Petrus (hofbeambte)
Petrus, een hofbeambte van keizer Diocletianus, stond bij hem zeer in aanzien. Toen deze de wreedheid bestrafte, begaan aan de christenedelman Johannes, en hem met grote droefheid over zijn martelingen beklaagde, werd hij gevangen genomen en gedwongen de afgoden te offeren. Toen hij dit weigerde, werd hij gegeseld en zijn vlees verscheurd, ten einde hem door pijniging te dwingen om te offeren.
Toen hij standvastig bleef, overgoten zij zijn verscheurd lichaam met edik en zout, en verschroeiden hem tenslotte aan alle zijden op een rooster met een zwak vuur, totdat hij met blijmoedigheid zijn geest in de handen van zijn hemelse Vader overgaf.
Bron
Adrianus Haemstede, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk door D. Bolle, Rotterdam, 1881. Een gedeelte van blz. 40 is verwerkt. Een online versie met verbeterde spelling is op http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm.