Hovaardig: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Iemand die hoogmoedig is heeft een hoog gevoel van eigenwaarde, acht zich meerder dan anderen en ziet met verachting op hen neer. "''Sedert hij burgemeester van dat dorp geworden is, is hij zeer hoogmoedig geworden."'' Hovaardig is sterker, het drukt uit, dat men zich nog groter (rijker enz.) wil voordoen, dan men is: "''ik begrijp niet dat hij zo hovaardig is geworden, vroeger was hij zoo nederig".'' De uitwendige hoogmoed blijkt uit de uitdrukking "hovaardig als een pauw".
Iemand die hoogmoedig is heeft een hoog gevoel van eigenwaarde, acht zich meerder dan anderen en ziet met verachting op hen neer. "''Sedert hij burgemeester van dat dorp geworden is, is hij zeer hoogmoedig geworden."'' Hovaardig is sterker, het drukt uit, dat men zich nog groter (rijker enz.) wil voordoen, dan men is: "''ik begrijp niet dat hij zo hovaardig is geworden, vroeger was hij zoo nederig".'' De uitwendige hoogmoed blijkt uit de uitdrukking "hovaardig als een pauw".


Het woord "hovaardig" komt van het Middelnederlandse "hovaert" (trots, overmoed), van "ho" (= hoog) + "varen" (gaan, rijden (te paard of per wagen))<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>. <blockquote>''Spr 8:13 De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. (SV)''</blockquote>
Het woord "hovaardig" komt van het Middelnederlandse "hovaert" (trots, overmoed), van "ho" (= hoog) + "varen" (gaan, rijden (te paard of per wagen))<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>. <blockquote>''Spr 8:13 De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de <u>hovaardigheid</u>, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. (SV)''</blockquote>


== Zie ook ==
== Zie ook ==

Versie van 3 mrt 2018 12:39

Hovaardig is hoogmoedig zich groter (willen) voordoen dan anderen.

Iemand die hoogmoedig is heeft een hoog gevoel van eigenwaarde, acht zich meerder dan anderen en ziet met verachting op hen neer. "Sedert hij burgemeester van dat dorp geworden is, is hij zeer hoogmoedig geworden." Hovaardig is sterker, het drukt uit, dat men zich nog groter (rijker enz.) wil voordoen, dan men is: "ik begrijp niet dat hij zo hovaardig is geworden, vroeger was hij zoo nederig". De uitwendige hoogmoed blijkt uit de uitdrukking "hovaardig als een pauw".

Het woord "hovaardig" komt van het Middelnederlandse "hovaert" (trots, overmoed), van "ho" (= hoog) + "varen" (gaan, rijden (te paard of per wagen))[1].

Spr 8:13 De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden. (SV)

Zie ook

Hovaardij.

Bron

Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922) s.v. 182. Hoogmoedig — hoovaardig — grootsch — trotsch — ijdel — fier — prat.

Voetnoot

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.