13: 2 heeft het Beest berenvoeten, als beeld van de alles verbrijzelende kracht.

Toekomst

In de toekomst zal op de berg Sion, onder de regering van de Vredevorst, vaars (jonge koe) en berin tezamen weiden (Jes. 11:7, 9).

Jes 11:7  De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. (CP[2])

De berin zal ander eetgedrag hebben. Ze zal niet het vlees van prooidieren eten, maar veldgewassen eten.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Beer. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 27 jan. 2020.

Voetnoten

  1. Zie https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%93%D7%95%D7%91%D7%99%D7%99%D7%9D
  2. Vertaling of hertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.