Mirjam: verschil tussen versies
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
'''Mirjam''' was een zuster van [[Mozes]] en [[Aäron]].
Zij was een dochter van [[Amram]] en [[Jochebed]] uit de stam Levi. Haar naam betekent ‘bitterheid’. Zij was de oudere zus van Mozes en Aäron.[[Bestand:Jochebed_en_Jochebed_en_de_mand.jpg|336x336px|Jochebed en Mirjam laten Mozes in het mandje het water opgaan. Uit de film ''De Tien Geboden''. |thumb]]Toen haar broertje Mozes in een biezen mandje in het water was gelaten en door de dochter van Farao gevonden, stelde zij een Hebreeuwse voedster (haar moeder) te gaan roepen. <blockquote>''Ex 2:7 Toen zei zijn zuster tegen de dochter van de farao: Zal ik voor u een voedster uit de Hebreeuwse vrouwen gaan roepen, die dat kindje voor u de borst kan geven? Ex 2:8 De dochter van de farao zei tegen haar: Ga [maar]. Toen ging het meisje de moeder van het kind roepen. (HSV)''</blockquote>[[Bestand:Tissot The Songs of Joy.jpg|left|thumb|351x351px|''"En Mirjam, de profetes... nam een trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien" (Ex. 15:20).'' Schilderij van James Tissot.]]
Na de uittocht uit Egypte leidde zij een vrouwenrei die Gods machtige verlossing van Israël bezong (Ex 15:20}. Zij werd een "[[Profeet|profetes]]" genoemd.
Regel 12 ⟶ 9:
Mirjam stierf in Kades (Num. 20:1), waar zij ook werd begraven.<blockquote>''Nu 20:1 De Israëlieten kwamen in de woestijn Zin, heel de gemeenschap, in de eerste maand, en het volk bleef in Kades. Daar stierf Mirjam, en zij werd er begraven. (HSV)''</blockquote>Daar zij een oudere zus van Aäron was en deze vier maanden na haar op 123-jarige leeftijd overleed, zal zij waarschijnlijk een leeftijd van 124 of ouder hebben bereikt.
Later herinnert God aan haar dienst:<blockquote>''Mic 6:4 Ik heb u immers uit het land Egypte geleid, u verlost uit het slavenhuis. Ik heb Mozes, Aäron en Mirjam vóór u uit gezonden. (HSV)''</blockquote>▼
▲''Mic 6:4 Ik heb u immers uit het land Egypte geleid, u verlost uit het slavenhuis. Ik heb Mozes, Aäron en Mirjam vóór u uit gezonden. (HSV)''
| |||