Israël (land)

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 26 mrt 2018 om 18:09 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''land''' van Israël is het land dat God aan de Abraham, Izaäk en Jacob (later Israël geheten) beloofd en aan hun nageslacht tot een...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Het land van Israël is het land dat God aan de Abraham, Izaäk en Jacob (later Israël geheten) beloofd en aan hun nageslacht tot een erfelijke bezitting gegeven heeft. De geschiedenis van dit land is heel nauw verbonden met de geschiedenis van de Godsopenbaring. 

Over de staat Israël, zie het artikel Israël (staat)

Over het volk Israël, zie het artikel Israël (volk).

Namen

Dit land droeg of draagt verschillende namen:

  • Kanaän, Gen. 11:31, de eerste naam, naar Kanaän, de vierde zoon van Cham, wiens nakomelingen zich in dat land aan de westkant van de Jordaan hebben gevestigd, Gen. 10 :6,19. 
  • Het beloofde land, naar de belofte aan Abraham, Gen. 12 :7 en Hebr. 11:9.
  • Het land van de Hebreeën, Gen. 40 :15, naar Abraham, die de bijnaam “de Hebreeër” heeft, òf omdat hij afstamde van Heber de kleinzoon van Sem, òf omdat hij van de overkant van de Eufraat gekomen was (Hebreeër = overtrekker, man van de overkant), Gen. 11:14,16; 40:15.
  • Het land Israël, 1 Sam. 13 :6, naar Jakob, die na Gods worsteling met hem, deze naam ontving, Gen. 32 :28. 
  • Judea of het Joodse land, naar de stam van Juda, die sinds de terugkeer uit de Babylonische ballingschap optrad als vertegenwoordiger van het gehele volk.
  • Het Heilige Land, Zach. 2 :12, een naam vooral na de Kruistochten bij christenen in gebruik genomen. 
  • Palestina of Filistea, het land van de Filistijnen; deze naam werd eerst alleen gegeven aan dat gedeelte van de zeekust, dat door de Filistijnen bewoond werd, maar later, vooral door andere volken, aan het gehele land.

Door God uitgezocht

God heeft het land voor het volk Israël uitgezocht. 

Eze 20:6 Op die dag heb Ik Mijn hand voor hen opgeheven om hen uit het land Egypte te leiden naar een land dat Ik voor hen uitgezocht had, [een land] dat overvloeit van melk en honing. Het is een sieraad onder al de landen. (HSV)

Sierraadland Het was een land 'vloeiend van melk en honing', een sieraad onder alle landen, het Sierraadland of 'land des sierraads' (Statenvertaling)

Eze 20:6 Op die dag heb Ik Mijn hand voor hen opgeheven om hen uit het land Egypte te leiden naar een land dat Ik voor hen uitgezocht had, [een land] dat overvloeit van melk en honing. Het is een sieraad onder al de landen. (HSV)

Da 11:16 Hij die tegen hem optrekt, zal handelen naar eigen goeddunken. Niemand zal tegen hem standhouden. Hij zal ook standhouden in het sieraadland en er zal vernietiging in zijn hand zijn. (HSV)

Gods zorg Voordat het volk Israël het Beloofde Land introk, was Gods zorg en oog er al op gericht, het hele jaar door. 

De 11:11 Maar het land waar u naartoe trekt om het in bezit te nemen, is een land met bergen en dalen; het drinkt water door de regen uit de hemel. De 11:12 [Het is] een land waar de HEERE, uw God, voor zorgt: voortdurend rusten de ogen van de HEERE, uw God, daarop, van het begin van het jaar tot het einde van het jaar. (HSV)

Gehoorzaamheid De Israëlieten konden er veilig wonen zolang ze God, met wie ze een verbond gesloten hadden, gehoorzaamden. 

Jer 25:5 Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft, van eeuw tot in eeuw; (SV)

Een Nederlandse rabbijn Evers schreef (2013): "Het was vanwege onze tweedracht, jaloezie en interne ruzies dat we verdreven werden uit ons eigen Heilige Land, ons Israël."[1] 

Ligging

Gelegen in Azië, was het land ten Noorden begrensd door de met sneeuw bedekte bergen Libanon en Anti-Libanon; ten Oosten door de Syrisch-Arabische zandwoestijn; aan de Zuidkant door het steenachtig Arabië en aan de Westzijde door de Middellandse Zee. 

Vroeger dacht men, dat Palestina door deze ligging van alle landen vrijwel afgesloten was en daardoor vrij bleef van vreemde invloeden. Deze mening is echter niet juist. Israël kwam voortdurend met de omwonende volken in aanraking en leefde met het cultuurleven van die tijd mee, soms in die mate dat het zijn eigenaardig karakter als volk van Jahweh dreigde te verliezen. Als bewijs dat Palestina niet afgesloten van andere volkeren was, behoeft er slechts op gewezen te worden, dat de grote verkeersweg van Centraal-Azië naar Egypte dwars door het land heen liep.

Toen Alexander de Grote, en later de Romeinen bovendien overal verkeerswegen aanlegden, lag er geen land zo geschikt, om de blijde boodschap van het heil in Christus te doen uitgaan over de gehele aarde, omdat het als het ware het middelpunt vormde van de oude wereld, nl. van Azië, Afrika en Europa. 

Betwiste grenzen en verdeling van het land Isräel sinds 1967

Grootte van het beloofde land

Naar de belofte aan Abraham, Gen. 15 :18-21, (vergelijk Gen.13 :14-18, Num. 34 :5), zou het land zich uitstrekken “van de rivier van Egypte tot aan de grote rivier, de rivier Frath (de Eufraat)”. Niet alleen het land der Kanaänieten, maar ook de Libanon tot aan de Eufraat.

De 1:6 De HERE, onze God, heeft tot ons bij Horeb gesproken: gij zijt lang genoeg bij deze berg gebleven; De 1:7 begeeft u op weg, breekt op, trekt naar het gebergte der Amorieten en naar al hun naburen, in de Vlakte, op het Gebergte, in de Laagte, in het Zuiderland en aan de zeekust, het land der Kanaanieten, en de Libanon tot aan de grote rivier, de Eufraat. De 1:8 Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld; trekt er binnen en neemt bezit van het land, waarvan de HERE aan uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob gezworen heeft, dat Hij het hun en hun nakroost geven zou.  (NBG51)

De 11:24 Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.  De 11:25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft. (SV)

 De woorden 'Alle plaats die uw voetzool betreedt' komt ook voor in: 

Joz 1:3 Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb. (HSV)

Joz 14:9 Toen zwoer Mozes op die dag: Het land dat uw voet betreden heeft, zal voor eeuwig voor u en uw kinderen tot erfelijk bezit zijn, omdat u erin volhard hebt de HEERE, mijn God, na [te volgen]. (HSV)

De grensaanduiding 'de achterste zee' (Deut. 11:24 Statenvertaling) verwijst naar de westelijke zee, de Middellandse zee. 

Wat de grootte of omvang van het beloofde land betreft, geeft onderstaande kaart een weergave daarvan:

Vanuit het zuiden verkenden de twaalf verspieders van Israël het beloofde land. Groen gearceerd is het beloofde land. 

Volgens velen moet bij grensaanduiding “de rivier van Egypte” aan de Nijl worden gedacht; dan zou Gods oude volk het land in die volle omvang nooit hebben bezeten. Anderen denken hier aan de “beek van Egypte”, een meestal droge stroombedding, ongeveer op 13 uur afstand (lopen) van Gaza, aan de Wadi el Arish, die Israël scheidt van Egypte. Hiervoor pleiten ook de gegevens in 1 Kon. 4 :21,24.

Reeds de kanttekenaren van de Statenvertaling wijzen als “de rivier van Egypte” niet de Nijl aan, maar “de rivier Sichor, welke Egypte van Kanaän scheidt, Num. 34 :5, Joz. 13 :3, 1 Kron. 13 :5”. 

Vast staat, dat welke betekenis er ook aan “de rivier van Egypte” wordt gegeven, dat Jozua en zijn opvolgers niet die uitgestrektheid veroverd hebben als door de belofte was aangegeven. Saul, David en Salomo hebben de grenzen uitgezet. Is met “de rivier van Egypte” de bovengenoemde "Beek van Egypte" (Wadi el Arish) bedoeld, dan werd onder Salomo de in de belofte gestelde grens bereikt, want zijn heerschappij strekte zich uit van Tifsah in het noordoosten tot Gaza in het zuidwesten, 1 Kon. 4 :24.

Omvang van het Koninkrijk van Salomo. Zijn invloed reikte tot de Eufraat.

De lengte, van de stad Dan in het noorden tot Berseba in het zuiden (Richt. 20 :1; 1 Kon. 4 :25) bedroeg oudtijds ruim 50 uur lopen.

De breedte was verschillend: van 10 uur in het noorden tot 25 uur lopen vanuit het zuiden. 

Het land had oudtijds een oppervlak van ongeveer 785 vierkante km, en was dus zo groot als Nederland, zonder de provincies Zeeland en Limburg. 

Bodemschatten

In de bodem van het Israelisch grondgebied zit veel olie en gas. In 2010 werden voor de kust van de stad Haifa grote gasvoorraden gevonden. De hoeveelheid olie wordt geschat op 1,7 miljard vaten (2010)[2]. Met deze grondstoffen kan Israël een belangrijke producent op de energiemartkt worden[3]

Vanuit de lucht

De volgende video's tonen het land Israël vanuit de lucht. 

  1. R. Evers,Joden over de hele wereld vieren Jom Kipoer, de grote verzoendag, JoodsActueel.be, 13 sept. 2013.
  2. De raming is van de United States Geological Survey in april 2010. Vermeld in Bart van den Dikkenberg, Zion Oil zoekt met de Bijbel in de hand naar aardolie in Israël, op RefDag.nl, 11-06-2011 
  3. Lawrence Solomon, Israel’s new energy, artkel op FinancialPost.com, 10-11 juni 2011