Openbaring 13

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 17 jul 2017 om 07:44 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" |- | style="padding: 15px;"| {{Special:PrefixIndex/{{ROOTPAGENAME}}/ |hideredirects=1 |stripprefix=0}} |} Hieronder worden passages uit {{SUBP...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Hieronder worden passages uit Openbaring 13 van het bijbelboek Openbaring 13 becommentarieerd.

Opb 13:1 ¶ En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering.

Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag.

Opb 13:3 En ik zag een van zijn koppen als tot de dood geslagen, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de hele aarde ging met verbazing het beest achterna.

Opb 13:4 En zij aanbaden de draak, omdat hij het gezag aan het beest had gegeven, en zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan het beest gelijk, en wie kan er oorlog tegen voeren?

Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden.

Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen.

Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie.

Opb 13:8 En allen die op de aarde wonen, zullen hem aanbidden, ieder wiens naam, van de grondlegging van de wereld af, niet geschreven staat in het boek van het leven van het Lam dat geslacht is.

Opb 13:9 Als iemand een oor heeft, laat hij horen.

Opb 13:10 Als iemand in gevangenschap leidt, dan gaat hij in gevangenschap; als iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen.

Opb 13:11 ¶ En ik zag een ander beest opstijgen uit de aarde; en het had twee horens, aan die van een lam gelijk, en het sprak als de draak.

Opb 13:12 En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was.

Opb 13:13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen.

Opb 13:14 En het misleidt hen die op de aarde wonen, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot hen die op de aarde wonen, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken.

Opb 13:15 En het werd hem gegeven aan het beeld van het beest adem te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken en maken dat allen die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood zouden worden.

Opb 13:16 En het maakt dat men aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd;

Opb 13:17 en dat niemand kan kopen of verkopen dan wie het merkteken heeft: de naam van het beest of het getal van zijn naam.

Opb 13:18 Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat die het getal van het beest berekenen, want het is het getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.