Bezoeking

Uit Christipedia

Bezoeking (Eng. visitation, Duits: Heimsuchung) is straffende vergelding in de vorm van tegenspoed of onheil. Bezoeken is tot straf vergelden door het aanbrengen van tegenspoed of onheil.

Terminologie

Verschil met beproeving. Een bezoeking moet worden onderscheiden van een beproeving. “Beproeving heeft het bijbegrip, dat de tegenspoed dienen moet tot het op de proef stellen van onze deugd of standvastigheid, bezoeking, dat hij ons wordt toegezonden tot een straf.”[1]

(Op)zoeken. In het denkbeeld Bezoeken zit de gedachte van (op)zoeken.
Jer 23:2  Daarom zegt de HEERE, de God Israëls, alzo van de herderen, die Mijn volk weiden: Gijlieden hebt Mijn schapen verstrooid, en hebt ze verdreven, en hebt ze niet bezocht; ziet, Ik zal over u bezoeken de boosheid uwer handelingen, spreekt de HEERE. (SV)
De gedachte van (op)zoeken komt tot uitdrukking in de Canisiusvertaling van dat vers:
Jer 23:2  Daarom spreekt Jahweh, Israëls God, Over de herders, die mijn volk moesten leiden: Gij hebt mijn schapen verspreid en verstrooid, En die niet willen  zoeken; Nu kom ik ù zoeken om de boosheid uwer werken, Is de godsspraak  van Jahweh! (Canis)

Gevallen van bezoeking

God bezoekt de misdaad van de vaders aan hun nageslacht (Ex. 20:5; 34:7; Deut. 5:9-10).

Exodus 20:5 Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde [lid] dergenen, die Mij haten; Exodus 20:6 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden. (SV)

God deed bezoeking over het afvallige Israël:

Jer 11:22 Daarom zegt de HERE der heerscharen aldus: Zie, Ik zal bezoeking over hen doen; de jonge mannen zullen sterven door het zwaard, hun zonen en dochters zullen sterven door de honger, Jer 11:23 niemand van hen zal overblijven; want Ik zal onheil brengen over de mannen van Anatot in het jaar van hun bezoeking. (SV)

Jesaja waarschuwt voor de bezoeking over onrechtvaardige wetgevers:

Jes 10:1 Wee dengenen, die ongerechte inzettingen inzetten, en den schrijvers, die moeite voorschrijven;  Jes 10:2  Om de armen van het recht af te wenden, en om het recht der ellendigen Mijns volks te roven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de wezen mogen plunderen! Jes 10:3  Maar wat zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten? (SV)

God zou ook bezoeking doen over de huichelachtige profeten en priesters in Israël:

Jer 23:12 Daarom zal hun weg hun zijn als zeer gladde plaatsen in de donkerheid; zij zullen aangedreven worden en daarin vallen; want Ik zal een kwaad over hen brengen [in] het jaar hunner bezoeking, spreekt de HEERE. (SV)

Over hun wegen zouden de priesters in het 10-stammenrijk door God worden bezocht:

Hos 4:9 Daarom, gelijk het volk, alzo zal de priester zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, en zijn handelingen hem vergelden. (SV)
Hos 8:13 Aangaande de offeranden Mijner gaven, zij offeren vlees, en eten het, [maar] de HEERE heeft aan hen geen welgevallen. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken, en hun zonden bezoeken; zij zullen weder [in] Egypte keren. (SV)
God zou over Moab een "jaar van bezoeking" brengen.
Jer 48:44  Die van de vreze ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die uit den kuil opkomt, zal in den strik gevangen worden; want Ik zal over haar, over Moab, het jaar van hunlieder bezoeking brengen, spreekt de HEERE. (SV)
De Petrus Canisius-vertaling heeft "het jaar van zijn straf".

Bezoeking over zaken

God kan ook bezoeking doen over zaken, bijvoorbeeld over altaren.

Am 3:13 Hoort en betuigt in het huis Jakobs, spreekt de Heere HEERE, de God der heirscharen; Am 3:14 Dat Ik, ten dage als Ik Israëls overtredingen over hem bezoeken zal, ook bezoeking zal doen over de altaren van Beth-el; en de hoornen des altaars zullen worden afgehouwen, en ter aarde vallen. (SV)

Middelen van bezoeking

God deed aan Israël bezoeking door drie soorten van onheil, namelijk het zwaard, de honger en de pest

Jer 44:13 Ja, Ik zal bezoeking doen over hen die in het land Egypte wonen, zoals Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door het zwaard, de honger en de pest; (NBG51)

Voetnoot

  1. Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908).