Naar inhoud springen

Hebreeën 7: verschil tussen versies

624 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 3:
Was de Heer Jezus in eerdere hoofdstukken voorgesteld als zijnde meerder dan Abraham, Mozes, Aäron, hier in hoofdstuk 7 wordt hij voorgesteld, met Melchizedek als vóórbeeld, als meerder dan Abraham.
 
== Hebr. 7:1 ==
Heb 7:1 Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God de Allerhoogste, die Abraham tegemoet ging toen hij van het verslaan van de koningen terugkeerde, en hem zegende, (TELOS)
'''Tegemoet ging'''. Met brood en wijn. Dit doet ons denken aan het avondmaal, dat uit brood en wijn bestaat en spreekt van het offer van de Heiland. Zijn offer maakt het God mogelijk ons te zegenen.
Regel 13:
'''God de Allerhoogste'''. Melchizedek is, na de schrijver van Genesis zelf, de eerste in de Bijbel die God de "Allerhoogste" noemt. Over dit begrip, zie [[God#Allerhoogste|God]].
 
== Hebr. 7:2 ==
Heb 7:2 aan wie ook Abraham een tiende van alles gaf, is in de eerste plaats naar de uitleg [van zijn naam]: koning van de gerechtigheid, en vervolgens ook: koning van Salem, dat is koning van de vrede, (TELOS)
'''Koning van de gerechtigheid'''. De naam [[Melchizedek]] betekent 'koning van de gerechtigheid'.
Regel 25:
Gerechtigheid en vrede heersen samen in het [[Vrederijk|1000-jarig rijk]] van Christus.
 
== Hebr. 7:3 ==
Heb 7:3  en terwijl hij zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde van leven is, maar op de Zoon van God lijkt, blijft hij priester voor altijd. (Telos)
'''Zonder vader, zonder moeder ... of einde van leven.''' Aangezien dat alles van Melchizedek niet wordt vermeld. In werkelijkheid had deze priester-vorst als mens een aards begin en einde, maar het onvermeld-zijn hiervan strekt tot type van de werkelijk eeuwige Zoon van God.
Regel 33:
'''Priester voor altijd.''' Doch Christus is hogepriester ''tot in eeuwigheid'' (vs. 20).
 
== Hebr. 7:7 ==
Heb 7:7 Zonder enige tegenspraak nu wordt het mindere gezegend door het meerdere. (TELOS)
'''Zonder enige tegenspraak.''' Ontegenzeglijk, overduidelijk, buiten kijf.
Regel 39:
'''Het mindere gezegend door het meerdere'''. Hij die zegent is, in dit opzicht, groter dan hem die de zegen ontvangt, evenals de priesters, die mensen zegenden, in hun ambt groter waren dan de mensen die zij zegenden<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Hebr. 7:7. </ref>, aan wie zij overigens als hun broeders gelijk zijn.
 
== Hebr. 7:8 ==
Heb 7:8 En hier ontvangen sterfelijke mensen wel tienden, maar daar iemand van wie getuigd wordt dat hij leeft. (TELOS)
'''Sterfelijke mensen'''. De Levitische priesters.
Regel 56:
 
''Ps 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (...) Ps 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt <u>Priester in eeuwigheid</u>, naar de ordening van Melchizédek. (SV)''
== Hebr. 7:11 ==
Heb 7:11 Als er nu inderdaad volmaking door het Levietische priesterschap was - want in verbinding daarmee heeft het volk de wet ontvangen -, waarom was het dan nog nodig dat er een andere priester opstond naar de orde van Melchizedek en deze niet genoemd werd naar de orde van Aaron? (TELOS)
'''Volmaking'''. Vergelijk:
Regel 62:
''Heb 7:19 (want de wet heeft niets tot volmaaktheid gebracht), ...'' (TELOS)
 
== Hebr. 7:12 ==
Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de wet plaats. (TELOS)
'''Verandering van wet'''. De 'orde' van Aaron of van Melchizedek ziet op de instelling, de regels. Voor het Levietische priesterschap gelden andere regels dan voor het Melchizedekse priesterschap. Eén regel is dat de priester een zoon (nakomeling) van Aaron moest zijn, vgl. vers. 13.
Regel 68:
''Heb 7:18 Want er is enerzijds een afschaffing van het vroegere gebod wegens zijn zwakheid en nutteloosheid (TELOS)''
 
== Hebr 7:13 ==
Heb 7:13 Want Hij van Wie deze dingen gezegd zijn, maakt deel uit van een andere stam, waarvan niemand verbonden is geweest aan het altaar. (TELOS)
'''Hij van wie'''. Dat is Christus, zie volgende vers. 
 
'''Andere stam'''. Namelijk Juda, zie volgende vers.
 
== Hebr. 7:1615 ==
Heb 7:15  En dit is nog aanmerkelijk duidelijker als er naar de gelijkenis van Melchizedek een andere priester opstaat, (Telos)
'''Naar de gelijkenis van Melchizedek.''' Niet: "naar de orde van Melchizedek" (vs. 17). De gelijkenis bestaat in de overeenkomsten: zonder begin, zonder einde, koning der gerechtigheid, koning van de vrede. Zie 7:1v. "Orde" ziet op de orde van het priesterschap (vs. 17).
 
== 16 ==
Heb 7:16 die het niet geworden is naar de wet van een vleselijk gebod, maar naar de kracht van een onvergankelijk leven; (TELOS)
'''Vleselijk gebod.''' Een gebod dat betrekking hadheeft op ons lichaam, ons vlees, in het bijzonder de vleselijke afstamming. De zonen van Aäron zijn, naar de wet van Mozes, priester geworden op grond van hun lijfelijke afstamming.
 
'''Onvergankelijk leven'''. Uit dezeDeze uitdrukking blijktlijkt erop te wijzen dat de Heer pas na zijn opstanding priester naar de orde van Melchizedek is geworden. Dit neemt niet weg dat de Heer een onvergankelijk leven had vóór zijn menswording. Melchizedek, wiens oorsprong onvermeld blijft, is van onze Heer een schaduwbeeld.
 
== Hebr. 7:17 ==
Heb 7:17 want van Hem wordt getuigd: U bent priester tot in eeuwigheid naar de orde van Melchizedek. (TELOS)
De schrijver verwijst naar:
Regel 86 ⟶ 90:
''Ps 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. (...) Ps 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt <u>Priester in eeuwigheid</u>, naar de ordening van Melchizédek.''
 
== Hebr. 7:18 ==
Heb 7:18 Want er is enerzijds een afschaffing van het vroegere gebod wegens zijn zwakheid en nutteloosheid (TELOS)
Vergelijk:
Regel 92 ⟶ 96:
''Heb 7:12 Want als het priesterschap verandert, vindt er ook noodzakelijk verandering van de wet plaats.'' (TELOS)
 
== Hebr. 7:19 ==
Heb 7:19 (want de wet heeft niets tot volmaaktheid gebracht), en anderzijds de invoering van een betere hoop, waardoor wij tot God naderen. (TELOS)
'''Betere hoop'''. Eén van de betere zaken die ons in deze brief genoemd worden. 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.