Hananeël
Hananeël (of Chananel) was de naam van een toren in Jeruzalem ten tijde van Jeremia, Nehemia en Zacharia, die de toren noemen. De toren was waarschijnlijk een toren aan de noordwesthoek van de stadsmuur. De hoektoren was naast de toren Mea (‘Honderdtoren’), welke in de buurt van de Schaapspoort was. De Hananeëltoren toren heette waarschijnlijk naar de bouwmeester ervan.
Jeremia profeteerde dat Jeruzalem herbouwd zou worden van de toren Hananeël tot de Hoekpoort.
Jer 31:38 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den toren Hananeel af tot aan de Hoekpoort. (SV)
Ne 3:1 Toen stonden Eljasib, de hogepriester, en zijn broeders, de priesters, op en herbouwden de Schaapspoort. Zij heiligden die en plaatsten de deuren ervan. Tot aan de Honderdtoren heiligden ze hem, tot aan de Hananeëltoren. (HSV)
Ne 12:39 boven de Efraïmpoort [langs], en over de Oude Poort en over de Vispoort, de Hananeëltoren en de Honderdtoren, tot aan de Schaapspoort. Vervolgens bleven ze bij de Gevangenpoort staan. (HSV)