Naar inhoud springen

Hooglied/Hoofdstuk 8: verschil tussen versies

4.370 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
Regel 65:
Maar zij zal weer tevoorschijn komen uit de woestijn.
 
Wanneer de Heer Jezus Christus eenmaal Zijn gemeente zal verlossen (Ef. 4:30) en haar zal voeren in het Vaderhuis, waar Hij haar plaats bereidt, zullen Gods engelen ook haar vol bewondering van haar heerlijkheid met jubelzang begroeten. Maar ook haar zal men het aanzien, dat zij door een woestijn is getrokken en slechts op de almachtige arm van haar Bruidegom steunend tot dit doel is geraakt.<ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hoogl. 8:5. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt.</ref>
 
'''Liefelijk leunt op haar Liefste.''' Haar steun en toeverlaat. Dit drukt tweeërlei uit; niet alleen dat zij in de onafscheidelijke nabijheid van haar Liefste, de Herder-Koning, verkeert, maar ook dat zij al haar kracht en heerlijkheid aan Hem ontleent<ref name=":1" />.
Regel 104:
 
''Opb 12:1 En er werd een groot teken gezien in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon en de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.  Opb 12:2  En zij was zwanger en <u>schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren</u>. (...)  Opb 12:4  .... En de draak stond voor de vrouw die zou baren, om zodra zij haar kind zou baren, het te verslinden.  Opb 12:5  En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon.  Opb 12:6  En de vrouw vluchtte de woestijn in, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat men haar twaalfhonderdenzestig dagen voedde. (Telos)''
 
== Hoogl 8:6 ==
Hoo 8:6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. (SV)
'''Zet mij als een zegel op uw hart, als een zegel op uw arm.''' Maak dat ik vast, onafscheidelijk, onvervreemdbaar aan u verbonden blijf, in altijddurende, onverbreekbare gemeenschap. Bewaar mij vast en trouw als uw eigendom. Zodat ik steeds aan uw hart en steeds aan uw zijde (want aan uw arm) ben. Zij wenst met Hem, zowel in liefdesgezindheid als in gemeenzaamheid, ten opzichte van het levenspad, onlosmakelijk verenigd en verbonden te wezen.<ref name=":1" />
 
Én het hart én de arm zijn levendige zinnebeelden van getrouwe zorg; het hart als de grond waaruit en de arm als het middel waardoor. Deze beelden drukken de wens van de bruid uit met alle verzekerdheid en onder een hartelijke en onder een dadelijk (actieve) zorg van haar liefste te zijn. Door op zijn hart en op zijn arm als een zegel gedrukt te zijn, wenst zij te zijn het grote doel en voorwerp van zijn zorgdragend hart en van zijn zorgdragende arm.<ref name=":1" />
 
'''De liefde is sterk als dood.''' De liefde werpt alle hinderpalen neer en is overwinnend als de dood. Er zijn geen hoogten of diepten waarvoor zij blijft staan; geen gevaren waar zij niet doorheen breekt, geen wateren die haar kunnen uitblussen. <ref name=":1" />
 
'''De ijver is hard als het graf.''' 'IJver' is hier in het Hebr. קנאה (kin’ah), ''ijver'', maar in de zin van brandende, vurige liefde, die het geliefde voorwerp met alle kracht vasthoudt en niet duldt dat iets van hem verwijdert, en daarom vergeleken wordt bij het graf, dat ook wat het ontvangt niet los laat. <ref name=":1" />
 
''Job 7:9  Een wolk vergaat en verdwijnt; zo komt degene die in het graf neerdaalt, er niet weer uit omhoog. (HSV)''
 
'''Haar kolen zijn vurige kolen.''' Haar gloed is een helbrandende vuurgloed, die zijn vlammen in de harten zendt.
 
"Er is niets zo hard en ijverig, dat door het vuur der liefde niet verwonnen wordt. Zij is het enige dat zich schaamt iets moeilijk te noemen." (Augustinus)<ref>Aangehaald in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Hoogl. 8.</ref>
 
'''Vlammen des HEEREN.''' Haar gloed is niet te blussen is, en dat, omdat zij niet van aardse oorsprong is, maar een vlam is, of vlammen van Jahweh, die Hij zelf aangestoken heeft en ook onderhoudt en voedt.
 
''1Pe 1:22  Daar u uw zielen hebt gereinigd door de gehoorzaamheid aan de waarheid, tot ongeveinsde broederliefde, hebt elkaar <u>vurig lief</u> uit een rein hart, (Telos)''
 
''Ro 12:11  Weest niet traag in de ijver; weest <u>vurig van geest</u>; dient de Heer. (Telos)''
 
''Hnd 18:25  Deze was onderwezen in de weg van de Heer, en <u>vurig van geest</u> sprak en leerde hij nauwkeurig de dingen betreffende Jezus, hoewel hij alleen de doop van Johannes kende.'' (Telos)
 
''Lu 22:15  En Hij zei tot hen: Ik heb <u>vurig begeerd</u> dit pascha met u te eten voordat Ik lijd. (Telos)''
 
Jezus' liefde tot ons is ''sterker'' dan de dood, want Hij gaf zich voor ons ter dood, en brak zegevierend door deze heen, opdat wij voor de banden daarvan niet meer vrezen zouden. De liefde van Jezus' echte navolgers is ook zo sterk als de dood, omdat deze hen ongevoelig, als dood maakt voor alles buiten Hem. <ref>Naar Matthew Henry's commentaar bij dit vers</ref> Het waarlijk wedergeboren hart kan geen andere voldoening vinden dan in de liefde en omhelzing van Christus. Die eenmaal de liefde van God in Christus heeft ervaren, weet dat hij met onverbrekelijke banden aan zijn Heere en Zaligmaker is verbonden.<ref name=":1" /> Daarom kon ook een Paulus zeggen, dat niets ter wereld hem van deze liefde kon scheiden.
 
''Ro 8:35  Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar of zwaard? (...) Ro 8:39  noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus onze Heer.'' (Telos)
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.