Naar inhoud springen

David: verschil tussen versies

258 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''David''' was de tweede koning van [[Israël (volk)|Israël]], in de 11de en 10de eeuw v. Chr. Hij was een man naar Gods hart en een voorvader van onze Heer [[Jezus Christus]]. Ook is David in zekere opzichten een voorafbeelding van Christus. Davids voorganger was [[Saul]], zijn opvolger zijn zoon [[Salomo]]. <blockquote>''Hnd 13:22 En na hem'' [ = Saul] ''te hebben afgezet verwekte Hij hun David tot koning, van wie Hij ook aldus getuigenis gaf: ‘Ik heb David gevonden, de zoon van Isai, een man naar mijn hart, die mijn hele wil zal doen’. (TELOS)''</blockquote>'''Schriftplaatsen.''' Over David gaan onder mee de volgende Schriftplaatsen: 1 Sam. 16v.; 17: 34-54; 18: 6-9; 2 Sam. 2: 4, 11; 12: 1-19; 5: 3; 1 Kron. 11: 30.
 
'''Schriftplaatsen.''' Over David gaan onder mee de volgende Schriftplaatsen: 1 Sam. 16v.; 17: 34-54; 18: 6-9; 2 Sam. 2: 4, 11; 12: 1-19; 5: 3; 1 Kron. 11: 30.
 
'''Naam.''' Zijn naam betekent ‘bemind, beminde, geliefde, vriend’, van het werkwoord ''Dôd'' = ''Jadôd'', ‘beminnen’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. David, heeft de betekenis ‘vriend, geliefde’. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, vgl. 1 Sam. 16:19.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.