Reukoffer

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 24 aug 2019 om 10:05 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''reukoffer''' is een offer van reukwerk dat verbrand werd om een aangename geur te verspreiden en tweemaal daags op het reukaltaar in het Heilige als reuk...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een reukoffer is een offer van reukwerk dat verbrand werd om een aangename geur te verspreiden en tweemaal daags op het reukaltaar in het Heilige als reukoffer aan God werd aangeboden. Het spreekt van de Gode aangename volmaaktheden van Christus Jezus, onze Heer, en van de gebeden der met Christus verbonden heiligen.

De hogepriester brengt een reukoffer op het reukofferaltaar

Het reukwerk en het vuur werden in een gouden reukschaal (of rookschaal) of reukvat (of rookvat) overgebracht naar het reukaltaar.

Dit reukwerk moest worden verbrand op het gouden reukaltaar, zowel 's morgens als ‘s avonds: "Het zal een gedurig reukwerk zijn voor het aangezicht van de HEER" (Ex. 38:8)

Ex 30:7 En Aäron zal daarop aansteken welriekende specerijen; allen morgen, als hij de lampen wel zal toegericht hebben, zal hij dezelve aansteken. Ex 30:8 En als Aäron de lampen aansteken zal, tussen de twee avonden, zal hij dat aansteken; het zal een gedurig reukwerk zijn, voor het aangezicht des HEEREN, bij uw geslachten. (SV)

Het reukwerk spreekt symbolisch van de Gode aangename volmaaktheden van Christus. Het kenmerkt ook de verering van het priesterlijke gezelschap van hen die in het licht zijn, de gelovigen in Christus.

Op de Grote Verzoendag moest reukwerk op gloeiende kolen worden gelegd in een wierookvat en door de hogepriester in het Heilige der Heiligen worden gebracht, opdat de rook het verzoendeksel, dat op de getuigenis is, zou bedekken, opdat de hogepriester niet zou sterven. Het reukwerk typeert de persoonlijke volmaaktheid van Hem, die het bloed van de verzoening heeft binnengebracht (Lev. 16:12,13).

De priester Zacharias reukofferde toen de engel Gabriël hem verscheen.

Lu 1:8  Het gebeurde nu, toen hij de priesterdienst vervulde voor God, in de beurt van zijn afdeling, Lu 1:9  dat hij naar de gewoonte van het priesterambt door het lot werd aangewezen om te reukofferen, na het tempelhuis van de Heer te zijn binnengegaan. Lu 1:10  En de hele volksmassa was buiten in gebed op het uur van het reukoffer. Lu 1:11  Nu verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. Lu 1:12  En toen Zacharia hem zag, werd hij ontsteld en bangheid overviel hem. Lu 1:13  De engel zei echter tot hem: Wees niet bang, Zacharia, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabeth zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven. (Telos)

De afgodendienst kent ook reukoffers. In Israël waren hoogten waar reukwerk en offers werden verbrand (1 Koningen 22:43 enz). Het branden van reukwerk voor Baäl en andere valse goden wordt vaak vermeld (Jer. 1:16; 7:9, enz.). Satan heeft ook zijn wierook en parfum.

Bron

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Incense. Tekst hiervan is op 31 jan. 2014 vertaald en verwerkt.