Herodes Antipas

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 5 nov 2016 om 14:35 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Herodes Antipas''' (20 v. Chr - ca. 39 na Chr.) was de koning die [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Johannes_de_Doper Johannes de Doper] liet onhoofden...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Herodes Antipas (20 v. Chr - ca. 39 na Chr.) was de koning die Johannes de Doper liet onhoofden en in de lijdensgeschiedenis van de Heer Jezus optreedt. In de Bijbel heet hij Herodes de viervorst. Hij bestuurde Galilea en Perea. Zie Matth. 14:1-10; Marc. 6:14-27; Luc. 3:1, 19-20; 9:7-9; 13:21; 23:6-12; Hand. 4:27; 13:1).

Herodes Antipas was een zoon van Herodes de Grote en een van diens vrouwen, de Samaritaanse Malthake. Hij droeg de bijnaam Antipas.

Het gebied dat Herodes bestuurde wordt een viervorstendom genoemd. Hij wordt dan ook 'Herodes de viervorst' genoemd. 'Viervorst' is een titel.

Mt 14:1 In die tijd hoorde Herodes de viervorst het gerucht van Jezus (TELOS)

Hnd 13:1 Er waren nu in Antiochie, in de gemeente die daar was, profeten en leraars: Barnabas, Simeon, Niger geheten, Lucius van Cyrene, Manahen, de jeugdvriend van Herodes de viervorst, en Saulus. (TELOS)

Hij voerde het bewind van 4 voor Chr. tot 39 na Chr. Zijn viervorstendom omvatte Galilea en Perea (zie kaart).

Lu 3:1 In het vijftiende jaar nu van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea en Herodes viervorst over Galilea en zijn broer Filippus viervorst over Iturea en het land Trachonitus en Lysanias viervorst over Abilene (TELOS)

Galilea en Perea waren geografisch gescheiden gebieden. Daar de Heer Jezus afkomstig was uit Nazareth in Galilea, was Herodes zijn landsheer.

Herodes Antipas stichtte in 17 na Chr. aan het meer van Galilea de zuiver hellenistische stad Tiberias, vernoemd naar de Romeinse keizer Tiberius wiens regering in 14 na Chr. was begonnen.

Herodes deed boze dingen, die Johannes de Doper publiekelijk aan de kaak stelde.

Lu 3:19 toen echter Herodes de viervorst door hem aan de kaak werd gesteld inzake Herodias, de vrouw van zijn broer, en inzake alle boze dingen die Herodes had gedaan, (TELOS)

Eén van de boze stukken was het nemen van zijn schoonzus Heriodias tot vrouw. Zij was de vrouw van zijn broer Filippus I (zie schema hierboven).

Mr 6:17 Want Herodes had zelf knechten gezonden en Johannes gegrepen en hem gebonden in de gevangenis ter wille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, omdat hij met haar getrouwd was. (TELOS)

Herodes liet Johannes de Doper ombrengen.

Lu 9:9 Herodes nu zei: Johannes heb ik onthoofd...

Later hoorde hij van Jezus' optreden en tracht hem te zien.

Mt 14:1 In die tijd hoorde Herodes de viervorst het gerucht van Jezus (TELOS)

Mr 6:14   En koning Herodes hoorde het, want zijn naam was openbaar geworden; en zij zeiden: Johannes de doper is uit de doden opgewekt en daarom werken die krachten in Hem. (TELOS)

Het gebied van Herodes Antipas is paars gekleurd.

Lu 9:7 Herodes de viervorst nu hoorde alles wat er gebeurde; en hij was in verlegenheid, omdat door sommigen werd gezegd dat Johannes uit de doden was opgewekt, Lu 9:8 en door sommigen dat Elia was verschenen, en door anderen dat een profeet, een van de ouden, was opgestaan. Lu 9:9 Herodes nu zei: Johannes heb ik onthoofd, maar Wie is Deze van Wie ik zulke dingen hoor? En hij trachtte Hem te zien. (TELOS)

De Heer Jezus werd gewaarschuwd.

Lu 13:31  Op dezelfde dag kwamen er enige farizeeen, die tot Hem zeiden: Vertrek en ga weg van hier, want Herodes wil U doden. Lu 13:32  En Hij zei tot hen: Gaat heen en zegt tot die vos: Zie, Ik drijf demonen uit en volbreng genezingen, vandaag en morgen, en op de derde dag kom Ik aan het einde. Lu 13:33  Ik moet evenwel vandaag en morgen en de volgende dag voortgaan, want het gaat niet aan, dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem. (TELOS)

De Heer Jezus duidde Herodes aan met "die vos". Deze uitdrukking tekent de sluwheid van de viervorst en tegelijk het onbetekenende van de man[1].

Voetnoten

  1. Leidraad 1998, commentaar van de Internationale Bijbelbond.