Nazoreeër

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 16 aug 2016 om 09:09 (Nieuwe pagina aangemaakt met ' '''Nazoreeër''' (Grieks ''Nazooraios'' = afgescheidene, afgezonderde) of '''Nazarener''' is in het [http://www.christipedia.nl/Artikelen/N/Nieuwe_Testament...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nazoreeër (Grieks Nazooraios = afgescheidene, afgezonderde) of Nazarener is in het Nieuwe Testament

Nazareth was de plaats waar Jezus’ ouders woonden (Matt. 2:23; Luc. 1:26; 2:4,39,51), een stadje in het “Galilea der heidenen”. Hier werd Hij opgevoed (Marc. 1:9; Luc. 2:51; 4:16). Vandaar dat Nazareth zijn "vaderstad" wordt genoemd (Matt. 13:54; Marc. 6:1; Luc. 4:23) en Jezus de bijnaam de Nazoreeër (Nazarener) kreeg. De vormNazarener vinden we in Marcus en Luc. 4:34; de vorm Nazoreeër hebben het evangelie naar Mattheüshet evangelie naar Johannes en het boek Handelingen.

Nazoreeër en Nazarener moeten niet verward worden met Nazireeër (zie aldaar).

De bijnaam de Nazoreeër voor Jezus is tevens de vervulling van een profetie:

Waarschijnlijk moeten we daarbij denken aan de profetie van Jesaja over de Scheut (Hebr. Netser) uit de wortels van de afgehouwen tronk van Isaï.

De plaatsnaam Nazareth en het naamwoord Netser (‘scheut’) zijn afgeleid van dezelfde stam Natsar[1].

Daarbij komt dat Nazareth, evenals een scheut, klein en onaanzienlijk was. De Scheut groeide op in een onaanzienlijk plaatsje. Nazareth wordt niet genoemd in het Oude Testament, noch bij de Joodse geschiedschrijver Josephus Flavius, noch in de Joodse Talmoed.

De buitenstaanders noemden Jezus met de bijnaam “de Nazoreeër”:

Zelfs onreine geesten spraken hem aan als 'Nazarener':

Het dienstmeisje van de hogepriester zei tegen Petrus:

Marc. 14:68 Ook u was bij die Nazaréner, bij Jezus. Het loochende het echter ... (TELOS)

Petrus spreekt, in zijn rede na de uitstorting van de Heilige Geest, tegenover zijn volksgenoten van ‘Jezus de Nazoreeër’.

Aan de weerspannige christenvervolger Paulus maakte Jezus zich bekend als “Jezus de Nazoreeër”

Later zou Paulus door zijn tegenstanders een “aanvoerder van de sekte der Nazoreeërs” worden genoemd. De naam “Nazoreeër” werd inmiddels ook toegekend aan de volgelingen van Jezus, hoewel de grote meerderheid van hen niet uit Nazareth kwam. Opvallend is, dat 'christenen' vandaag de dag in het Hebreeuws nog steeds 'notsrim' heten.

Paulus zei tot koning Agrippa:

Bronnen

  • Artikel "Nazareth, Nazarener" in Bijbels Theologische Encyclopedie ed. 2008, onderdeel van de Online Bible.
  • Grieks-Nederlands Lexicon (Online Bible) s.v. Nazaraios, Strongs nummer 3480.

Voetnoot

  1. Vergelijk de verbinding die Johannes legt tussen de heenzending van de blinde en de naam van de vijver Siloam): Joh 9:7 en zei tot hem: Ga heen, was u in de vijver Siloam-wat vertaald wordt: uitgezonden. Hij dan ging weg, waste zich en kwam ziende terug.