Naam

Uit Christipedia

Een naam is een woord gebruikt ter aanduiding van een bepaalde persoon of zaak. Noemen is een naam geven of vermelden.

Omdat alle personen met namen worden genoemd, betekent 'naam' in de Bijbel soms ook zoveel als persoon (Hand. 1 : 15; Openb. 11: 13; 3: 4).

'Naam' kan ook worden gebruikt in de betekenis van 'roep, faam'. Iemand kan "een slechte naam" hebben: in een of meer opzichten als slecht bekend staan. "Iemand van naam" is een beroemd persoon. "Naam maken" wil zeggen: bekend worden.[1]

Al onze kennis is door spraak en woord bemiddeld; daarom moet alles wat voorwerp van ons begrip is, een daarmee overeenkomstige naam hebben. Daaraan erkent men wat een persoon of een zaak is en wat zij bewerken of doen; daaraan kan men ze van alle anderen onderscheiden. Hoe meer deze naam met het wezen en de eigenschappen van een persoon of een zaak overeenstemt, des te gepaster is hij.

Eerste naamgever

De eerste naamgever genoemd in de Bijbel is God de Schepper.

En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag. (Gen. 1:3-5)

Met het noemen kan God aan iets, naar het wezen ervan, een bestemming aanwijzen. Hij bepaalt het wezen en de bestemming van zijn schepsel. De namen die God geeft in de eerste scheppingsdagen wijzen op de leefomgeving, leefruimte voor de mens die Hij op het oog heeft.

Namen van God

God heeft veel namen, aanduidingen van zijn persoon. Mozes noemde hem ‘de God van Abraham en de God van Izaak en de God van Jakob’.

Lu 20:37 Dat nu de doden worden opgewekt heeft ook Mozes aangeduid bij de braamstruik, als hij de Heer noemt ‘de God van Abraham en de God van Izaak en de God van Jakob’, Lu 20:38 Hij nu is niet een God van doden maar van levenden; want voor Hem leven zij allen. (Telos)

Deze omschrijving, waarin eigennamen voorkomen, is een bewijs dat de genoemde mensen voor Hem leven.

Namen der schepselen

God zelf gaf de eerste mens de naam Adam (Gen. 3: 9; 5:2). God bracht de dieren tot adem om te zien hoe Adam ze noemen zou.

Ge 2:19  Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. Ge 2:20  Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; ... (SV)

Adam gaf de dieren hun eigenaardige namen, omdat hij de in hen uitgedrukte goddelijke gedachten erkende.

"Ik ken u bij naam", zegt de Heer tot Mozes (Exod. 33: 12; vgl. Joh. 10: 14. 2 Tim. 2 : 19).

God kan iemand bij zijn of haar naam roepen:

Jes 43:1 Maar nu, zo zegt de HEERE, uw Schepper, Jakob, uw Formeerder, Israël: Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij. (HSV)

De opgestane Heer Jezus noemde Maria bij haar naam, toen hij aan haar verscheen. Zij, aangenaam verrast, antwoordde met zijn aanspreektitel 'Rabboeni'.

Troostrijk luidt de verzekering: "verheugt u, dat uw namen in de hemel zijn opgeschreven" (Luk. 10 : 20). De zeventig die door Jezus werden uitgezonden mochten zich verheugen dat hun namen waren ingeschreven in de hemelen.

Terwijl de namen van de afvalligen in de aarde zijn geschreven (Jer. 17: 13) staan de uitverkorenen in het boek van het leven, als de burgers van de hemels. "Gij (afvallige Joden) zult uw naam mijn uitverkorenen tot een vervloeking laten" (Jes. 65 : 15).

"U hebt de naam, dat u leeft en u bent dood (Openb. 3: 1), een schijn en schaduwwezen van dode, uitwendige kerkelijkheid.

Jezus als naamgever

De meester Jezus gaf zijn leerling Simon de naam Petrus:

Lu 6:14  Simon, die Hij ook Petrus noemde, ..., (Telos)

De leerlingen Jakobus en zijn broer Johannes noemde hij Boanerges = zonen des donders.

Mr 3:17  en Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, de broer van Jakobus, en Hij gaf hun de naam Boanerges, dat is zonen van de donder; (Telos)

Twaalf van zijn leerlingen zonderde hij af en noemde hen 'apostelen'.

Lu 6:13  En toen het dag was geworden, riep Hij zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde (Telos)

Onze Heiland, de laatste Adam, zal ook (nieuwe) namen geven. De overwinnaars in de gemeente te Pergamus zullen van hem een nieuwe naam ontvangen.

Opb 2:17  ... Wie overwint, die zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op de steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan hij die hem ontvangt. (Telos)

Namen in de geschiedenis van Lazarus en de rijke man

In de geschiedenis van Lazarus en de rijke man worden drie namen genoemd: Lazarus, Abraham en Mozes. De geschiedenis van Lazarus en de rijke man (Luc. 16:19-31) is geen gelijkenis, daar in een gelijkenis geen namen worden genoemd. Opvallend is dat de naam van de rijke man ongenoemd blijft. Alsof hij voor God van geen betekenis is.

Enkele buitenbijbelse naamgevingen

Bestand:Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria (2019).jpg
Kroonprinses Amalia, 2019.

Franciscus van Assisi

Franciscus van Assisi (1181/82 – 1226), stichter van de orde der minderbroeders, was een zoon van de lakenkoopman Pietro Bernardone. Oorspronkelijk heette hij Giovanni, maar zijn vader noemde hem later Francesco (lett.: Fransman), mogelijk als herinnering aan zijn verblijf in Frankrijk tijdens de geboorte van zijn zoon.[2]

Kroonprinses van Nederland

Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria (roepnaam Amalia) is de naam van de kroonprinses (anno 2019) van het Koninkrijk der Nederlanden en het oudste kind van koning Willem-Alexander der Nederlanden en koningin Máxima. Een nieuwsbericht na haar geboorte verklaarde de betekenis van de namen:

"Het nieuwe prinsesje heeft enkele betekenisvolle namen gekregen. Catharina wil zeggen: rein en zuiver. Amalia duidt, eveneens in het Grieks, op inspanning, vooral in strijd. Beatrix betekent gelukbrengster. De Spaanse naam Carmen verwijst naar Onze Vrouwe van Karmel; het is de naam van Maxima's moeder. Victoria betekent overwinning." (Bron: Radio Nederland Wereldomroep, dec. 2003).

Bijbelse namen

Bijbelse namen en hun uitspraak, zie de Woordenlijst Bijbelse namen (Nederlands) op Sofeer.nl

Bronnen

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Naam. Enige tekst van dit lemma is op 24 januari 2010 onder wijziging verwerkt.

VanDale.nl, s.v. 'Naam'. Geraadpleegd op 24 jan. 2020.

Voetnoten

  1. VanDale.nl, s.v. Naam. Geraadpleegd 24 jan. 2020.
  2. Microsoft® Encarta® Encyclopedia 2002. © 1993-2001 Microsoft Corporation/Het Spectrum.