Jeruzalem/Bergen
Jeruzalem rust op vier heuvels of bergen: de berg Sion, de berg Moria, de berg Akra en en de berg Bezetha. In en om het oude Jeruzalem liepen drie valleien: het Dal van Hinnom, het Dal van de Kaasmakers ( of Tyropoeonvallei) en het Dal van Josafat.
In de Schrift worden alleen de bergen Sion en Moria genoemd. Men heeft gemeend dat Sion de westelijke heuvel is, die hoger dan de berg Moria is. Tussen beide bergen liep een vallei, door de Romeinen Tyropoeonvallei ('dal van de kaasmakers') genoemd. Bezetha is de noordelijke heuvel. De Joodse geschiedschrijver noemde het gebied de 'nieuwe stad'. De Akra (of 'burcht') is de oostelijke heuvel. De naam is door de Grieken verleend.
De berg Sion is - zo meende men - de zuidwestelijke heuvel van Jeruzalem. In feite was Sion de berg waarop de stad van David lag, het vroegere stad Jebus. Ten noorden daarvan verrees de tempel van God, door Salomo gebouwd. In de Bijbel wordt de naam Sion niet alleen voor die berg gebruikt, maar ook voor de plaats waar de tempel stond en waar de koning woonde, ja, voor heel Jeruzalem. God heeft Sion verkoren tot Zijn woonplaats, de plaats van Zijn rust.
Ps 132:13 Want de HEERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats, [zeggende]: Ps 132:14 Dit is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb ze begeerd. (SV)
Zie Sion voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bron
- Artikel The Land of Jerusalem, op Bible-History.com