Richter: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Een '''richter''' of ''rechter'' in de Bijbel een persoon die rechtspreekt, bestuurt en in de tijd van het boek [[Richteren (boek)|Richteren]] (of ''Rechters'') en de boeken [[1 Samuël|1]] en [[2 Samuël]] het volk Israël ook verlost. Hij was rechter én bestuurder/leider.
Een '''richter''' of ''rechter'' in de Bijbel een persoon die rechtspreekt, soms ook leiding geeft en in de tijd van het boek [[Richteren (boek)|Richteren]] (of ''Rechters'') en de boeken [[1 Samuël|1]] en [[2 Samuël]] het volk Israël ook verlost. Een vrouwelijke richter heet een ''richteres''. Debora is de enige richteres in de Bijbel.


'''Woord.''' De vorm met ''e'' is jonger en berust op invloed van ''recht''<ref>P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), ''Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden'', 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen. Aangehaald op http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/rechter1</ref>''.'' Het woord is afgeleid van het Middelnederlandse werkwoord ''rechten'', ''richten ='' ‘rechtspreken, besturen’. met het achtervoegsel ''-er''. Het werkwoord is afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord 'recht' = ‘niet gebogen; juist, rechtvaardig’.
'''Woord.''' De vorm met ''e'' is jonger en berust op invloed van ''recht''<ref>P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), ''Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden'', 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen. Aangehaald op http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/rechter1</ref>''.'' Het woord is afgeleid van het Middelnederlandse werkwoord ''rechten'', ''richten ='' ‘rechtspreken, besturen’. met het achtervoegsel ''-er''. Het werkwoord is afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord 'recht' = ‘niet gebogen; juist, rechtvaardig’.