Oordeel

Uit Christipedia

Een oordeel is een uitspraak, vonnis.

Het woord komt van 'oordelen', dat samengesteld is uit 'oor', van het Hoogduitse 'ur' en 'delen', en oorspronkelijk 'toewijzen' betekent.

Het woord heeft deze betekenissen[1]:

1. (Bijbeltaal) vonnis, dit is een rechterlijke uitspraak of beslissing. "Ten oordeel zitten" is gezeten zijn om een rechterlijke uitspraak te doen. "Ten oordeel dagen": voor de rechter dagen. Het oordeel van God is de rechterlijke uitspraak van God.

2. (Bijbeltaal) veroordeling, straf.

3. goed- of afkeurende uitspraak die als geldig erkend wordt, van kracht is. "Een oordeel vellen", "zijn oordeel opschorten", "aan het oordeel van anderen overlaten", "uw oordeel is hard".

De Heer Jezus heeft gezegd:

Mt 7:1 Oordeelt niet, opdat u niet wordt geoordeeld; Mt 7:2 want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u worden geoordeeld, en met de maat waarmee u meet, zal u worden gemeten. Mt 7:3 En wat ziet u de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog merkt u niet? Mt 7:4 Of hoe zult u tot uw broeder zeggen: Laat mij de splinter uit uw oog wegdoen, en zie, de balk is in uw oog? Mt 7:5 Huichelaar, doe eerst de balk uit uw oog weg, en dan zult u helder zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen. (TELOS)

4. Geformuleerde mening, gevoelen ten aanzien van een kwestie of geval. "Zijn oordeel zeggen, te kennen geven, uiten, iem. zijn oordeel vragen". "Van oordeel zijn, dat …" (= is het genoemde als mening hebben), "naar mijn oordeel", "volgens het oordeel van anderen".

5. (filosofie) uitspraak of bewering die waar of onwaar is. Synoniem: propositie. "Alle mensen zijn sterfelijk" en "Socrates is een mens" zijn oordelen of proposities.

6. vermogen om uit de waargenomen verschijnselen gevolgtrekkingen af te leiden omtrent de wezenlijke gesteldheid van de dingen. "Een helder, rijp, zuiver, gezond oordeel", "oordeel des onderscheids" (= vermogen om tussen goed en kwaad te onderscheiden), "gebrek aan oordeel", "buiten het bereik van iemands oordeel liggen" (= zijn verstand te boven gaan), "met oordeel te werk gaan" (= zodat men van goed overleg blijk geeft).

Godsgericht

In de Bijbel betekent "oordeel" meermalen zoveel als het Godsgericht (Godsoordeel, oordeel Gods) (Ps. 76 : 9; Ezech. 39 : 21; Zef. 2: 2; Opb. 15: 4), krachtens hetwelk Hij over de goddelozen zijn strafoordeel en zijn straffen laat gaan (Rom. 2 : 2; Openb. 17 : 1), maar zich over de zijnen ontfermt en hun recht verschaft.

Ps 76:8 (76:9) U liet een oordeel uit de hemel horen; de aarde vreesde en werd stil, Ps 76:9 (76:10) toen U, o God, opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen van de aarde te verlossen. Sela (HSV)

Dus „een oordeel ontvangen" „zijn oordeel dragen," is zoveel als zijn rechtvaardige straf ontvangen (Rom. 13 : 2; Gal. 5 : 10; Jak. 3: 1; Rom. 5: 16).

Ro 5:16 En de gave is niet zoals het zondigen van de ene. Want het oordeel was uit een daad tot veroordeling, maar de genadegave is uit vele overtredingen tot rechtvaardiging. (TELOS)

„Het oordeel was uit een daad tot veroordeling (of: ter verdoemenis)," wil zeggen dat de ene die het eerst gezondigd heeft, Adam, trof het oordeel, het vonnis van God, en van hem af heeft zich dat oordeel over allen verbreid, en is voor hen een oordeel ter veroordeling (verdoemenis) geworden.

Dag van het oordeel

Het schijnt dat er een dag van oordeel is voor de levende aardbewoners en een dag van oordeel voor de gestorvenen. De volgende passages schijnen te spreken van het oordeel van de levenden:

Mt 19:28 Jezus nu zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israel te oordelen. (TELOS)

Mt 25:31 Wanneer nu de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van zijn heerlijkheid; (TELOS)

Het volgende vers spreekt van het oordeel van de opgewekte doden.

Opb 20:12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan; en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend, namelijk dat van het leven. En de doden werden geoordeeld volgens wat in de boeken geschreven was, naar hun werken. (TELOS)

Lu 11:32 Mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij bekeerden zich op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier! (TELOS)

Mt 12:42 De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier! (TELOS)

De volgende passage schijnt te spreken van een oordeel over de aardbewoners, maar kan ook het oordeel van de doden beschreven.

Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, Jds 1:15 om oordeel uit te oefenen tegen allen en elke ziel te bestraffen om al hun werken van goddeloosheid die zij goddeloos bedreven hebben, en om alle harde woorden die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (TELOS)

Een zondaar kan toorn van God 'ophopen', de toorn vermeerderen, doordat hij zich niet bekeert en boze dingen blijft doen.

Ro 2:5  Maar naar uw hardheid en onbekeerlijk hart hoopt u voor uzelf toorn op in de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, (TELOS)

God bewaart de onrechtvaardigen tot de dag van het oordeel.

2Pe 2:9  dan weet de Heer godvrezenden uit de verzoeking te redden, maar onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel om gestraft te worden; (TELOS)

Kosmos. Ook de tegenwoordige kosmos wordt bewaard tot de dag van het oordeel.

2Pe 3:7  Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur en worden bewaard tot de dag van het oordeel en van de ondergang van de goddeloze mensen. (TELOS)

Boze engelen. Boze engelen worden tot het oordeel van de grote dag bewaard.

Jds 1:6  En engelen die hun oorsprong niet bewaard, maar hun eigen woonplaats verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien onder duisternis bewaard. (TELOS)

Komst ten oordeel.

Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, Jds 1:15 om oordeel uit te oefenen tegen allen en elke ziel te bestraffen om al hun werken van goddeloosheid die zij goddeloos bedreven hebben, en om alle harde woorden die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (TELOS)

Landen en steden. De Heer Jezus spraak van een/de dag van het oordeel voor de bewoners van landen en steden:

Mt 10:15  Voorwaar, Ik zeg u, het zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn in de dag van het oordeel dan voor die stad. (TELOS)

Mt 11:22  Ik zeg u evenwel: het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn in de dag van het oordeel dan voor u. (TELOS)

Mt 11:24  Ik zeg u evenwel, dat het voor het land van Sodom draaglijker zal zijn in de dag van het oordeel dan voor u. (TELOS)

Openbaring van het verborgene van de mensen. Op die dag worden verborgen zaken geopenbaard.

Ro 2:16 op de dag dat God het verborgene van de mensen zal oordelen door Christus Jezus, naar mijn evangelie. (TELOS)

Geoordeeld op grond van de gesproken woorden. De mensen worden gerechtvaardigd of veroordeeld op grond van hun woorden. Het is of God hun eigen maatstaf of norm hanteert. De mensen zullen rekenschap geven van elk zinloos woord dat zij hebben gesproken.

Mt 12:36  Ik zeg u echter, dat van elk zinloos woord dat de mensen zullen spreken, zij rekenschap zullen geven in de dag van het oordeel. Mt 12:37 Want op grond van uw woorden zult u gerechtvaardigd en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden. (TELOS)

Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, Jds 1:15 om oordeel uit te oefenen tegen allen en elke ziel te bestraffen om al hun werken van goddeloosheid die zij goddeloos bedreven hebben, en om alle harde woorden die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (TELOS)

Geoordeeld naar de werken. De gestorven mensen zullen geoordeeld worden naar hun werken.

Opb 20:12 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan; en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend, namelijk dat van het leven. En de doden werden geoordeeld volgens wat in de boeken geschreven was, naar hun werken. (TELOS)

Vergelijk:

Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, Jds 1:15 om oordeel uit te oefenen tegen allen en elke ziel te bestraffen om al hun werken van goddeloosheid die zij goddeloos bedreven hebben, en om alle harde woorden die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (TELOS)

Spreken op de dag van het oordeel. Zij die in het oordeel komen, zullen niet slechts zwijgen. Zij zullen rekenschap afleggen. Zij zullen ook anderen veroordelen.

Lu 11:32 Mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij bekeerden zich op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier! (TELOS)

Mt 12:42 De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier! (TELOS)

Gelovigen. De gelovigen hebben vrijmoedigheid in de dag van het oordeel.

1Jo 4:17  Hierin is de liefde bij ons volmaakt (opdat wij vrijmoedigheid hebben in de dag van het oordeel), dat zoals Hij is, ook wij zijn in deze wereld. (TELOS)

Zie ook

Artikel Oordelen.

Bronnen

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000, s.v. oordeel.

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Oordeel. De tekst van dit lemma is 4 dec. 2017 verwerkt.

Voetnoot

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.