Sikkel

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Shekel)

De sikkel, of sjekel (Hebr. sjeqel), meervoud sikkels of sikkelen, is een Hebreeuwse munteenheid, die in de tijd van de Bijbel gebruikt werd en ook tegenwoordig in Israël geldt. De sikkel werd oorspronkelijk als gewichtsmaat gebruikt.

In de meeste Nederlandse Bijbelvertalingen wordt het woord "sikkel" gebruikt. De Statenvertaling, de Herziene Statenvertaling, de NBG51-vertaling, de Willibrordvertaling uit 1995 en de Naardense Bijbelvertaling hebben het woord "sikkel", de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 heeft "sjekel". "Sjekel" wordt in het Nederlands ook gespeld "shekel".

De sikkel was oorspronkelijk een gewichtsmaat: de gewichtssikkel, met een gewicht van ongeveer 11,4 gram[1], hoewel gewichten plaatselijk konden verschillen[2]. De profeet Ezechiël moest, in een symbolische voorstelling, elke dag, gedurende 390 dagen, brood eten dat 20 sikkels woog, zo'n 228 gram per dag (Ezech. 4:9-10).


Eerste gemunte Joodse zilveren sikkel, geslagen in 68 n.C., het tweede jaar van de Eerste Opstand (66-70 n.C.) tegen de Romeinse overheersing. De voorzijde van de munt (links) heeft de woorden "sikkel van Israël" en "jaar twee" (= 2e jaar van de Opstand, dus 68 n.C.) en toont een beker, die misschien in gebruik was in de tempel. De achterzijde (rechts) heeft de woorden "Jeruzalem de Heilige" en toont drie granaatappels, misschien de top van de staf van de tempelpriester, en de woorden "Jeruzalem de Heilige"[3]
Materiaal. Er waren oudtijds gouden, zilveren en koperen sikkels. De gouden sikkel wordt genoemd in:
Genesis 24:22 En het gebeurde, toen de kamelen genoeg gedronken hadden, dat de man een gouden ring pakte, waarvan het gewicht een halve sikkel  was, en twee armbanden voor haar armen, waarvan het gewicht tien [sikkel] goud was, (HSV)
Zilverling. Een zilveren sikkel heet ook zilverling.

Sommige namen van gewichten gingen later over op munten, zo ook de sikkel en het Britse Pond.

Abraham kocht voor vierhonderd sikkels zilver de akker met de spelonk van de Hethiet Efron, om zijn overleden vrouw Sara te begraven (Gen. 23:15). Efron zei:
Ge 23:15 Mijn heer, luister naar mij: een [stuk] land van vierhonderd sikkel zilver, wat maakt dat voor verschil tussen mij en u? Begraaf uw dode! (HSV)

Jozef. De broers van Jozef verkochten hem voor 20 zilverlingen aan Ismaëlitische kooplieden.

Heilige sikkel. De sikkel van het heiligdom (heilige sikkel) in Israël was gelijk aan 20 gera's (Lev. 27:25; Num. 3:47). Een gera was de kleinste gewichtsmaat en geldstuk van de Hebreeën.
Lev. 27:25 Al uwe schatting nu zal zijn naar den sikkel des heiligdoms geschieden; de sikkel zal zijn van twintig gera. (SV)
De lossing voor een ten opzichte van het aantal mannelijke Levieten boventallige mannelijke eerstgeborene onder de Israëlieten was 5 heilige sikkels (Num. 3:47), het geld (losgeld) van een geloste (Num. 3:48-49). Het hefoffer dat van een Israëliet geheven werd, was een halve sikkel, waarvan de waarde gelijk was aan 10 gera's.
Ex 30:12 Wanneer u het aantal Israëlieten opneemt, volgens hun tellingen, dan moet ieder bij hun telling aan de HEERE een losgeld geven voor zijn leven, opdat er bij hun telling geen plaag over hen komt. Ex 30:13 Dit moeten allen die bij de getelden gaan behoren, geven: een halve sikkel, [gerekend] volgens de sikkel van het heiligdom (de sikkel is twintig gera [waard]), een halve sikkel als een hefoffer voor de HEERE. (HSV)
Gelofte. De wet van Mozes bepaalde dat wanneer een man van 5 tot 20 jaar oud een aan God gelofte deed en de gelofte werd vervuld, dan moest hij voor de gewenste gave die God hem op zijn gelofte schonk, een schatting geven van 20 zilverlingen (Lev. 27:2, 5). De gewichtssikkel was in Israël vóór de ballingschap de normale eenheid. Er was geen gemunt geld: de sikkels werden niet door de staat gestempeld. Bij een betaling woog men de sikkels af. Er waren gouden en zilveren sikkels. Een goud sikkel was 20x meer waard dan een zilveren sikkel.
1Kr 21:24 En de koning David zeide tot Ornan: Neen, maar ik zal het zekerlijk kopen voor het volle geld; want ik zal voor den HEERE niet nemen wat uw is, dat ik een brandoffer om niet offere. 1Kr 21:25 En David gaf aan Ornan voor die plaats zeshonderd gouden sikkelen van gewicht. (SV)
Ook rekende men in halve sikkels, derde sikkels en kwart sikkels.
Exodus 38:24 Al het goud dat bij het werk gebruikt werd, bij al het werk aan het heiligdom, namelijk het goud [afkomstig] van het beweegoffer, bedroeg negenentwintig talent en zevenhonderddertig sikkel, [gerekend] volgens de sikkel van het heiligdom. Exodus 38:25 En het zilver van hen die geteld waren uit de gemeenschap, was honderd talent en duizend zevenhonderdvijfenzeventig sikkel, [gerekend] volgens de sikkel van het heiligdom. Exodus 38:26 Eén beka per persoon, [dat is] een halve sikkel, [gerekend] volgens de sikkel van het heiligdom, voor ieder die bij de getelde personen van twintig jaar oud en daarboven ging behoren, zeshonderddrieduizend vijfhonderdvijftig [man]. (HSV)
1 Samuël 9:8 De knecht antwoordde Saul verder en zei: Zie, ik heb het vierde deel van een zilveren sikkel in mijn hand, dat zal ik de man Gods geven, opdat hij ons onze weg wijst. (HSV)
In de dagen van Nehemia besloten de Israëlieten een vrijwillige, hoofdelijke, belasting van jaarlijks 1/3 sikkel voor de tempeldienst te betalen.
Ne 10:32 Wij leggen onszelf de geboden op dat wij een derde sikkel per jaar zullen geven voor de dienst van het huis van onze God; Ne 10:33 voor het uitgestalde brood en het voortdurende graanoffer, voor het voortdurende brandoffer, de sabbatten, de nieuwe maanden, voor de feestdagen, voor de geheiligde gaven, voor de zondoffers om verzoening te doen voor Israël, en voor heel de dienst van het huis van onze God. (HSV)
De geldswaarde van een sikkel was gelijk aan vier Romeinse denarii (=4x dagloon) en aan één Griekse stater.

In het huidige Israël is de sikkel in gebruik en heet daar sjekel. De sjekel werd op 24 februari 1980 ingevoerd ter vervanging van het Israëlische pond. Op 4 september 1985 werd de nieuwe Israëlische sjekel (NIS) ingevoerd. 1 nieuw sjekel (NIS) = 1000 oude sjekels.

Dertig zilverlingen

Dertig zilverlingen (zilverstukken, zilveren sikkels) was de prijs die iemand moest betalen, als zijn os de slaaf of slavin van iemand anders had gestoten en hierdoor had verwond. De meester van de slaaf kreeg als schadevergoeding dertig zilverlingen.
Exodus 21:32 Als het rund een slaaf of slavin stoot, moet [de eigenaar] aan zijn meester dertig sikkel zilver geven, en het rund moet gestenigd worden. (HSV)
De koopprijs van een Hebreeuwse slaaf was 50 zilverstukken. Wellicht dat 30 zilverstukken de prijs was van een niet-Israëlitische slaaf[4]. Volgens de oude Joodse geleerde Maimonied was 30 zilverstukken de halve prijs van wat men een vrij persoon waard schatte[5].

Jozef werd door zijn broers verkocht aan Ismaëlitische kooplieden. Zij ontvingen 20 zilverlingen. De Ismaëlieten wilden natuurlijke door de handel winnen.

De Heer Jezus werd door Judas overgeleverd voor het geldbedrag dat voor een slaaf werd neergeteld: 30 zilverlingen.
Mt 26:14 Toen ging een van de twaalf, Judas Iskariot geheten, naar de overpriesters Mt 26:15  en zei: Wat wilt u mij geven? Dan zal ik Hem aan u overleveren. Mt 26:16  Zij nu betaalden hem dertig zilverlingen uit. En van toen af zocht hij een gelegenheid om Hem over te leveren. (Telos)
Daarmee ging een profetie in vervulling:
Zacharia 11:12 En ik heb tot hen gezegd: Indien het goed is in uw ogen, geeft mijn loon, maar indien niet, laat het. Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Zacharia 11:13 Maar de HERE zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen. (NBG51)
Voor het verraden van Jezus kreeg Judas 30 zilveren sikkels = 120 Romeinse denarii = 120 daglonen.

Voetnoten

  1. Het commentaar bij de NetBible geeft 11,5 gram op. De Herziene Statenvertaling echter neemt een ruimere marge: "Een sikkel is 10 tot 13 gram."
  2. Zie de aantekening van de NetBible bij Gen. 24:22, https://netbible.org/bible/Genesis+24
  3. Bron: Sandy Brenner, "Firsts" in Ancient Judaean Coins, artikel op MEfacts.com, jaar onbekend. 
  4. Aldus Van Griethuijsen bij Ex. 21:32, in Online Bijbel. 
  5. More Nevoch., P. III, c. 40.