Johannes Markus
Johannes Markus (ook geschreven Johannes Marcus), ook genoemd Markus (ook geschreven Marcus), is de schrijver van het evangelie naar Marcus. Hij was een neef van Barnabas, een goede bekende van de apostelen en een metgezel van Paulus op enkele van diens zendingsreizen.
Naam
Markus was zijn bijnaam.
Hnd 12:12 En toen hij dit had overlegd, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die bijgenaamd was Markus, waar velen waren samenvergaderd en in gebed waren. (...) Hnd 12:25 En Barnabas en Saulus keerden terug nadat zij in Jeruzalem hun dienst hadden volbracht, en namen ook Johannes met zich mee, die bijgenaamd was Markus. (TELOS)
Zijn bijnaam in de Griekse brontekst van het Nieuwe Testament is Μαρκος, Markos, een Griekse vorm van de veel voorkomende Latijnse eigennaam Markus. In het Engels Mark, in het Duits: Markus.
Als de evangelieschrijver Markus dezelfde is als Johannes Markus, dan was zijn Joodse naam Johannes en zijn Latijnse toenaam Marcus.
De betekenis van de naam Markus is onzeker[1]. Het strongnummer is G3138.
Persoon
Hij was een zoon van één van de Maria's in het Nieuwe Testament. Zij was een godvrezende vrouw, die te Jeruzalem woonde en in goede welstand was (Hand. 12:12). Men gaat ervan uit dat Marcus een bekeerling van Petrus was, die hem "mijn zoon" noemde (1 Petr. 5:13), een geestelijke zoon.
1Pe 5:13 U groet de medeuitverkorene in Babylon, en mijn zoon Markus. (Telos)
In ieder geval verkeerde hij in het gezelschap rondom Petrus en gebruikte Petrus’ getuigenissen om zijn evangelie samen te stellen. Marcus was een neef van Barnabas en reisde enige tijd met Barnabas en Paulus mee (Col. 4:10; Hand. 13:13).
Handelingen 13: 13 Het gezelschap van Paulus nu voer af van Pafos en kwam in Perge in Pamfylie; Johannes echter scheidde zich van hen af en keerde terug naar Jeruzalem.
Waarschijnlijk is hem de opgave voor deze moeilijke evangelisatiearbeid te zwaar geweest en keerde hij naar Jeruzalem terug. Het was vanwege hem en dit voorval dat er verwijdering ontstond tussen Paulus en Barnabas (Hand. 15:36-41). Later blijkt, dat er een verandering bij Johannes Markus heeft plaats gevonden, zodat Paulus van hem kan getuigen, dat hij hem zeer tot nut was voor de dienst (2 Tim. 4:11).
2Ti 4:11 Alleen Lukas is bij mij. Haal Markus op en breng hem met je mee, want hij is mij van veel nut voor de dienst. (TELOS)
Markus werd een gewaardeerd medewerker van Paulus. Ook stond hij in nauw contact met Petrus (1 Petr. 5:13).
In het evangelie van Markus komt zijn naam niet voor. Wel komt in Marcus 14:51 en 52 een jonge man voor, die verder weinig met de gebeurtenissen te maken heeft en in de andere evangeliën niet voor komt, daarom wordt vermoed dat Markus hier over zichzelf heeft geschreven.
De kerkleraar Clemens van Alexandrië (±125/150 - 215) beschrijft dat Markus een leerling en metgezel was van Petrus en dat het evangelie naar Markus een zeer zorgvuldig opgeteld verslag is van de mondelinge overlevering door de apostel Petrus. Justinus de Martelaar verwijst naar dit evangelie als "de memoires van Petrus."
Voetnoot
- ↑ Gezien de verschillende betekenissen die worden opgegeven. Het Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia (2013) heeft 'een verdediging'. Het Standard Griechisch-Deutsch Lexikon, eveneens een onderdeel van de Online Bible, heeft 'Hamer?'. Het artikel Markus op de Duitse Wikipedia (geraadpleegd 6 nov. 2015) leidt de naam af van Mart-kos = aan Mars gewijd. Mars was de Romeinse god van de oorlog. De naam werd aanvankelijk het meest gegeven aan kinderen die in maart geboren, de maand genoemd naar Mars.