Egeria
Egeria was een gelovige vrouw, vermoedelijk afkomstig uit Noordwest-Spanje of uit Zuid-Frankrijk, die tegen het eind van het vierde eeuw n. C. met de Bijbel in de hand een reis maakte door het Nabije Oosten. Ze is dankbaar in de Bijbel genoemde streken en plaatsen te kunnen bezoeken, onder meer de berg Sinaï, Jeruzalem, het land Gosen, de berg Nebo, het land van Job, Tweestromenland, Antiochië, Haran en Tarsus.
Ze maakte van haar reis een verslag, waarvan een deel bewaard is gebleven. Ze beschrijft de kerkdiensten en kerkelijke feesten, die ze in Jeruzalem en omgeving bijwoont.
Haar reisverslag is gericht aan vrouwelijke medegelovigen, aan zusters, die ze 'geliefde dames', 'eerwaarde zusters', 'dames, licht van mij'[1] noemt.
Gezien haar belangstelling voor kloosters en monniken, bisschoppen en kerken, was zij misschien een non of de bestuurster van een klooster. Of een hofdame die zich voorbereidde om non te worden[2].
In het reisverslag van Egeria uit de 4e eeuw zien we al misstanden als de overdreven verering van de bisschop, het onderscheid tussen geestelijken en leken, en de verering van een relikwie.
Bronnen
F. Ledegang, Als pelgrim naar het Heilige Land; de pelgrimage van Egeria in de vierde eeuw. Kampen: Kok, 1991. Pagina's: 106.
Meer informatie
F. Ledegang, Als pelgrim naar het Heilige Land; de pelgrimage van Egeria in de vierde eeuw. Kampen: Kok, 1991. Pagina's: 106.