Filippus (diaken, evangelist)

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 16 dec 2017 om 12:07 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Filippus''' was één van de zeven diakenen die te Jeruzalem tot verzorging der armen verkozen waren. Later vinden wij hem optreden als evangelist. <blockquote>'...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Filippus was één van de zeven diakenen die te Jeruzalem tot verzorging der armen verkozen waren. Later vinden wij hem optreden als evangelist.

Hnd 6:5 ... en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en van de Heilige Geest, en Filippus, Prochorus, Nicanor, Timon, Parmenas en Nicolaus, een proseliet van Antiochie, (TELOS)

Deze Filippus is niet dezelfde als de gelijknamige apostel Filippus.

Filippus en de andere zes diakenen waren mannen met een goed getuigenis, vol van Geest en van wijsheid (Hand. 6:3). Filippus wordt na Stefanus, die de eerste martelaar zou worden, als tweede genoemd. Deze mannen ‘dienden de tafels’ (voedseldistributie), zodat de apostelen zich konden wijden aan het gebed en de verkondiging van het woord.

Evangelist

Later vinden wij Filippus werkzaam als evangelist. Lucas noemt hem ‘de evangelist Filippus’ (Hand 21:8). In een stad van Samaria predikte hij Christus.

Hnd 8:5 Filippus nu daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun Christus. (TELOS)

Hij predikte “het evangelie aangaande het Koninkrijk van God en van de naam van Jezus Christus” (Hand. 8:12). In die stad verwekt hij grote blijdschap, omdat hij vele genezingen verricht. Hij deed teken en grote krachten (Hand. 8:13). Vele bezetenen worden bevrijd, van wie de onreine geesten luidkeels uitgaan. Ook worden vele verlamden en kreupelen genezen (Hand. 8:6-8). In de stad werd eerder toverij gepleegd door een man genaamd Simon (Hand. 8:9v). De inwoners van de stad waren door zijn toverijen buiten zichzelf gebracht (Hand 8:11). Later zend een engel van de Heer Filippus naar het zuiden, waar hij, op aanwijzing van de Geest, contact legt met een Ethiopische kamerling, die op terugreis was en onderweg in het boek van de profeet Jesaja las.

Hnd 8:32 De schriftplaats nu die hij las was deze’: Als een schaap werd Hij naar de slachting geleid, en zoals een lam stom is tegen zijn scheerder, zo doet Hij zijn mond niet open. Hnd 8:33 In zijn vernedering werd zijn oordeel weggenomen; wie zal zijn geslacht vertellen? Want zijn leven wordt van de aarde weggenomen’. Hnd 8:34 De kamerling nu antwoordde Filippus en zei: Ik vraag u, van wie zegt de profeet dit: van zichzelf of van iemand anders? Hnd 8:35 En Filippus opende zijn mond en te beginnen van die Schrift verkondigde hij hem Jezus. (TELOS)

De kamerling gelooft het evangeliewoord van de evangelist en wordt door Filippus gedoopt. Daarna rukt de Geest hem weg en verkondigt hij het evangelie elders.

Hnd 8:38 En hij beval de wagen stil te houden. En zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. Hnd 8:39 Toen zij nu uit het water waren opgekomen, rukte de Geest van de Heer Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. Hnd 8:40 Filippus echter werd in Asdod gevonden, en hij ging het land door en verkondigde het evangelie aan alle steden, totdat hij in Caesarea kwam. (TELOS)

In Caesarea bekwam hij een huis.

Hnd 21:8 En de volgende dag gingen wij weg en kwamen in Caesarea; en wij gingen het huis van de evangelist Filippus binnen, die een van de zeven was, en bleven bij hem. (TELOS)