Jericho

Uit Christipedia

Jericho is een stad in het land Israël, aan deze zijde van de Jordaan. Zij was de eerste stad in het Beloofde Land die de Israëlieten innamen, nadat de muren bezweken door een wonder Gods (Joz. 6). De Heer Jezus genas er blinden.

Kaart: ligging van Jericho. De rode ++lijn geeft de grens tussen Benjamin en Juda aan. Jericho valt binnen Benjamin.

Naam. De Hebreeuwse naam in het Oude Testament is יריחו, Yeriychow, of ירחו, Yerichow, of (1 Kon. 16:34) יריחה, Yerichoh. De plaatsnaam wordt 57x genoemd in het Oude Testament. De Griekse naam in het Nieuwe Testament is Ιεριχω, Hiericho, en komt 7x in het Nieuwe Testament voor.

De naam betekent "zijn maan"[1] of "maanstad"[2][3], van Jérach, "maan", misschien omdat het dal bij Jericho, ten westen omringd was door een rij bergen, als door een muur, die zich in de gedaante van een wassende maan kromt[2].

Hoewel het niet zeker is dat de plaatsnaam een semitische oorsprong heeft, schijnt een verband met het semitische woord voor "maan", יָרֵחַ yareach, (Oegaritisch: jrch) waarschijnlijk. De naam betekent misschien, zoiets als "(plaats) van de maangod (vgl. de plaatsnaam Bet-Jerach)[4].

Volgens anderen betekent de naam "welriekend", "geurig", van het werkwoord riach (in hiphil), "rieken" of "ruiken". Opgegeven zijn ook de overeenkomstige betekenissen: "stad van lieflijke geur"[5], "plaats van welriekendheid"[6], "plaats van parfums"[7]. De naam heeft zij wellicht te danken aan de vruchtbaarheid van haar omstreken en de menigte van de aldaar bloeiende rozen, balsem- en palmbomen[2], waarom zij ook wel de Palmstad genoemd wordt (Deut. 34: 3; Richt. 1: 16; 3:13; 2 Kron. 28: 15.).

Ligging. Jericho is een stad op de Westelijke Jordaanoever, gelegen tussen Jeruzalem en de oevers van de Jordaan. Zij ligt 8 km ten westen van deze rivier; 11,5[1], 12[8] of 15[9] km ten noordwesten van de Dode Zee en ongeveer 25 km[4] van Jeruzalem. Zij ligt ruim 6 uren gaans van Jeruzalem en 2 ½ uur gaans van de Jordaan verwijderd, waar een doorwaadbare plaats is.

De vallei van Jericho is een deel der Jordaanvlakte. Jericho ligt zo’n 260 meter[9] of ca. 250 meter[4] onder zeeniveau en is daarmee 's werelds diepst gelegen stad. Jeruzalem ligt 750 meter[4] boven de zeespiegel. Jericho ligt dus een kilometer lager dan Jeruzalem. Wie van Jeruzalem naar Jericho gaat, daalt werkelijk af.

Lu 10:30  Jezus hernam en zei: Een mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho ... (Telos).

Jericho viel na de verdeling van het Beloofde Land binnen het stamgebied van Benjamin.

Vruchtbaar land. Haar fraaie omstreken waren beroemd door hun uitnemende vruchtbaarheid beroemd. Er werden in de oudheid dadelpalmen en balsem gekweekt. De menigte palmbomen, welke men hier vond, gaven haar de naam van de Palmstad. Zijzelf heette misschien om de geur van haar balsemstruiken Jericho heette (zie boven voor de betekenis van de plaatsnaam). Zij was rijk aan balsem, honing, cyprus, myrobalanus, rozen en andere geurige producten[5]. Ondanks de geringe regenval ter plaatse is akkerbouw mogelijk dankzij de nabijgelegen Elisa-bron (Ēn es-Sulṭān). In de oudheid werden op deze vruchtbare plek dadelpalmen en balsem gekweekt, en daarom wordt Jericho in het Oude Testament ook wel [Palm City] [{Deut. 34: 3 Ri 3:13 2Chr 28:15}] genoemd.

Zij was bij de komst van de Israëlieten in Kanaän een oude Kanaänitische koningsstad.

Verwoesting. De stad werd door Jozua ingenomen, nadat de muren waren ingestort. Met haar te verwoesten begon de verovering van Kanaän (Joz. 6). Het gebied werd aan de stam van Benjamin toegewezen.

Tell es-Sulṭān. Van de oudste nederzetting is een ruïneheuvel ("tell") overgebleven, genaamd Tell es-Sulṭān. De heuvel beslaat een oppervlakte van ongeveer 4 hectare en is 21,5 meter hoog. De omtrek van die oude stad was ongeveer 900 meter. Een omgang rond de stad zou ongeveer een half uur duren. In de heuvel met puin van het oude Jericho zijn in 1952 n.C. zijn de oudste bouwstenen ter wereld gevonden. Het zijn leemblokken. Het zijn de eerste door mensen gemaakte stenen die tot nog toe (anno 2015) zijn ontdekt[10].

Herbouwd. Ofschoon de veroveraar Jozua een plechtige vloek had uitgesproken over de herbouw van deze vesting, was zij reeds ten tijde van de Richters weer hersteld, maar niet geheel op dezelfde plaats waar de oude stad gestaan had.

Ten tijde van David was zij bewoond (2 Sam. 10 ; 5.). Een tijd lang was zij afhankelijk van Eglon. Efraïmieten zich in haar gevestigd te hebben, toen de burgeroorlog bijna alle Benjaminieten verdelgd had. Hieruit is het evenzeer te verklaren, dat Jericho zich bij de scheuring van het rijk aan de zijde van de tien stammen schaarde.

Achab wilde de stad versterken en droeg deze last aan Hiël op. De onvoorzichtige gehoorzaamde en verloor zijn zonen Abiram en Segub door de dood, als gevolg van Jozua’s vloek.

Hier stichtte of herstelde Elia een profetenschool. Uit de zo gunstig gelegene plaats zou de godsdienstige werking en invloed van de school zich verder uitstrekken (2 Kon. 2:4-7, 15-18).

Vermoedelijk door Uzzia aan het rijk van de twee stammen onderworpen, bleef zij tot aan het einde van Juda’s volksbestaan aan dit rijk behoren, en wordt na de ballingschap nog enkele malen vermeld.

Aanvankelijk schijnen haar vroegere bewoners of hun nakomelingen zich niet bijzonder om haar herbouw bekommerd te hebben, daar zij aan het herstel van Jeruzalems muren werkzaam waren. Maar weldra vinden wij hen in hun voorvaderlijke bezitting terug en niet lange tijd daarna was zij zelfs de tweede stad van het Joodse land geworden.

Daar zij ook nu door haar ligging de sleutel van Judea mocht heten, werd zij voortdurend, het meest door Herodes de Grote, versterkt en zeer verfraaid.

Weg naar Jeruzalem. Naar Jeruzalem liep toen een drukke weg. De aanzienlijke handel te Jericho, vooral in balsem gedreven, was oorzaak, dat in latere tijden een tolkantoor (tolhuis) aldaar gevestigd werd[11].

De weg liep door verlaten bergen en was berucht om haar onveiligheid.

Lu 10:30  Jezus hernam en zei: Een mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in handen van rovers, die hem zowel uitkleedden als slagen gaven, en weggingen, terwijl zij hem half dood lieten liggen. (Telos)

Johannes de Doper, Jezus, Bartimeüs Zacheüs. In Jericho's omstreken predikte Johannes de Doper en leerde de Heer Jezus. Zijn reis naar de stad en zijn verblijf aldaar werd door de genezing van de blind Bartimeüs en de bekering van de oppertollenaar Zacheüs onvergetelijk gemaakt.

Mr 10:46  En zij kwamen in Jericho; en toen Hij Jericho uitging met zijn discipelen en een aanzienlijke menigte, zat de zoon van Timeus, Bartimeus, een blinde bedelaar, langs de weg. Mr 10:47 En toen hij had gehoord dat het Jezus de Nazarener was, begon hij de woorden te roepen: Zoon van David, Jezus, erbarm U over mij! Mr 10:48 En velen waarschuwden hem dat hij zou zwijgen; hij riep echter des te meer: Zoon van David, erbarm U over mij! Mr 10:49 En Jezus bleef staan en zei: Roept hem; en zij riepen de blinde en zeiden tot hem: Heb goede moed, sta op, Hij roept u. Mr 10:50 Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus. Mr 10:51 En Jezus antwoordde hem en zei: Wat wilt u dat Ik u doe? De blinde nu zei tot Hem: Rabboeni, dat ik weer kan zien. Mr 10:52 En Jezus zei tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond kon hij weer zien, en hij volgde Hem op de weg. (Telos

Het huidige Jericho

Huidige Jericho. Het huidige dorp Jericho ligt niet geheel op dezelfde plaats waar de stad lag. De vlakte is nog altijd vruchtbaar. De palmenrijkdom is echter verdwenen. Het is er zeer warm.

Circa 1865 was Jericho een klein dorp met armoedige hutten en telde nauwelijks 200 inwoners[12]. In 2007 had de stad 18.346 inwoners.

De stad wordt (anno 2014) bestuurd door de Palestijnse Autoriteit.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Jericho' is op 22 aug. 2014 verwerkt.

Jericho, Wikipedia.nl, geraadpleegd 22 aug. 2014.

Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.

S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Jericho. Hieruit is op 20 en 21 okt. 2020 tekst genomen en onder wijziging verwerkt. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  2. 2,0 2,1 2,2 S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Jericho. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  3. Lexique Hébrue (numéros Strong). Onderdeel van de Online Bible (Importantia): "Jéricho = «  ville de la lune » ou « ville des palmiers »".
  4. 4,0 4,1 4,2 4,3 Griechisch-Deutsch Strongs Lexikon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  5. 5,0 5,1 Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  6. Online Bible Greek Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia, heeft "place of fragrance".
  7. Lexique grec (numéros Strong), onderdeel van de Online Bible (uitgeverij Importantia).
  8. Lexique Hébrue (numéros Strong). Onderdeel van de Online Bible (Importantia)
  9. 9,0 9,1 Jericho, nl.wikipedia.org, geraadpleegd op 20 okt 2020.
  10. Wim Hulsman, De oudste baksteen komt uit Jericho, artikel op RefDag.nl, 7 mei 2016.
  11. D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia).   
  12. Volgens de opgave van P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (1866), s.v. Jericho.