Hoofdbedekking: verschil tussen versies

'''Hoofdbedekking''' is het bedekken van het hoofd of datgene waarmee het hoofd bedekt wordt (hoofddeksel). De apostel Paulus beveelt vrouwen in 1 Cor. 11:2-16 hun hoofd te bedekken wanneer zij bidden of profeteren, terwijl mannen daarentegen ongedekt moeten blijven.<blockquote>''1Co 11:1 Weest mijn navolgers, zoals ook ik van Christus.<br>1Co 11:2 En ik prijs u, dat u in alles aan mij denkt en de inzettingen vasthoudt, zoals ik ze u heb overgeleverd.<br>1Co 11:3 Maar ik wil dat u weet, dat Christus het hoofd is van iedere man, en de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus.<br>1Co 11:4 Iedere man die bidt of profeteert met iets op zijn hoofd, onteert zijn hoofd;<br>1Co 11:5 en iedere vrouw die bidt of profeteert met ongedekt hoofd, onteert haar hoofd; want het is een en hetzelfde alsof zij geschoren was.<br>1Co 11:6 Want als een vrouw niet gedekt is, laat zij zich ook maar het haar laten afknippen; maar als het voor een vrouw een schande is zich het haar te laten afknippen of zich te laten scheren, laat zij zich dan dekken.<br>1Co 11:7 Want de man behoort zijn hoofd niet te dekken, daar hij het beeld en de heerlijkheid van God is; maar de vrouw is de heerlijkheid van de man.<br>1Co 11:8 Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man;<br>1Co 11:9 want de man is ook niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man.<br>1Co 11:10 Daarom behoort de vrouw een macht op haar hoofd te hebben terwille van de engelen.<br>1Co 11:11 Evenwel is noch de vrouw zonder de man, noch de man zonder de vrouw, in de Heer.<br>1Co 11:12 Want zoals de vrouw uit de man is, zo is ook de man door de vrouw; maar alle dingen zijn uit God.<br>1Co 11:13 Oordeelt bij uzelf: is het gepast dat een vrouw ongedekt tot God bidt?<br>1Co 11:14 Leert ook de natuur zelf u niet, dat als een man lang haar draagt het een oneer voor hem is?<br>1Co 11:15 Maar als een vrouw lang haar draagt, is het een eer voor haar, omdat haar het lange haar tot een sluier gegeven is.<br>1Co 11:16 Maar als iemand meent te moeten twisten wij hebben zo’n gewoonte niet, en evenmin de gemeenten van God.''<br>(TELOS)</blockquote>

De man is het beeld en de heerlijkheid van God (vs. 7). Daarom behoort hij zijn hoofd niet te dekken. Hij onteert zijn hoofd door het te bedekken wanneer hij bidt of profeteert. Het strekt tot oneer van zijn eigen lichamelijke hoofd en tot oneer van zijn Heer, die zijn figuurlijke hoofd is. De natuur zelf leert ons dat "''dat als een man lang haar draagt het een oneer voor hem is"'' (vs. 14). De lengte van het haar is een natuurlijk verschil tussen man en vrouw. We kunnen dat inzien, aanvoelen, verstaan. Zoals het een man niet past om lang haar te dragen, zo past het hem evenmin een kunstmatige bedekking te dragen wanneer hij bidt tot God bidt of namens Hem profeteert. Een hoofdbedekking in de vorm van een keppel, zoals gedragen door orthodox-Joodse mannen, is dan ook niet juist.