Naar inhoud springen

Tychicus: verschil tussen versies

280 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Tychicus''' was een medewerker en reisgenoot van [[Paulus]], die hem naar [[Efeze]], [[Kolosse]] en [[Kreta]] zond. De [[apostel]] noemt hem 'de geliefde broeder en trouwe dienaar inde Heer' (Ef. 6:21).
 
'''Schriftplaatsen''': Hand. 20:4; Ef. 6:21; Col. 4:7; 2Tim. 4:12; Tit 3:12.
 
'''Naam.''' Zijn naam in de Griekse brontekst van het Nieuwe Testament is Τυχικος Tuchikos (klemtoon op de onderstreepte lettergreep). Het Strongnummer is 5190. De eigennaam komt 7x voor in het Nieuwe Testament en betekent ‘gelukkig, gelukskind’ of ook ‘noodlottig’, van een afleiding van het werkwoord τυγχανω tug’chanotugchano = het doel raken, bereiken, verkrijgen, gebeuren, toevallig plaatsvinden.
 
'''Persoon. '''Hij wordt aan Asiaat genoemd (Hand. 20:4), omdat hij afkomstig was uit de Romeinse provincie [[Asia]]. Hij vergezelde Paulus op diens reis van Korinthe naar Jeruzalem (Hand. 20: 4). Dat gebeurde tijdens de [[Derde zendingsreis van Paulus|derde zendingsreis]] van de apostel.<blockquote>''Hnd 20:4 En hem vergezelden tot in Asia Sopater, de zoon van Pyrrhus, van Berea; van de Thessalonikers, Aristarchus en Secundus, Gajus van Derbe, Timotheus, en de Asiaten Tychicus en Trofimus. (TELOS)''</blockquote>Hij was later Paulus' trouwe lotgenoot in de gevangenis te Rome, van waar Paulus hem met de brieven aan de Kolossensen, Efeziërs en Filemon naar Klein-Azië zond, om de onderlinge gemeenschap te bevorderen en de wankelende gemeenten in het geloof te bevestigen (Kol. 4: 7v.; Ef. 6: 21v.).<blockquote>''Efe 6:21  Opdat ook u mijn omstandigheden weet, hoe het met mij gaat, zal Tychicus, de geliefde broeder en trouwe dienaar in de Heer, u alles bekend maken; (Telos)''</blockquote>Paulus spreekt van hem met grote achting en liefde en acht hem bekwaam om een van moeilijkste gevallen ten einde te brengen (Tit. 3: 12).
 
Paulus spreekt van hem met grote achting en liefde en acht hem bekwaam om een van moeilijkste gevallen ten einde te brengen (Tit. 3: 12).
 
Paulus schreef aan [[Titus (persoon)|Titus]], die op Kreta was:<blockquote>''Tit 3:12 Wanneer ik Artemas of <u>Tychicus</u> tot je zend, beijver je dan tot mij te komen in Nikopolis, want ik heb besloten daar te overwinteren. (TELOS)''</blockquote>Ook in zijn tweede gevangenschap had Paulus Tychicus bij zich in Rome en zond hem van daar naar Efeze (2 Tim. 4: 12). Paulus schreef aan Timotheüs:<blockquote>''2Ti 4:12 <u>Tychicus</u> nu heb ik naar Efeze gezonden. (TELOS)''</blockquote>
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.