Sichem

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 21 jul 2018 om 10:38 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Sichem''' (Hebr.: ''shechem''; Lat. ''sychem'') verwijst in de Bijbel naar # Een Kanaäniet, zoon van Hamor, Gen. 33:19; 34:2v., die Jacobs dochter Dina verkrach...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Sichem (Hebr.: shechem; Lat. sychem) verwijst in de Bijbel naar

  1. Een Kanaäniet, zoon van Hamor, Gen. 33:19; 34:2v., die Jacobs dochter Dina verkrachtte
  2. Een afstammeling van Manasse, de zoon van Jozef (Num. 26:31; Joz. 17:2)
  3. Een der oudste en beroemdste steden van Kanaän

De naam betekent “schouder”.

De stad Sichem is de eerste plaats die in de Bijbel genoemd wordt als Abram in Kanaän is gekomen.

Ge 12:6 En Abram trok door dat land heen tot aan de [heilige] plaats [bij] Sichem, tot de eik van More. De Kanaänieten woonden toen in dat land. Ge 12:7 Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij daar een altaar voor de HEERE, Die hem verschenen was. Ge 12:8 Vandaar brak hij op naar het bergland ten oosten van Bethel en zette zijn tent op tussen Bethel in het westen en Ai in het oosten. Daar bouwde hij voor de HEERE een altaar en riep de Naam van de HEERE aan. (HSV)

Volgens commentatoren[1] is de stad Sichem later op die plaats, bij de eik van More, ontstaan. De stad is genoemd naar de Kanaäniet Sichem en lag in het midden van Kanaän, op het gebergte Efräim, tussen de bergen Gerizim en Ebal, in een dal vol bronnen, 18 uren[2] gaans ten noorden van Jeruzalem.

Sichem, gelegen tussen de bergen Ebal en Gerizim

In deze streken vestigde zich reeds vroeg de aartsvader Jakob, en bij deze stad was de grote Terpentijnboom (Lindenboom), onder welke Jakob de vreemde goden van zijn huisgezin begroef, Gen. 33: 18-20; 35: 4.

Te Sichem weidden de broers van Jozef hun kudden. Toen Jozef daar aankwam, waren zij inmiddels naar Dothan getrokken (Gen. 37:17).

Sichem werd een priesterlijke vrijstad, Joz. 20:7; 21:20-21.

Heel Israël trok 931 v.C. naar Sichem om Rehabeam, de zoon van de overleden Salomo, tot koning te maken (2 Kron. 10:1).

Sichem hield als stad op te bestaan ca. 100 v.C..

In Joh. 4:5 wordt Sichar genoemd. Het is niet zeker of deze plaats gelijk is aan die van het oude Sichem (Tel Balatah), of een plaats in de buurt van het oude Sichem (Tel Askar). De bron van Jacob ligt 0,8 km van Tel Balatah en 1,2 km van Tel Askar. Tussen Tel Balatah en Tel Askar ligt het graf van Jozef.

In de buurt van het oude Sichem werd door Vespasianus in 72 n.C. een nieuwe stad Neapolis (‘Nieuwstad’) gesticht, welke nog tegenwoordig Nabloes genoemd wordt. Het Bijbelse Sichem lag 2,4 km ten oosten van het tegenwoordige Nabloes.

Sichem en Nabloes liggen in 'Palestijns gebied' (anno 2014).

Bij Jozefs graf baden in mei 2015 bijna 4.000 Joden, die daar waren aangekomen in 65 autobussen, in een georganiseerd massabezoek.

Bron

S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Sichem. Hieruit is op 2 jan. 2013 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.

Voetnoten

  1. Zo onder meer Keil en Delitzsch in hun commentaar op Gen. 12:6.
  2. Aantal van 18 uren genoemd door Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 12:6. Dit bijbelcommentaar is onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.