Naar inhoud springen

Kaleb: verschil tussen versies

291 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
<blockquote>''Nu 13:30 Toen bracht Kaleb het volk tegenover Mozes tot bedaren, en zei: Laten wij vrijmoedig optrekken, wij zullen het [land] in bezit nemen, want wij zullen het zeker overmeesteren. Nu 13:31 Maar de mannen die met hem opgetrokken waren, zeiden: Wij kunnen tegen dat volk niet optrekken, want het is sterker dan wij. (…)<br>Nu 14:6 En Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, [twee] van hen die het land verkend hadden, scheurden hun kleren, Nu 14:7 en zeiden tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Het land waar wij doorgetrokken zijn om het te verkennen, is een bijzonder goed land. <br>Nu 14:8 Als de HEERE ons genegen is, zal Hij ons in dat land brengen en zal Hij het ons geven, een land dat overvloeit van melk en honing. <br>Nu 14:9 Alleen, kom tegen de HEERE niet in opstand, en u, wees niet bevreesd voor de bevolking van het land, want zij zijn ons tot voedsel, hun schaduw is van hen geweken, en de HEERE is met ons. Wees niet bevreesd voor hen! <br>Nu 14:10 Toen zei heel de gemeenschap dat men hen met stenen moest stenigen. Maar de heerlijkheid van de HEERE verscheen in de tent van ontmoeting, voor al de Israëlieten.''<br>(HSV)</blockquote>
 
Door zijn betuigde geloofsvertrouwen maakte Kaleb zich zó verdienstelijk, dat van alle Israëlieten, die Egypte volwassen verlaten hadden, alleen hij en Jozua waardig gekeurd werden het beloofde land te betreden<blockquote>''Nu 14:24 Maar Mijn dienaar Kaleb, omdat in hem een andere geest was en hij erin volhard heeft Mij na [te volgen],hem zal Ik brengen in het land waar hij geweest is, en zijn nageslacht zal het in bezit nemen. (HSV)''</blockquote>Toen hij 85 jaar oud was maakte hij aanspraak op het grondgebied waarop zijn voeten hadden getreden en dat God hem beloofd had. Hoewel de Enakieten het gebied bezaten, overwon hij hen. Als zijn erfdeel ontving hij de stad Kirjath-Arba ofwel Hebron met haar omstreken.<blockquote>''Joz 15:13 Doch Kaleb, den zoon van Jefunne, had hij een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar den mond des HEEREN tot Jozua, de stad van Arba, vader van Enak, dat is Hebron. (SV)''</blockquote>Uit dit vers hebben sommigen opgemaakt dat Kaleb niet tot de stam van Juda behoorde. Het punt echter is dat aan Kaleb, hoewel hij geen stamhoofd was, een bijzonder gedeelte van dat land werd gegeven. De stad Hebron werd later een priesterstad, maar Kaleb behield de velden en dorpen, die tot haar behoorden. 'Ten zuiden van Kaleb’ (SV) of ‘het Zuiderland van Kaleb’ (HSV) (1 Sam. 30:14) duidt het zuiden van het stamgebied van Juda aan dat het bezit was van Kaleb, de zoon van Jefunne en zijn nakomelingen. Waarschijnlijk de vlakte gelegen tussen Hebron en de zuidelijke Karmel .
 
De stad Hebron werd later een priesterstad, maar Kaleb behield de velden en dorpen, die tot haar behoorden.
 
'Ten zuiden van Kaleb’ (SV) of ‘het Zuiderland van Kaleb’ (HSV) (1 Sam. 30:14) duidt het zuiden van het stamgebied van Juda aan dat het bezit was van Kaleb, de zoon van Jefunne en zijn nakomelingen. Waarschijnlijk de vlakte gelegen tussen Hebron en de zuidelijke Karmel.
 
Kaleb had een dochter genaamd Achsa. Een jongere broer van Kaleb was Kenaz. Hij schonk Achsa aan een zoon van Kenaz, aan zijn neef [[Othniël]], nadat deze de stad Kirjat-Sefer had veroverd. Othniël werd een richter, door wie God het volk Israël verloste van een Aramese onderdrukker.
 
Kaleb is een type van de christen, die door het geloof praktisch in bezit heeft genomen en geniet van de plaats aan hem door God gegeven, in weerwil van alles wat zich daartegen verzet.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.