Vuur: verschil tussen versies

 

Vuur is een element dat tot onderhouding van het aardse leven nuttig en onontbeerlijk is. In het [[Apocriefen|apocriefe]] geschrift Sirach 39: 31 staat: <blockquote>''Sir 39:30 Het voornaamste dat tot het leven des mensen nodig is, is water, en <u>vuur</u>, en ijzer, en zout, en tarwemeel, en melk en honig, druivenbloed, en olie, en een kleed.'' (SV)</blockquote>

In het rijk van de natuur moet vuur, evenals hagel, sneeuw, storm, het „woord" of de wil van God ten uitvoer brengen (Ps. 148: 8). Het openbaart Gods majesteit of zijn straffende hand.

 

 

'''Vuur uit de hemel''' viel op de twee hoofdlieden (2 Kon. 1: 10), op Jobs kudden en knechten (1: 16), op Egypte (Exod. 9: 23), op Sodom en Gomorra (Gen. 19 : 21.; vgl. Wijsh. 10: 6), Nadab en Abihu (Lev. 10 : 2), het oproer van Korach (Num. 16: 35), de morrende Israëlieten (Num. 11:1), en op andere goddelozen (Hos. 8: 14; Jer. 17: 27; Amos 7: 4). Bij de laatste opstand van de mensheid zal vuur uit de hemel de opgetrokken legers verteren. <blockquote>''Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen. (TELOS)''</blockquote>'''Vreemd vuur'''. In het [[Oude Testament]] heeft het vuur aan de mensen zijn uitnemende dienst gedaan bij het offer, waarbij geen vreemd vuur, d. i. vuur niet ontleend aan het heilig altaarvuur (Lev. 6: 13), mocht gebruikt worden (Lev. 10: 1 , 2).

'''Vuurkolom'''. Zijn meest verheven dienst heeft het vuur gedaan als de wonderbare vuurzuil (Exod. 13 : 21; 14 : 24; Num. 14 : 14), die bij nacht de Israëlieten op hun tocht de weg wees.