Geselen

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 25 jun 2018 om 09:29 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Geselen''' is met een gesel (= een zweep als strafwerktuig) slaan. De Heer Jezus is door Romeinse soldaten gegeseld. Volgens het Romeinse recht mochten Romeinse...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Geselen is met een gesel (= een zweep als strafwerktuig) slaan. De Heer Jezus is door Romeinse soldaten gegeseld.

Volgens het Romeinse recht mochten Romeinse burgers niet gegeseld worden zonder proces. Hierop beroept Paulus zich in Handelingen 16:37.

Romeinse gesel.

Dat de Heer gegeseld zou worden, heeft hij zijn discipelen voorzegd (Matth. 20:18; Marc. 10:34; Luc. 18:33):

Mt 20:18 Zie, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden aan de overpriesters en schriftgeleerden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen Mt 20:19 en Hem overleveren aan de volken om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; en op de derde dag zal Hij worden opgewekt. (TELOS)

Dat werd vervuld. In opdracht van stadhouder Pilatus werd hij door Romeinse soldaten gegeseld:

Joh 19:1 Toen nam Pilatus dan Jezus en geselde Hem. (TELOS)

Het hier door 'geselen' vertaalde Griekse werkwoord is μαστιγοω, masti’go-oo. Dit werkwoord is afgeleid van het naamwoord μαστιξ, mastix = (1) zweep, gesel, (2) fig. gesel, bezoeking, plaag[1]. Het werkwoord komt 7x voor in het Nieuwe Testament. Het Strongnummer is 3148. Het woord wordt ook bezig voor het door de Joden slaan met een stok als strafwerktuig. De Heer Jezus voorzegde dat leerlingen van hem aldus geslagen zouden worden in synagogen.

Mt 10:17 Past u echter op voor de mensen; want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen en in hun synagogen zullen zij u geselen; (TELOS)

Mt 23:34 Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden; van hen zult u er doden en kruisigen, en van hen zult u er in uw synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen; (TELOS)

Het woord in overdrachtelijke zin van gebezigd in Hebr. 12:5. God kan uit liefde een zoon van Hem met lijden bezoeken, hem tot nut.

Heb 12:4 U hebt nog niet ten bloede toe tegenstand geboden in de strijd tegen de zonde, Heb 12:5 en u hebt de vermaning vergeten die tot u als tot zonen spreekt: ‘Mijn zoon, acht de tuchtiging van de Heer niet gering en bezwijk niet als u door Hem bestraft wordt; Heb 12:6 want wie de Heer liefheeft, tuchtigt Hij en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt’. (TELOS)

Vergelijk:

Spr 3:12 Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, [in] [denwelken] hij een welbehagen heeft. (SV)

Voetnoot

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.