Bezetenheid

Uit Christipedia

Bezetenheid is de toestand van in bezit genomen zijn door een of meer boze geesten. Een boze geest (demon) kan in een mens of dier varen en hem voortaan beheersen. Een bezetene is iemand die een boze geest in zich heeft (vgl. Matth. 8:16; Joh. 10:20-21). De bezettende boze geest kan worden uitgedreven. De Heer Jezus dreef boze geesten uit en verleende die macht aan de leerlingen die hij uitzond.

Bezetting èn beïnvloeding. Bezetenheid is meer dan beïnvloeding. Niet alle invloed van een boze geest wijst op bezetenheid. Bezetenheid is demonische beïnvloeding én bezetting. Simon Petrus sprak een woord dat door satan was ingegeven, maar deze ingeving maakte de leerling van Jezus niet tot een bezetene.

Mr 8:33 Hij keerde Zich echter om en terwijl Hij naar zijn discipelen keek, bestrafte Hij Petrus en zei: Ga weg, achter Mij, satan; want je bedenkt niet de dingen van God, maar de dingen van de mensen. (TELOS)

Paulus spreekt van de ongelovigen en ongehoorzamen als mensen in wie de geest van satan, de overste van de macht der lucht, werkt, d.w.z. hen beïnvloed.

Efe 2:2 waarin u vroeger hebt gewandeld overeenkomstig de tijdgeest van deze wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest die nu werkt in de zonen van de ongehoorzaamheid, (TELOS)

Uitwerking. De uitwerkselen van bezetenheid zijn ernstig. Bezetenen kunnen lijden aan bijzonder ernstige ziekten, lichamelijke of geestelijke, zoals verlamming, blindheid, doofheid, verlies van spraak, epilepsie, zwaarmoedigheid, krankzinnigheid, enz.. Een bezetene kan niet alleen met een ziekte geplaagd, maar ook van redelijk denken beroofd zijn. Zijn woorden en gedachten worden dan, tenminste deels, ingegeven door een of meer demonen die in hem wonen.

In het land van de Gadarenen woonden twee bezetenen, woestelingen die zich ophielden in graven. Ze waren ongekleed en niet goed bij hun verstand (Matth 8:28v, Marc. 5:15). De Heer Jezus bevrijdde hen. Eén van de ex-bezetenen smeekte Jezus bij hem te mogen blijven (Marc. 5:18).

In de synagoge te Kapernaüm was een man met een onreine geest, die door de mond van de man tot Jezus sprak.

Mr 1:23 En terstond was er in hun synagoge een mens met een onreine geest en hij riep de woorden uit: Mr 1:24 Wat hebben wij met U te maken, Jezus, Nazarener? Bent U gekomen om ons te verderven? Ik weet Wie U bent: de Heilige van God. Mr 1:25 En Jezus bestrafte hem en zei: Zwijg en ga uit van hem. Mr 1:26 En de onreine geest liet hem stuiptrekken en ging met luider stem roepend van hem uit. (TELOS)

In Matth. 12:22v wordt een bezetene bij Hem gebracht die niet als gevolg van organische gebreken, maar door zijn bezetenheid (vgl. Matth. 9:32) blind en stom was. De Heer genas hem door uitdrijving van de boze geest, zodat dat de blinde en stomme, die op zichzelf gezonde ogen en goede spraakorganen had, weer sprak en zag.

Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. (TELOS)

Bij Hem brachten de mensen dikwijls bezetenen opdat hij ze zou genezen (Matth. 4:24).

Mt 4:24 En het gerucht van Hem ging uit tot in heel Syrie; en zij brachten bij Hem alle lijdenden die bevangen waren door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen, maanzieken en verlamden; en Hij genas hen. (TELOS)

Bevrijder. In de evangeliën vinden wij verscheidene gevallen van bevrijding door de Heer Jezus. Enkele gevallen zijn hierboven vermeld. Maria Magdalena was door Hem bevrijd van zeven boze geesten (Luc. 8:1-2). Een Kananese vrouw smeekte Hem haar dochtertje, dat ernstig bezeten was, te bevrijden (Matth. 15:22).

Middelen van de Heer. De Heer Jezus dreef de geesten uit met een woord (Matth. 8:16), door de Geest van God (Matth. 12:28) en door 'de vinger van God' (Luc. 11:20):

Mt 8:16 Toen het nu avond was geworden, brachten zij tot Hem vele bezetenen, en Hij dreef de geesten uit met een woord en Hij genas alle lijdenden, (TELOS)

Lu 11:20 Als Ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. (TELOS)

Sommige tegenstanders van de Heer dichten Hem bezetenheid of macht van de duivel toe. Hij zou door de overste van de boze geesten de boze geesten uitdrijven. Anderen wezen deze verklaring en beschuldiging af en zeiden: “Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen?” (Joh 10:21). De Heer gaat op de beschuldiging in:

Mt 12:22 Toen werd een bezetene bij Hem gebracht, blind en stom; en Hij genas hem, zodat de stomme sprak en zag. Mt 12:23 En alle menigten waren buiten zichzelf en zeiden: Is Deze niet de Zoon van David? Mt 12:24 Toen de farizeeen dit echter hoorden, zeiden zij: Deze drijft de demonen alleen maar uit door Beelzebul, de overste van de demonen. Mt 12:25 Jezus echter kende hun gedachten en zei tot hen: Elk koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en elke stad die of elk huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet standhouden. Mt 12:26 En als de satan de satan uitdrijft, is hij tegen zichzelf verdeeld: hoe zal zijn koninkrijk dan standhouden? Mt 12:27 En als Ik door Beelzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. Mt 12:28 Als Ik echter door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. Mt 12:29 Of hoe kan iemand het huis van de sterke binnengaan en zijn huisraad roven, als hij niet eerst de sterke bindt? En dan zal hij zijn huis beroven. Mt 12:30 Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, verstrooit. Mt 12:31 Daarom zeg Ik u: elke zonde en lastering zal de mensen worden vergeven; maar de lastering van de Geest zal niet worden vergeven. Mt 12:32 En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem worden vergeven; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet worden vergeven, niet in deze eeuw en niet in de toekomstige. (TELOS)

Joh 10:19 Er ontstond opnieuw verdeeldheid onder de Joden om deze woorden. Joh 10:20 En velen van hen zeiden: Hij heeft een demon en spreekt wartaal; waarom luistert u naar Hem?  Joh 10:21 Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden van een bezetene; kan een demon soms ogen van blinden openen? (TELOS)

Leerlingen. De Heer gaf zijn twaalf leerlingen macht om onreine geesten uit te drijven:

Mr 6:7  En Hij riep de twaalf bij Zich en begon hen twee aan twee uit te zenden en gaf hun macht over de onreine geesten. (...) Mr 6:12 En zij vertrokken en predikten dat men zich moest bekeren, Mr 6:13 en zij dreven vele demonen uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen. (TELOS)

Naturalistische verklaringen. Mensen die niet aan boze geesten en hun inwerking op mensen geloven, zullen alle verschijnselen van bezetenheid op een andere (niet-demonologische) manier verklaren. Wie meent dat er alleen natuurelementen en natuurkrachten bestaan (zie Naturalisme), zal bezetenheid alleen uit natuurlijke oorzaken trachten te verklaren, enkel uit de werking van de hersenen.

Dienst van uitdrijving. De dienst van uitdrijving heet in de Rooms-katholieke Kerk exorcisme. Sommige evangelische gemeenten kennen 'bevrijdingspastoraat', een vorm van herderlijke zorg waarin mensen van demonische gebonden- en bezetenheid worden bevrijd. Het is daarbij belangrijk wel te onderscheiden en niet alle vreemde of excessieve verschijnselen op rekening van de duivel te schrijven, of alle geestelijke strijd als teken van bezetenheid of gebondenheid te duiden.

Bron

Grieks-Nederlands Lexicon, s.v. δαιμονιζομαι daimo’nizomai (Strongs nummer 1139. Het lexicon is een onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.