Leeuw

Uit Christipedia

De leeuw (Eng. lion; Fr. lion; Du. Löwe) is een groot, katachtig roofdier. "de machtige onder de dieren" (Spr. 30:30).

Foto's: Leeuw (mannetje, links) en leeuwin (wijfje, rechts)

Hebr. Ari

Er zijn verschillende Hebreeuwse woorden in het Oude Testament die door ‘leeuw’ zijn vertaald. Daarvan is de belangrijkste ari, van een werkwoord dat 'scheuren' betekent.

Macht

De leeuw is verklaard als "de machtige onder de dieren".

Spr 30:30 een leeuw, de machtige onder de dieren, voor niemand maakt hij rechtsomkeert, (HSV)

Dit bewijst dat de leeuw kan worden genomen als een symbool van 'kracht'. Hij dient als een zinnebeeld van macht en heerschappij.

Man spring in leeuwenverblijf

"In de dierentuin van Barcelona is een man in het leeuwenverblijf gesprongen. De leeuwen vielen hem aan en hij raakte zwaargewond.

De Spanjaard werd uiteindelijk met behulp van de brandweer bevrijd. Brandweermannen spoten water naar de leeuwen en hielden de dieren op die manier op afstand. Medewerkers van de dierentuin konden de man toen uit het verblijf halen."

Bron: NOS.nl, nieuwsbericht 7 dec. 2014

Gebrul

Zowel het mannetje van een leeuw als het vrouwtje kan brullen. De brul van het mannetje is dieper en luider en is tot wel 8 km verderop te horen.[1] Over het brullen van een leeuw spreken Am. 3:4 en 1 Petr. 5:8.

Am 3:4  Brult een leeuw in het woud als hij geen prooi heeft? Laat een jonge leeuw vanuit zijn hol zijn stem klinken zonder dat hij [iets] gevangen heeft? (HSV)

1Pe 5:8  Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden. (Telos)

Een leeuw bespringt zijn prooi niet brullend, maar stil, omdat ze geen andere (roof)dieren, zoals hyena's, willen aantrekken die hun prooi zouden kunnen roven. Leeuwen grommen (niet brullen) tegen elkaar wanneer ze zich tegoed doen aan de dezelfde (gezamenlijk) gevangen prooi. Ze grommen ook tegen hyena's en gieren die mee willen eten van de prooi. Is de leeuw alleen dat eet hij stil.

Om drie redenen kunnen leeuwen brullen:

  1. Ze brullen in de paartijd om indruk te maken op de vrouwtjes en de andere mannetjes af te schrikken.
  2. Ze brullen om hun gebied, hun territorium af te bakenen en te verdedigen. Ze grommen dan vooral tegen leeuwen van andere troepen die op hun territorium willen komen. Ook tegen andere roofdieren, zelfs tegen mensen, als deze te dichtbij komen.
  3. Ze laten hun gebrul horen als 'praten' met hun groepsgenoten, bijvoorbeeld om hun locatie kenbaar te maken.
  4. Leeuwen brullen als ze hongerig zijn. Hoe hongeriger ze zijn, des te harder brullen ze. Vooral 's middags zijn brullende leeuwen erg hongerig. Wanneer ze een prooi besluipen nemen sommige leeuwen een bovenwindse positie in, terwijl andere een benedenwindse positie innemen. De bovenwindse leeuwen brullen, de benedenwindse zelden. Door het brullen en door geur van de leeuwen welke door de wind wordt aangevoerd horen en ruiken prooidieren dat er leeuwen in de buurt zijn. Hierdoor beangstigd zullen ze wegvluchten ... in de richting van de stille benedenwinds zich ophoudende leeuwen.

Satan

Satan, de ‘sterke’ genoemd (Mt. 12:26), heeft ook een koninkrijk. Hij is als een 'brullende leeuw' die zoekt wie hij kan verslinden.

1Pe 5:8  Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden. (Telos)

Simson

Simson verscheurt een leeuw.

De richter Simson verscheurde een leeuw die op hem afkwam. Later vond hij in het karkas bijenhoning, waaraan hij zich te goed deed. Het voorval verzinnebeeldt de overwinning van Christus over de satan, met zoetsmakende gevolgen voor de gelovigen.

Salomo's troon

Koning Salomo had beelden van leeuwen bij zijn troon.

Daniël in de leeuwenkuil

Daniël werd in een kuil vol hongerige leeuwen geworpen, maar God bewaarde hem en hij kwam er ongedeerd uit. Koning Nebukadnezar beleed naderhand Gods macht:

Da 6:27 (6:28) Hij verlost en redt, Hij doet tekenen en wonderen in de hemel en op de aarde, Hij, Die Daniël heeft verlost uit de klauwen van de leeuwen. (HSV)

'Klauwen', letterlijk: 'handen'.

Jezus Christus

De schrijver van Ps. 22 vertolkte het lijden van de Heer Jezus, waar hij van zijn tegenstanders zegt:

Ps 22:13 Zij hebben hun mond tegen mij opgesperd, [als] een verscheurende en brullende leeuw.  (...) Ps 22:21 Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen. (SV)

God weet Zijn dienaren zelfs uit de muil van de leeuw te verlossen, maar de Heiland moest eerst de dood smaken om vervolgens uit de dood opgewekt te worden.

De Heer Jezus is echter zelf als een leeuw. Onder dat beeld wordt Hij voorgesteld als de leeuw uit de stam van Juda (Opb. 5:5), waaraan het denkbeeld van koninklijke heerschappij is verbonden, want Juda houdt de scepter (Gen. 49:10).

Ge 49:9 Juda is een leeuwenwelp; van [je] prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan?  Ge 49:10 De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.  (HSV)

De apostel Johannes schrijft:

Opb 5:4 En ik weende zeer, omdat niemand waard bevonden was het boek te openen of het te bezien. Opb 5:5 En een van de oudsten zei tot mij: Ween niet, zie, de leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David, heeft overwonnen om het boek en zijn zeven zegels te openen. Opb 5:6  En ik zag in het midden van de troon en van de vier levende wezens en in het midden van oudsten een Lam staan als geslacht;...  (TELOS) 

De Heer Jezus is de leeuw uit de stam van Juda, die zich echter eerst als Lam heeft overgegeven voor onze zonden.

Israël

Israël wordt onder Gods zegen tot een overwinnende leeuw. Bileam profeteerde van Israël door Gods ingeving:

Nu 23:24 Zie, een volk, dat als een leeuwin opstaat, en als een leeuw zich verheft, die zich niet neerlegt, eer hij buit gegeten en bloed van gevallenen gedronken heeft. (NBG51)

Nu 24:9 Hij kromt zich, en legt zich neder als een leeuw, en als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan? Gezegend, die u zegenen; en die u vervloeken, vervloekt! (NBG51)

Gods troon

In het midden van Gods troon en daarbij (Opb. 4:3v) is een levend wezen dat een leeuw gelijk is.

Opb 4:3  ... en rondom de troon was een regenboog, van aanzien een smaragd gelijk; (...)  Opb 4:6  En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden van de troon en rond de troon vier levende wezens, vol ogen van voren en van achteren.  Opb 4:7  En het eerste levende wezen was een leeuw gelijk, en het tweede levende wezen een kalf gelijk, en het derde levende wezen had het gezicht als van een mens, en het vierde levende wezen was een vliegende arend gelijk. (Telos)

Vrederijk

In het toekomstige vrederijk van Christus is zal een jonge leeuw vreedzaam bij vee zijn; een leeuw zal stro eten als een rund.

Jes 11:6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest [vee] zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. (HSV)

Jes 65:25 Een wolf en een lammetje zullen gezamenlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund, een slang - zijn voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen en geen verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, zegt de HEERE.  (HSV)

Rechtvaardige

Jonge leeuwen vertrouwen op hun kracht en zijn moedig. Een rechtvaardige heeft het zelfvertrouwen als een jonge leeuw.

Spr 28:1 Goddelozen vluchten terwijl er geen vervolger is, maar een rechtvaardige heeft [zelf] vertrouwen als een jonge leeuw. (HSV)

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Lion. Hieruit is op 13 juni 2014 tekst genomen, vertaald en verwerkt.

De brullende leeuw, op: Bijbelaantekeningen.nl. Tekst hiervan is, onder toestemming, verwerkt, onder wijziging, op 14 nov. 2022. Het artikel handelt over het brullen van leeuwen.

Voetnoot