Naar inhoud springen

Afvallen, afval: verschil tussen versies

531 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 18:
 
Afval van God wordt in het '''Oude Testament''' dikwijls genoemd. Israël stond in een verbondsbetrekking tot Jahweh, en, wanneer het volk de dienst van de Heer begon te verachten en zich wendde tot andere goden werd dit voor een afval gerekend (Jes. 1:2).
 
Job bracht brandoffers met het oog op mogelijke afval van zijn kinderen:<blockquote>''Job 1:5  Het gebeurde dan, als de dagen van de maaltijden voorbij waren, dat Job hen bij zich riep en hen heiligde. Hij stond ‘s morgens vroeg op en bracht brandoffers, voor ieder van hen één, want Job zei: <u>Misschien hebben mijn kinderen gezondigd en God in hun hart vaarwel gezegd</u>. Zo deed Job alle dagen. (HSV)''</blockquote>De [[Nieuwe Bijbelvertaling (2004)|Nieuwe Bijbelvertaling]] (2004) heeft "en God in hun hart vervloekt".
 
In het '''Nieuwe Testament''' wordt ook dikwijls van afval gesproken. Wanneer iemand aan de waarheid de rug toekeert en met bewustzijn, met zijn wil, de zonde kiest, dan wordt die zelfbewuste daad een afval genoemd. "Willens zondigen" (Hebr. 10:26). In Hebr. 6:4,6 wordt zelfs gesproken van hen, die niet weer tot bekering gebracht kunnen worden. Het is de vraag, of hier van 'tijdgelovigen' sprake is dan wel van zulken, die de zonde tegen de Heilige Geest begingen. Sommigen menen dat hier van een onvergeeflijke zonde gewag gemaakt wordt, en nemen daarom aan dat hier de laatste zonde bedoeld wordt. In elk geval leert de Heilige Schrift geen afval van heiligen, want de genade­giften en de roeping Gods zijn onberouwelijk (Rom. 11:29).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.